Uit onderzoek blijkt dat het thuis meten van de bloeddruk het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten beter voorspelt dan een bloeddrukmeting bij de arts of in de kliniek. Bovendien bevordert het de therapietrouw en vergemakkelijkt het een eventuele aanpassing van de behandeling. Onderzoek laat zien dat behandeling van hoge bloeddruk op basis van zelfmetingen leidde tot een lager medicijngebruik.

Daarom wordt in de de Europese richtlijnen in verband met een verhoogde bloeddruk aangeraden dat mensen met hypertensie zelf geregeld thuis hun bloeddruk meten. Ook diverse Belgische artsenverenigingen raden de zelfmeting van de bloeddruk aan. 

• Als de bloeddruk bij meting door de huisartsen erg wisselend is, kan het zinvol zijn om je bloeddruk thuis te meten. Met thuismetingen kan je soms beter inschatten wat je gemiddelde bloeddruk is. Als de dokter je bloeddruk neemt, is die vaak hoger dan bij je thuis omdat de stress een verhoogde bloeddruk veroorzaakt (witte jas effect). Bij sommige mensen blijkt dat de bloeddruk thuis veel lager is dan bij meting in de huisartsenpraktijk. Witte jas hypertensie komt voor in ongeveer 15 procent van de metingen bij de arts.

• Zelfmeting kan eveneens helpen wanneer het omgekeerde zich voordoet: de bloeddruk lijkt in orde bij meting door de arts, maar is elders wel te hoog. Dit soort bloeddruk, soms masked hypertension of gemaskeerde hypertensie genoemd, komt meer voor bij vrouwen en bij personen die ook nog andere cardiovasculaire risicofactoren hebben, zoals obesitas, een hoog cholesterol of diabetes.

• Het helpt bij de opvolging van de behandeling. De enige manier om te weten te komen of de behandeling werkt is om regelmatig de bloeddruk te controleren. Het opvolgen van veranderingen kan helpen beslissingen te nemen over de lopende behandeling, zoals het aanpassen van de dosages of het veranderen van medicatie. 

• Moedigt een betere controle aan. Het is aangetoond dat het zelf nemen van de eigen bloeddruk resulteerde in betere bloeddrukcontrole en een groter succes in het bereiken van de vooropgestelde bloeddrukdoelen.

Thuisbloeddrukmeting is geschikt voor bijna iedereen met een (vermoeden van) verhoogde bloeddruk. Bespreek dit vooraf met je (huis)arts. 

• Bij een pas vastgestelde hoge bloeddruk of een vermoeden van hoge bloeddruk.

• Als de bloeddruk bij metingen in de huisartsenpraktijk erg wisselend is. Bij sommige mensen blijkt dan dat de bloeddruk thuis veel lager is dan bij meting op de praktijk. Met thuismetingen kan je arts dan beter inschatten wat je gemiddelde bloeddruk is en de behandeling daarop afstemmen.

• Om witte jas hypertensie op te sporen vooraleer een behandeling te starten bij mensen bij wie pas hypertensie is vastgesteld. 

• Als je geneesmiddelen neemt tegen hoge bloeddruk, om de behandeling beter op te volgen en eventueel bij te sturen.

• Voor de diagnose en opvolging van hypertensie bij oudere mensen omdat witte-jashypertensie bij hen vaak voorkomt, en omwille van het verhoogd risico op plotse bloeddrukvermindering wanneer ze rechtstaan uit bed of wanneer ze lang gezeten hebben (orthostatische hypotensie). 

• Diabetici bij wie strikte bloeddrukcontrole nodig is.

• Zwangere vrouwen met verhoogde bloeddruk (of een vermoeden van pre-eclampsie).

• Bij patiënten die antihypertensieve combinatietherapie krijgen, wanneer de bloeddrukwaarden op consultatie bij de arts te hoog blijven. Thuisbloeddrukmeting wordt dan gebruikt om therapie-resistente hypertensie te onderscheiden van een witte-jaseffect. 

Soms wordt thuismeting van de bloeddruk afgeraden: 

• in geval van fysische, visuele of cognitieve stoornissen;

• als je geen verhoogde bloeddruk hebt;

• Bij mensen met een onregelmatige hartslag kunnen thuismonitors onjuiste resultaten geven.