Reanimatie
dossier
Zuurstof is levensnoodzakelijk. Via het bloed levert het lichaam zuurstof aan alle organen. Als het hart stopt met pompen, valt de bloedcirculatie in de hersenen stil. Hierdoor ontstaat in alle vitale organen een tekort aan zuurstof. Daarom moet men bij een hartstilstand zo snel mogelijk met reanimatie starten.
Reanimatie is de combinatie van hartmassages en beademingen. De hartmassages zorgen voor een kleine, maar erg belangrijke toevoer van bloed naar het hart, de longen en de hersenen. Door de beademingen blijft het circulerende bloed voldoende zuurstof vervoeren. Een belangrijke voorwaarde hierbij is dat de luchtweg niet geblokkeerd wordt.
In de eerstehulpverlening passen we in elke situatie dezelfde vier stappen toe. Zorgen voor veiligheid, de toestand van het slachtoffer beoordelen, de hulpdiensten alarmeren en verdere eerste hulp verlenen.
Als je bij het doorlopen van de stappen merkt dat het slachtoffer bewusteloos is en geen normale ademhaling meer heeft, alarmeer dan de hulpdiensten en start zo snel mogelijk de reanimatie.
Begin met 30 hartmassages gevolgd door 2 beademingen. Blijf dit herhalen tot professionele hulp de reanimatie overneemt, het slachtoffer terug normaal ademt of je zelf te vermoeid bent om verder te gaan.
Hartmassages
Hartmassages geven doe je als volgt.
1. Leg het slachtoffer op zijn rug op een harde ondergrond. Kniel naast het slachtoffer. Neem plaats ter hoogte van de schouders.
2. Plaats de hiel van je ene hand in het midden van de borstkas van het slachtoffer.
3. Plaats de hiel van je andere hand boven op je eerste hand. Haak je vingers in elkaar. Zorg ervoor dat je geen druk zet op de ribben van het slachtoffer. Druk ook niet op de bovenstreek van de buik of op het uiteinde van het borstbeen.
4. Zorg ervoor dat je schouders recht boven de borstkas van het slachtoffer staan. Duw met gestrekte armen het borstbeen 4 à 5 cm loodrecht naar beneden.
5. Laat elke keer de borstkas weer volledig naar boven komen. Zo kan er bloed terugstromen naar het hart. Laat je handen niet van het borstbeen loskomen of verschuiven.
6. Het indrukken en ontspannen van de borstkas moet even lang duren. Geef zo een 30 hartmassages aan een tempo van 100 hartmassages per minuut.
Hartmassage verloopt bij een baby (< 1 jaar) of een kind (> 1 jaar tot puberteit) hetzelfde als bij een volwassene, op enkele uitzonderingen na. Bij een kind gebruik je maar 1 hand voor de hartmassage en druk je het borstbeen in tot ongeveer een derde van de borstdiepte. Bij een baby gebruik je 2 vingers, het borstbeen wordt eveneens tot ongeveer een derde van de borstdiepte ingedrukt. Het aantal hartmassages en het ritme is hetzelfde als bij een volwassene.
Mond-op-mondbeademingen
Zo geef je mond-op-mondbeademingen.
1. Kantel het hoofd van het slachtoffer naar achteren en voer de kinlift uit. Hierdoor open je de luchtweg.
2. Laat je hand op het voorhoofd van het slachtoffer liggen. Knijp met je duim en wijsvinger de neus van het slachtoffer dicht. Blijf met je andere hand de kinlift aanhouden en laat de mond een beetje opengaan.
3. Adem normaal in, buig voorover en sluit je mond goed over de mond van het slachtoffer.
4. Blaas gelijkmatig lucht in de mond en kijk intussen of de borstkas naar boven komt. Neem ongeveer 1 seconde tijd per beademing.
5. Hou het hoofd van het slachtoffer nog steeds gekanteld en blijf de kinlift aanhouden. Richt je hoofd op en kijk of de borstkas terug naar beneden gaat met het uitademen.
6. Adem opnieuw normaal in en geef een tweede beademing.
7. Als de borstkas van het slachtoffer bij de eerste beademing niet naar boven komt, voer dan voor je tweede beademing deze handelingen uit.
a. Controleer of iets in de mond van het slachtoffer zit.
b. Verwijder alles wat de luchtweg blokkeert of kan blokkeren.
c. Controleer of het hoofd goed gekanteld is en de kinlift goed uitgevoerd is.
8. Doe iedere keer maximaal 2 pogingen om lucht in te blazen vooraleer je terug naar hartmassages overgaat.
Als het niet mogelijk is om mond-op-mondbeademing te geven, kan je ook mond-op-neusbeademing geven.
De mond-op-mondbeademing verloopt voor baby’s en kinderen hetzelfde als bij volwassenen.
Veel mensen geven toe dat ze niet graag mond-op-mondbeademing geven. Het is altijd beter om enkel hartmassages uit te voeren dan helemaal niets te doen. Zelfs als je reanimeert zonder te beademen, zullen de overlevingkansen van het slachtoffer stijgen. Als je geen beademingen kan of wil geven, geef dan gewoon de hele tijd hartmassages. De combinatie van hartmassages en beademingen blijft natuurlijk wel de betere methode van reanimatie.
Je kan ook gebruik maken van een zakmasker voor de beademing van een slachtoffer. Het is een hulpmiddel dat het risico op besmetting vermindert.
Reanimatie kan je alleen maar leren door te oefenen ! Dit komt aan bod in een eerste hulp cursus.
Meer weten over eerste hulp? Dit kan! Volg een gratis eerste hulp cursus van Rode Kruis-Vlaanderen bij jou in de buurt. Neem hier eens een kijkje!