Verband tussen hoog vetgehalte spiercellen en lage overleving darmkankerpatiënten

Een hoog vetgehalte in de spiercellen gaat samen met een lagere algehele overlevingskans van mensen bij wie in een vroeg stadium darmkanker is geconstateerd. Een hoog vetgehalte in de spiercellen lijkt niet bevorderlijk voor de overleving van darmkanker. Uit talloze internationale studies blijkt een relatie tussen een hoog vetgehalte van de spiercellen en een hoge sterfte van kankerpatiënten. Meestal gaat het om mensen bij wie de darmkanker al in een verder gevorderd stadium is. Maar nu blijkt deze relatie ook te gelden voor mensen bij wie darmkanker in een vroeg stadium wordt gevonden.

Nederlandse onderzoekers bepaalden  bij deze groep darmkankerpatienten - 1681 in totaal verspreid over zeven ziekenhuizen - de dichtheid van de skeletspieren aan de hand van CT-scans die voor of na de diagnose waren gemaakt. Des te lager de dichtheid, des te hoger het vetgehalte in de spiercellen. Daarna volgden ze deze mensen over gemiddeld vier jaar en keken hoe de ziekte verliep. 

Van de deelnemers met een hoog vetgehalte in de spieren, tweevijfde van het totaal, stierf veertig procent. Als zij ook nog twee of meer andere ziektes hadden, zoals diabetes of hart-en vaatziekten lag dat percentage zeven procent hoger. Van de deelnemers met een normaal vetgehalte stierf slechts vijftien procent.  

De onderzoekers willen de komende jaren uitzoeken welke factoren bepalen of iemand een hoog vetgehalte in de spieren krijgt. Is dat te wijten aan een bepaald voedingspatroon of aan gebrek aan beweging of beide? Ook willen ze kijken of dit vetgehalte na de diagnose nog is te verlagen via een dieet of een sportprogramma.