Gerelateerde artikels
Impetigo of krentenbaard: symptomen en hoe besmettelijk?
In dit artikel
Impetigo of krentenbaard: symptomen en hoe besmettelijk?
dossier
Impetigo of krentenbaard is een zeer besmettelijke bacteriële huidinfectie. Het wordt veroorzaakt door de bacterie stafylokok aureus of streptokok. Impetigowonden kunnen korsten of blaren (bullae) vormen. Hoe ontstaat krentenbaard, en wat kan je doen?
Lees ook: Wat kan je doen tegen impetigo of krentenbaard?
Oorzaken van impetigo
Impetigo wordt veroorzaakt door de woekering van bacteriën in de huid. Boosdoener is doorgaans Staphylococcus aureus en/of groep A streptokokken (die ook keelontsteking veroorzaken), al wordt ook de methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) een belangrijke oorzaak van impetigo.
De infectie kan zich voordoen op gezonde huid of op plaatsen waar de huid al beschadigd is. De bacteriën dringen gemakkelijk de opperhuid binnen via een kleine laesie. Eczeem, psoriasis, schurft, herpes, schrammen, snijwonden, insectenbeten, waterpokken en brandwonden zijn allemaal manieren waarop de bacterie die verantwoordelijk is voor impetigo kan binnendringen.
Risicofactoren voor impetigo
- Leeftijd: de ziekte treft vooral zeer jonge kinderen (jonger dan 4 jaar), al kunnen ook volwassenen besmet raken.
- Een vochtige omgeving: er is een seizoensgebonden opleving in de zomer, waarbij warmte en vochtigheid de proliferatie van bacteriën bevorderen. De ziekte komt ook vaker voor in tropische gebieden.
- De chronische aanwezigheid van stafylokokken of streptokokken in de neus.
- Huidziekten die de opperhuid beschadigen (eczeem, psoriasis, enz.).
- Verminderde afweer: diabetes, kanker, hartaandoeningen, chronisch nierfalen, immunosuppressieve behandelingen, enz.
Lees ook: Hoe vermijd je besmetting bij impetigo of krentenbaard?
Symptomen impetigo of krentenbaard
De infectie veroorzaakt een jeukende huiduitslag, meestal rond neus of mond en kin (vandaar ook de naam ‘krentenbaard’), maar ze kan ook elders in het gezicht of op het lichaam voorkomen. Soms gaat het gepaard met opgezwollen klieren en/of koorts.
De infectie begint vaak op een plaats waar de huid al beschadigd is, bijvoorbeeld geschaafde huid, een muggenbeet, krabletsel of eczeem.
Eerst verschijnen jeukende bultjes, later blaasjes met troebel vocht (etter). Ze barsten open, drogen op en laten geelbruine korstjes achter die uiteindelijk verdwijnen. De infectie laat geen littekens na.
Bij een besmetting kunnen ook vrij grote blaren ontstaan die gemakkelijk stukgaan (impetigo bullosa). Het vocht van de blaar is in eerste instantie helder, later troebel en geel. Later ontstaan er nattende schaafwondjes met restjes van het blaardak.
Besmetting impetigo
Overdracht vindt plaats door direct contact met het vocht dat uit de blaasjes wordt uitgescheiden (vooral via de handen, soms bij hoesten of niezen) of indirect (speelgoed, voorwerpen, linnengoed of kleding die in contact komen met de huid). Door aan huidlaesies te krabben, besmetten kinderen zichzelf opnieuw.
Iemand met impetigo is besmettelijk zolang er pus aanwezig is. In die tijd mag je kind niet naar school of de opvang. Zodra de pus is verdwenen, is er geen risico meer. Zonder behandeling kan dit weken of zelfs maanden duren. Zodra je met een antibioticabehandeling bent begonnen, ben je na 24 tot 48 uur niet meer besmettelijk.
Je kunt drager zijn van de bacterie die impetigo veroorzaakt (bijvoorbeeld in de neus) zonder dat het zich ontwikkelt. Een gezonde drager kan de ziekte echter wel overdragen.
Behandeling van impetigo
Impetigo wordt plaatselijk behandeld door de wonden regelmatig schoon te maken en antibiotische crème of zalf aan te brengen.
In ernstigere gevallen of als de infectie zich uitbreidt, schrijft de arts orale antibiotica voor.
Het is belangrijk om een goede hygiëne te handhaven, vooral door vaak je handen te wassen en te vermijden dat je de wonden aanraakt. Het is ook raadzaam om regelmatig kleding, handdoeken en lakens te wassen die in contact komen met de infectie.
Lees ook: Wat kan je doen tegen impetigo of krentenbaard?
Bronnen:
auteur:
Olivia Regout,
gezondheidsjournalist