Hoe herken je autisme bij baby’s en kleuters?

dossier

Het is belangrijk om vroegtijdig hulp te zoeken als er sprake is van een vorm van autisme. Hoe eerder een diagnose gesteld kan worden, hoe beter het is voor de ontwikkeling van het kind en de begeleiding van ouders.

Lees ook: Autismespectrumstoornis: wat is autisme?

Wanneer kan je autisme vaststellen?

123_autisme_kind_peuter_beer_2020.jpg
Soms is het zo dat de kenmerken pas op latere leeftijd naar voren komen, wanneer er echt diepgaandere communicatie aangegaan wordt (bijvoorbeeld in de lagere school), maar veel ouders merken al heel vroeg dat de ontwikkeling anders verloopt dan bij leeftijdsgenootjes van hun kind. 
Symptomen van autisme bij baby’s en peuters kunnen zijn:


  • Erg veel of net erg weinig huilen (geen communicatie zoeken).
  • Spelen zonder ‘joint attention’. Joint attention betekent dat de peuter/baby interactie zoekt met anderen tijdens het spelen. In eerste instantie door zijn blik te wisselen tussen het speelgoed en de verzorger. Kinderen met ASS gaan hier vaak enkel focussen op het speelgoed, zonder die uitwisselende blik op te zoeken.
  • Wanneer de ouders opkijken of wijzen, de blik of wijzende vinger niet volgen. Met andere woorden, niet begrijpen dat deze non-verbale taal eigenlijk interactie met hen wil uitlokken.
  • Bij een kind op jonge leeftijd is het normaal dat er opstandig of drukker gedrag is, maar bij kinderen met autisme is het allemaal net dat tikje extremer. Woede-uitbarstingen duren dan veel langer dan enkele minuten en zijn intenser van aard. Er kan ook sprake zijn van hyperactiviteit (soms wordt er dan eerst aan ADHD gedacht) of net extreem teruggetrokken spelen, zonder motivatie om anderen aan te spreken, aan te kijken of te betrekken in hun spel. 
  • Vaak zijn er ook eetproblemen. Kinderen die bijvoorbeeld moeite hebben om van borst of fles over te schakelen op vaste voeding. Het is natuurlijk niet zo dat elk kind met eetproblemen autisme heeft, maar het is wel een belangrijke indicator om te gaan kijken of er zich ook op andere vlakken problemen voordoen. 
  • Ontbreken van een glimlach (geen schaterlach) als reactie op de omgeving.

Lees ook: Hoe herken je het syndroom van Asperger?

Belangrijkste kenmerken van autisme

De verschillende kenmerken van autisme kunnen in twee grote categorieën ondergebracht worden.

1- Sociaal/communicatieve problemen

Onder deze categorie vallen drie subcategorieën die allen aanwezig moeten zijn om een diagnose te kunnen stellen.

  1. Aangaan/onderhouden van vriendschapsrelaties: moeite met het maken van vriendjes of onderhouden van vriendschappen. Dit wordt vaak pas op latere leeftijd duidelijk.
  2. Non-verbaal gedrag: moeilijkheden om zelf non-verbaal gedrag te gaan interpreteren en/of te gaan inzetten, bijvoorbeeld mimiek, intonatie, lichaamstaal.
  3. Problemen met wederkerigheid: het heen-en-weer spel binnen de communicatie met een boodschap die wordt uitgezonden door een zender, opgevangen en geïnterpreteerd wordt door een ontvanger en waar vervolgens weer op gereageerd wordt. 

Lees ook: Kan je autisme verbergen?

In de praktijk kan dit er bijvoorbeeld als volgt uit zien bij jonge kinderen:

  • Een kind gaat uit zichzelf geen communicatie zoeken: gaat geen taal inzetten, weinig betrokkenheid zoeken bij ouders/verzorgers, niet uit zichzelf om hulp vragen en bijv. eerder gaan huilen/zeuren, veel/weinig huilen.
  • Een kind gaat wel zelf op zoek naar interactie, maar reageert amper op vragen of interactie initiatie van de verzorgers (afwijkend oogcontact, niet antwoorden op vraagjes, niet reageren wanneer de naam wordt uitgesproken…)
  • Sommige kinderen zullen alleen gesprekjes aangaan als deze gaan over hun eigen interesses.

2- Stereotiep/routineus gedrag

Hieronder vallen 4 subcategorieën waarvan er minstens 2 aanwezig dienen te zijn om de diagnose te kunnen stellen:

  1. Stereotiep gedrag: bijvoorbeeld fladderen met handjes (bij jonge kindjes zien we dit ook door de handjes repetitief open en toe te knijpen), bepaalde geluidjes/keelklanken herhalen (niet te verwarren met het brabbelen wat heel eigen is aan de ontwikkeling, de klanken zijn toch iets anders van aard en bijvoorbeeld meer zoemender (mmm, mmmm, mmm) of hoger van toon
  2. Beperkte interesses, ook wel preoccupaties genoemd: bijvoorbeeld als kinderen ontzettend gefascineerd zijn door bepaalde voorwerpen en er helemaal lijken in op te gaan zonder oog voor de omgeving te hebben.
  3. Routines: bijvoorbeeld kinderen die sterk reageren op een routinewijziging (iets dat anders loopt in de ochtendroutine, steeds dingen in een bepaalde volgorde willen en er erg van ontzet zijn wanneer dit niet gebeurt).
  4. Sensorische moeilijkheden: bijvoorbeeld erg slecht tegen lawaai/geluid kunnen, moeite met eten/texturen/smaken, kokhalzen bij bepaalde geuren, moeite met tactiele prikkels zoals bij het leren stappen op diverse ondergronden, moeite met verzorgende taken zoals wassen, aankleden, verluieren… 

