Zwangerschapskwaaltjes

nieuws Misselijkheid en braken zijn veel voorkomende klachten tijdens de eerste zwangerschapsmaanden. Ongeveer één zwangere vrouw op twee heeft er in mindere of meerdere mate last van. Meestal alleen 's ochtends, maar bij sommige vrouwen kunnen ze de hele dag aanhouden. De klachten verdwijnen bijna altijd volledig tegen het einde van de vierde maand, maar meestal al na een tweetal maanden.
Soms gaat het alleen om een misselijk gevoel, al dan niet met braakneigingen. Maar sommige vrouwen moeten effectief braken, soms zelfs dagen na elkaar. In dat geval is het aangewezen om uw arts te raadplegen omdat er uitdrogingsverschijnselen kunnen optreden die zelfs een kortstondige opname in het ziekenhuis kunnen vereisen.
Over de oorzaken van deze klachten tast men nog in het duister. Sommige deskundigen zoeken een psychologische verklaring en menen dat het gaat om een onbewuste vorm van verzet tegen de zwangerschap of tegen de veranderingen in het lichaam, alsof men de vrucht wil 'uitbraken'.
Maar wellicht zijn de klachten een gevolg van de hormonale veranderingen die optreden bij een zwangerschap. Die hormonale veranderingen zijn ook verantwoordelijk voor gespannen en gevoelige borsten, een grotere behoefte aan slaap, enz.
Er bestaan tientallen remedies tegen zwangerschapsmisselijkheid, gaande van speciale theetjes en kruidenmengsels over acupunctuur tot zelfs speciale armbanden. Van geen enkele van deze remedies is echter aangetoond dat ze effectief werken, en sommige, zoals bv. bereidingen op basis van ginseng, zouden zelfs een risico kunnen inhouden voor de vrucht. Ook geneesmiddelen zijn niet echt aan te raden. Neem zeker nooit op eigen houtje een geneesmiddel, maar praat er eerst over met uw arts.

Wat kan u dan wel doen?
• Doe het rustig aan, en probeer af en toe even tijd te maken voor uzelf.
• Blijf even liggen voor het opstaan in plaats van direct uit bed te springen.
• Eet een toast of een droog koekje voor je opstaat of, nog beter, laat je ontbijt op bed brengen.
• Vermijd vette en moeilijk verteerbare gerechten en eet niet te veel ineens. Eet af en toe wel een (gezond) tussendoortje.
• Vermijd sterke etensgeuren en laat het koken zo mogelijk over aan iemand anders.