Geen bewijs voor werking homeopathie

Volgens een rapport van de Vereniging van Europse wetenschapsacademies (EASAC) bestaat er geen enkel wetenschappelijk bewijs voor de werkzaamheid van homeopathische geneesmiddelen. 

Volgens de EASAC is er, behalve de placebowerking, geen enkel bewijs voor de effectiviteit van homeopathische middelen. Bovendien is de veronderstelde werking niet plausibel en inconsistent met gangbare ‘wetenschappelijke concepten’.

Daartegenover staat dat de patiënt vaak onvoldoende op de hoogte is van de risico’s van een homeopathische behandeling. Als iemand naar homeopathie grijpt en daarmee een reguliere behandeling wil uitstellen, dan kan dit voor ‘significante schade’ zorgen.

EASAC beveelt aan dat een homeopathisch product, om erkend te worden als “geneesmiddel”, aan dezelfde eisen van werkzaamheid, veiligheid en kwaliteit moet voldoen als een klassiek geneesmiddel. Dit betekent dus ook dat de werkzaamheid moet aangetoond worden op basis van evidentie uit degelijk uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek. Het is immers volgens de EASAC vanuit wetenschappelijk oogpunt niet te verdedigen waarom de eisen inzake werkzaamheid en veiligheid in het kader van de vergunning van een homeopathisch geneesmiddel verschillen van deze voor de klassieke geneesmiddelen, zoals nu het geval is.

EASAC beveelt de Europese beleidsmakers dan ook aan om de eisen inzake onderzoek, de vergunning en de publiciteit van homeopathische producten te herzien. Wie reclame maakt voor deze producten met claims over werkzaamheid, veiligheid en kwaliteit moet dat kunnen onderbouwen met aantoonbare en reproduceerbare wetenschappelijke evidentie. Volgens de EASAC is er ook geen plaats voor de terugbetaling van homeopathische geneesmiddelen. 

EASAC

BCFI