Welke medicijnen zijn verborgen dikmakers?

Maar liefst 10 tot 15 procent van de gewichtsproblemen zouden een gevolg zijn van medicatiegebruik. Sommige medicijnen maken je bijvoorbeeld hongeriger. Andere vertragen je vermogen om calorieën te verbranden of zorgen ervoor dat je extra vocht vasthoudt. Als je vermoedt dat je dagelijkse pil wel eens de oorzaak zou kunnen zijn van die extra kilo’s, kan je met je arts bespreken of je de dosering kan aanpassen. Of hij kan alternatieve medicatie voorstellen met dezelfde werking. Als dat niet mogelijk is, kan je ook de hulp inroepen van een diëtist om je gewicht onder controle te houden.

We geven hieronder een (niet-limitatieve) lijst van medicijnen die erom bekendstaan het gewicht te beïnvloeden.

Antidepressiva stimuleren de hoeveelheid van bepaalde feelgood-chemicaliën in je hersenen. Sommige van die chemicaliën regelen ook je eetlust en de manier waarop je lichaam calorieën afbreekt. Zo zijn er bijvoorbeeld personen die zich nooit verzadigd voelen. Of je maakt meer vet aan, ook al eet je niet meer. Dat ziet men vooral na een lange periode van antidepressiva slikken. 

Deze medicijnen helpen bij de behandeling van psychische aandoeningen zoals bipolaire stoornis of schizofrenie. Ze werken rechtstreeks in op je hersenen en beïnvloeden je gewicht en stofwisseling. Stemmingsstabilisatoren zorgen ervoor dat je eetlust op gang komt en blijft. Ook hier geldt dat vooral mensen die ze lange tijd gebruiken, doorgaans meer aankomen. 

Een van de medicijnen om diabetes te behandelen, is insuline. Insuline stimuleert de vetopslag in je lichaam. Als je insuline moet spuiten, kan er namelijk te veel of te lang insuline in het lichaam circuleren, waardoor je gewicht mogelijks toeneemt. Maar er is ook een onrechtstreeks effect dat je gewicht doet stijgen: door insuline te spuiten, heb je sneller extra koolhydraten nodig om een hypo te behandelen of te voorkomen. 

Corticosteroïden verminderen pijn en ontstekingen. Ze bestaan in verschillende vormen: injecties, crème, spray of pillen. Omdat ze ook het metabolisme beïnvloeden, kan je door ze lang in te nemen een grotere eetlust krijgen en je lichaam meer vet laten vasthouden, vooral rond de buik.

Medicatie tegen epilepsie en migraine beïnvloedt hormonen die het hongergevoel regelen en maken het moeilijker voor je lichaam om aan te voelen wanneer het verzadigd is. Daardoor kan je eetlust verhogen, je metabolisme verlagen en kan je extra vocht gaan vasthouden.

Bètablokkers verlichten de druk op je hart door de hartslag te vertragen en de bloeddruk te verlagen. Maar dat vermindert de reactie van je lichaam op lichaamsbeweging, zodat je minder calorieën verbrandt. Aangezien bètablokkers je moe doen voelen, heb je misschien niet de energie om te sporten, waardoor ook je gewicht kan stijgen.

Deze stoffen blokkeren de werking van histamine, een chemische stof die het lichaam aanmaakt en die veel van de symptomen van allergieën veroorzaakt. Histamine remt ook je eetlust. Als je deze stof gaat blokkeren met antihistaminica, zal je logischerwijs dus meer honger krijgen en meer eten.