Studie bevestigt doeltreffendheid en veiligheid van infliximab bij inflammatoire darmziekten
nieuws
Nieuwe studieresultaten tonen aan dat patiënten met de ziekte van Crohn (CD), die gemiddeld vijf jaar met infliximab werden behandeld, naast een duurzaam klinisch voordeel ook een betere evolutie vertoonden van de ziekte op lange termijn. Er werd bij deze patiënten een daling van het aantal ziekenhuisopnames geconstateerd en ook het aantal chirurgische ingrepen verminderde. Bij 63 procent van de patiënten werd op lange termijn een duurzaam klinisch voordeel vastgesteld. Aan 43 procent van die patiënten werd verder infliximab toegediend, terwijl 20 procent van de patiënten met de behandeling konden stoppen wegens remissie. Die laatste patiënten bleven in remissie gedurende gemiddeld 47 maanden nadat de toediening van infliximab was gestopt. Na het begin van de therapie werd slechts 42 procent van de patiënten opgenomen in het ziekenhuis. De ziekenhuisopname van patiënten die een episodische therapie volgden (47 procent) was hoger dan die van patiënten die een onderhoudsbehandeling kregen (26 procent). Daarnaast hadden patiënten die een onderhoudsbehandeling met infliximabinfuzen kregen en patiënten die van een episodische behandeling op een onderhoudsbehandeling om de 8 weken werden overgeschakeld op lange termijn minder nood aan ingrijpende abdominale chirurgie dan patiënten die een episodische behandeling bleven volgen.
In een afzonderlijke studie stelden onderzoekers van UZ Leuven vast dat een langetermijn behandeling met infliximab (14 jaar) doorgaans goed wordt verdragen door patiënten met een inflammatoire darmziekte (Ziekte van Crohn / colitis ulcerosa) en dat ernstige ongewenste nevenwerkingen niet vaker werden vastgesteld dan bij patiënten die de therapie niet volgden. Bij de beëindiging van de studie werd vastgesteld dat er in totaal 113 ernstige nevenwerkingen waren opgetreden bij 93 (13 procent) patiënten die met infliximab waren behandeld, tegenover 157 bij 126 (19 procent) patiënten uit de controlegroep. Er was geen verschil tussen de twee groepen wat de mortaliteit, het voorkomen van kwaadaardige gezwellen en het aantal infecties betreft.