Een medewerker van een mantelzorgvereniging vertelt over zijn job
mijn-verhaal
Wij wilden wel eens weten hoe mensen uit de gezondheidssector hun job ervaren. Vandaag lees je het verhaal van Mario Schelfhout (35). Hij werkt sinds begin 2017 voor de vzw Liever Thuis LM, één van de zes erkende Vlaamse mantelzorgverenigingen. Mantelzorgers zijn personen die op regelmatige basis zorgen voor iemand uit hun directe omgeving (hun partner, één van hun ouders, een buur, een kind met een beperking, …).
Van opleiding is Mario maatschappelijk assistent. Hij woont in Aalst en pendelt elke dag naar Elsene (Brussel). Het werkingsgebied van de vzw Liever Thuis LM is heel Vlaanderen en Brussel, waardoor Mario soms elke dag van de week in een andere gemeente te vinden is voor een vergadering of om een vorming te geven.
Waarom heb je voor deze studie en/of dit beroep gekozen?
Toen ik nog studeerde, nam ik zelf ook zorgtaken op voor mijn mama die lijdt aan een chronische aandoening en hierdoor niet langer kon deelnemen aan het arbeidscircuit. Ik was toen, zoals ze het nu omschrijven, een ‘jonge mantelzorger’ of een ‘studerende mantelzorger’. Maar eigenlijk wist ik niet eens dat ik een mantelzorger was (zoals zovelen). Dat kwam pas toen ik sociaal werk ging studeren en voor het eerst hoorde van ‘mantelzorg’. Na mijn opleiding was het zoeken naar een geschikte job. Toen ik een vacature bij mantelzorgvereniging Liever Thuis LM vond, dacht ik: “Mantelzorg, daar weet ik wel iets over.” Ik slaagde voor de schriftelijke test, het sollicitatiegesprek verliep vlot en ik werd aangeworven. Ondertussen was ik ook bezig met het behalen van mijn getuigschrift pedagogische bekwaamheid, wat goed van pas kwam bij het geven van de vormingen voor Liever Thuis LM.
Is dit beroep wat je ervan verwacht had?
Zeker. Ik vind mijn job erg variërend. De ene dag kan ik aan tafel zitten met iemand van het Kabinet van minister Vandeurzen om te kijken wat er kan gedaan worden ter ondersteuning van de mantelzorgers en de volgende dag kan ik bijvoorbeeld ergens in West-Vlaanderen of Limburg een vorming geven over tegemoetkomingen, goed voor jezelf zorgen als mantelzorger of het samenwerken met professionele zorgverleners. Ook schrijf ik de artikels voor ons ledenblad ‘Liever Thuis’. Toen ik nog op school was, schreef ik al verhaaltjes. Dus dit is eigenlijk een verderzetting van een vroegere passie. Al vind ik wel dat de overheid meer middelen mag voorzien voor de mantelzorgverenigingen. Momenteel werken we bij Liever Thuis LM met 1,5 fulltime medewerkers en dat is gewoon te weinig, vooral gezien de workload die er het afgelopen jaar is bijgekomen. De job zou nog zoveel interessanter zijn als ik de opdrachten op een rustiger tempo zou kunnen afwerken in plaats van van het ene naar het andere te hollen.
Wat vind je leuk / minder leuk aan werken in de gezondheidssector?
Kan je beschrijven hoe (een voorbeeld van) jouw werkdag eruit ziet?
Meestal ga ik ’s morgens naar mijn bureau in Elsene om telefonische vragen te beantwoorden, vormingen of vergaderingen voor te bereiden,… Vaak verlaat ik mijn bureau rond 11u00 om mij te verplaatsen naar een vorming. De ene dag kan dat Antwerpen zijn, de volgende dag bijvoorbeeld Bredene. Daar geef ik dan een vorming aan mantelzorgers. Soms kan dit ook de begeleiding van een praatgroep zijn. Rond 16u30 is het dan het moment om naar huis terug te keren om daar snel een hapje te eten, want gemiddeld tweemaal per week heb ik ’s avonds nog een werkvergadering, bijvoorbeeld voor een eerstelijnszone. Dat is een nieuw initiatief van minister Vandeurzen waarbij op het lokale niveau gezondheids- en welzijnswerkers en lokale besturen worden uitgedaagd om samen te overleggen hoe ze de zorg in de toekomst beter kunnen organiseren en beter kunnen samenwerken. Een boeiend initiatief, waar ik sterk in geloof. Maar weer stel ik mij de vraag hoe lang de vrijwillige inzet van de vele gezondheids- en welzijnswerkers, waaronder ikzelf, bij de opstart van de eerstelijnszones nog houdbaar is. Op een bepaald moment zal deze inzet moeten gevalideerd worden door de overheid of het veranderingsproces wordt stopgezet en dan hebben we alleen maar verliezers (de personen met een zorg- en ondersteuningsnood, de mantelzorgers, de gezondheids- en welzijnswerkers, de overheid).