Deze kenmerken dienen vanaf de kindertijd aanwezig te zijn en voor problemen zorgen in de algemene ontwikkeling/dagelijks functioneren van een kind (en diens gezin). 

3- Andere kenmerken

Naast deze typische kenmerken komen geregeld ook andere problemen voor, zoals:

  • Ongewone reacties op zintuiglijke prikkels: overgevoeligheid voor geluid, geur of licht, maar ook op tactiel vlak, zoals een overgevoeligheid voor bepaalde kledingstoffen. Of net het omgekeerde: ongevoeligheid voor pijn, houden van felle geluiden…
  • Een afwijkende, houterige en onhandige motoriek.
  • Extreme en schijnbaar onlogische angsten.
  • Overactiviteit en/of impulsief gedrag.
  • Niet-specifieke gedragsproblemen zoals eet- en slaapproblemen, driftbuien, agressie, destructief gedrag en zelfverwondend gedrag.
  • Vaak erg aanhankelijk gedrag. In een ‘normale ontwikkeling’ maakt het kind zich stilaan steeds losser van de verzorger, maar dat gebeurt bij kinderen met ASS niet altijd. 
  • Erg jong reageren op sociaal/emotioneel vlak, bijvoorbeeld op kleuterleeftijd nog steeds erg lang blijven huilen zoals een baby.

Lees ook: ASS: epilepsiemedicijn kan belangrijkste symptomen autisme verlichten

Wat doen bij een vermoeden van autisme?

Je hoeft niet per se een diagnose op papier te hebben om geholpen te kunnen worden bij een vermoeden van autisme. Je kan terecht bij (vooral) privépraktijken. Zelfstandig logopediste en auticoach Maïté Van Den Bossche: “Wij werken in de praktijk Atlass met de bekende ImPACT-training. Een training gericht om ouders op te leiden hun kindje zelf wat meer te stimuleren op sociaal/communicatief vlak. ImPACT kan zeker ook gegeven worden aan ouders en kindjes met een vermoeden van ASS Hiervoor hoeft geen diagnose te worden gesteld.”

Lees ook: App spoort autisme op bij jonge kinderen

Testen op autisme

De belangrijkste reden om officieel te testen op autisme is dat na een diagnose (vroegtijdige) behandeling en ondersteuning kan worden gestart. Zo kan je een periode van vermoedens, twijfels en schuldgevoelens afsluiten, en informatie over autisme inwinnen zodat je waar wenselijk de opvoeding van je kind kunt aanpassen. 

Autisme wordt bij voorkeur vastgesteld door een gespecialiseerd multidisciplinair team (MDT). Na een uitgebreid multidisciplinair onderzoek is een diagnose autisme in principe betrouwbaar vanaf de leeftijd van 2 jaar.

In de meeste Referentiecentra Autismespectrumstoornissen (RCA) bestaan echter lange wachttijden (tot één jaar). In principe is het ook mogelijk de testings te laten afnemen bij een psycholoog, maar een officiële diagnose kan enkel gesteld worden door een kinderpsychiater of kinderneuroloog. Om toegang te krijgen tot sommige gesubsidieerde voorzieningen of diensten, zoals thuisbegeleiding, en voor een erkenning van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) heb je sowieso een diagnose nodig die gesteld werd door een erkend multidisciplinair team.  

Lees ook: Autisme: wordt een auticoach terugbetaald?

Het stellen van de diagnose autisme is geen gemakkelijke zaak. Ondanks de verbeterde kennis van autisme bij artsen, psychologen en andere professionelen, is het niet ongewoon dat er een hele tijd verloopt tussen de eerste bezorgdheid van ouders en een duidelijke en correcte diagnose. Er zijn heel wat factoren die de diagnostiek van autisme bemoeilijken. Zo komen niet alle kenmerken voor bij elk kind en kunnen ze variëren met de leeftijd en het ontwikkelingsniveau. Bepaalde kenmerken komen dan ook nog eens voor bij andere ontwikkelings-, gedrags- of leerstoornissen. Er is vandaag geen enkel diagnostisch instrument om uitsluitsel te kunnen geven over het al dan niet aanwezig zijn van autisme. Dé test voor autisme die 100 % zekerheid biedt bij elk kind, bestaat helaas niet.

Bronnen: 
www.autismevlaanderen.be
www.kinderneurologie.eu
www.autisme.nl
www.landelijknetwerkautisme.nl
https://www.cdc.gov


Laatst bijgewerkt: augustus 2024

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram