Confituur bestaat hoofdzakelijk uit fruit en suiker. Het suikergehalte van gewone confituur bedraagt ongeveer 60%, bij suikerarme confituren is dat nog altijd ongeveer 30 tot 40%. Bovendien bevat confituur in tegenstelling tot (vers) fruit nauwelijks vitaminen, aangezien de meeste vitaminen tijdens de bereiding verloren gaan. Confituur bevat ook veel minder vezels en mineralen dan vers fruit, zelfs wanneer je ze zelf maakt. Helemaal uit je dieet schrappen, hoeft nu ook weer niet. Zeker niet als je confituur vergelijkt met ander zoet broodbeleg.

Confituur haalt het doorgaans wel van ander zoet broodbeleg, aangezien het minder calorieën en helemaal geen vet bevat. 

15 gram confituur bevat gemiddeld 35 kcal. 

15 gram hagelslag: 70 kcal

15 gram honing 50 kcal

15 gram pindakaas 95 kcal

15 gram chocopasta 85 kcal. Choco bevat bovendien bijna 40% vet. 

Confituur past dus zeker in een evenwichtige voeding, zolang je er niet te veel van eet. Een goede vuistregel is om voor 1 snede brood met hartig beleg, 1 snede met zoet beleg te nemen. Als zoet beleg kan je ook gewoon vers fruit gebruiken, aardbeien of een banaan bijvoorbeeld. Hierbij is er zo goed als geen verlies aan vitaminen. 

Als je zelf confituur maakt, voeg je best minder suiker toe. Met Pec Plus heb je minder of zelfs helemaal geen suiker nodig en ook met Minutsuiker kan je tot de helft suiker besparen. Door de kortere kooktijd blijven bovendien meer vitaminen bewaard. Andere mogelijkheden om confituur te zoeten en te laten opstijven is appelsap of een ander diksap, tarwestroop, agavesiroop, gerstemoutstroop, esdoorn- of rijststroop.

Let wel, als je confituur maakt zonder suiker (al dan niet met zoetstof), bevat die nog altijd een bepaald suikergehalte door de vruchtensuikers. Aangezien suiker ook een bewaarmiddel is, zal confituur zonder suiker minder lang houdbaar zijn.