Zwanger: Kan één glaasje alcohol kwaad?

dossier

Kan het kwaad om nu en dan een glaasje mee te drinken? Wel, of het al dan niet gevolgen heeft voor de ontwikkeling van je baby hangt af van verschillende factoren. De hoeveelheid alcohol, de frequentie, je lichaamsbouw en het gebruik van andere middelen zoals tabak bijvoorbeeld, maar ook hoe gevoelig je kindje is voor de effecten van alcohol.

Om geen risico te lopen, raden experts aan om alcohol helemaal te bannen, en dat zelfs al voor de conceptie... Sylvia Roozen van de universiteit van Maastricht heeft de effecten onderzocht. In dit online college van Universiteit van Nederland vertelt ze haar bevindingen en geeft ze ook heel wat extra nuttige info. Een aanrader, vinden wij.

https://youtu.be/0W6SlrvunYw

Enkele mogelijke risico's van alcohol tijdens de zwangerschap

Ontwikkeling van de cellen: Tijdens je hele zwangerschap kan alcoholgebruik leiden tot hersenbeschadiging bij je kind. Bovendien kan alcoholgebruik in de eerste twaalf weken leiden tot afwijkingen aan organen, zoals het hart, de armen en de ogen. Alcoholgebruik in de weken 13 tot en met 42 kan leiden tot groeiachterstand.

Verzwakte weerstand: Iedere keer dat je alcohol drinkt, vernauwen je bloedvaten. Je ongeboren baby krijgt dan minder bloed en zuurstof. Als je alcohol drinkt, heb je meer kans dat je baby bij de geboorte kleiner en lichter is, waardoor hij of zij een zwakkere weerstand heeft.

Ademhalingsproblemen: Nadat je alcohol gedronken hebt, moet je lichaam de alcohol afbreken. Het lichaam van een ongeboren kindje doet daar veel langer over dan jouw lichaam. De alcohol blijft dus veel langer in zijn of haar weefsel. Dat kan na de geboorte leiden tot slaap- en ademhalingsproblemen bij je baby.

Zwangerschapsverlies: Ook de kans op een miskraam of een vroeggeboorte neemt toe.

Foetaal alcoholsyndroom: Zwaar gebruik van alcohol kan het zogenaamde foetaal alcoholsyndroom veroorzaken. Dit is een combinatie van verschillende aangeboren afwijkingen. Daartoe behoren onder meer kleine hersenen (te merken aan de kleine schedel), abnormale gelaatskenmerken, hart- en nierafwijkingen, een groeiachterstand, lagere intelligentie en achterstand in geestelijke ontwikkeling.