Jojo-gen gevonden
nieuws
Of een vrouw na een dieet in staat is om haar nieuwe gewicht vast te houden (en dus niet te gaan jojoën), is deels genetisch bepaald. Een gen dat betrokken is bij het regelen van de bloeddruk blijkt ook voor een deel van de vrouwen te kunnen voorspellen of ze vatbaar zijn voor het jojo-effect. Mogelijk dat op basis hiervan in de toekomst een test voor het risico op jojoën kan worden ontwikkeld. Dat blijkt uit onderzoek aan de Universiteit Maastricht in het wetenschappelijk online tijdschrift PLoS ONE.
Een van de moeilijkheden bij afvallen is het gewicht stabiel houden nadat het streefgewicht bereikt is. Uit verschillende studies blijkt dat tot wel tachtig procent van de afvallers een jaar later weer terug op zijn of haar oude gewicht is. Uit verschillende studies blijkt dat tot wel tachtig procent van de afvallers een jaar later weer terug op zijn of haar oude gewicht is.
De wetenschappers onderzochten het bloed van een groep vrouwen op eiwitten die kunnen voorspellen of iemand kans maakt op jojoën.
34 Bloedfactoren werden onder de loep genomen. Bij een deel van de vrouwen bleek dat het angiotensine I converting enzyme (ACE), een factor die de bloeddruk regelt, kon voorspellen of ze na afvallen weer in gewicht zouden gaan toenemen.
Op basis van de ACE-concentraties kan dus bepaald worden hoeveel procent risico vrouwen in de onderzoeksgroep hadden om weer in gewicht toe te nemen. Deze voorspelling bleek sterk afhankelijk van de concentratie van een tweede factor in het bloed: fibrinogeen, een eiwit dat in de lever wordt gemaakt en een rol speelt in de bloedstolling.
Een verklaring voor deze uitkomsten hebben de onderzoekers nog niet, maar ze vermoeden dat deze bevinding uitgewerkt zou kunnen worden tot een test voor risico op het jojo-effect. Met een dergelijke test zouden vrouwen met een hoog risico op het jojo-effect een betere begeleiding kunnen krijgen.