Geen cortisone-injecties voor spinale stenose

nieuws Bij een spinaal stenose bestaat er, meestal door artrose, een vernauwing van het ruggenmergkanaal. Deze vernauwing (stenose) geeft een druk op de zenuw(en) die doorheen het ruggenmergkanaal loopt/lopen. Dit kan leiden tot krachtsverlies, pijn en gevoelsstoornissen.

Wanneer rust en medicijnen onvoldoende resultaat geven, worden vaak infiltraties op basis van cortisone ( steroïden) toegediend via een epidurale injectie waarbij de vloeistof rechtstreeks in het ruggenmergkanaal wordt geïnjecteerd. Bedoeling hiervan is om een tijdelijke beterschap te geven door de betrokken zenuw te ontzwellen. Pas als dit niet helpt zal een chirurgische ingreep worden overwogen waarbij de vernauwing wordt opengemaakt en de zenuw(en) opnieuw meer plaats krijgen.

Onderzoekers van de Thomas Jefferson University in Philadelphia stellen in het vakblad Spine dat dergelijke infiltraties echter meer kwaad dan goed doen. De onderzoekers vergeleken de effecten van infiltraties bij 69 patiënten met spinaal stenose met 207 patiënten die geen infiltraties kregen, maar bijvoorbeeld pijnstillers, een aangepast oefenprogramma enz. Na vier jaar bleken de patiënten die infiltraties hadden gekregen op diverse punten (pijn, functioneren) minder goed te scoren dan patiënten die geen infiltraties kregen. Indien ze uiteindelijk toch een operatie dienden te ondergaan, verliep dit ook minder vlot (langere operatieduur, minder snel herstel, minder goed functioneren na de operatie) dan bij patiënten die geen infiltraties hadden gekregen. Er waren ook geen aanwijzingen dat een infiltratie uiteindelijk leidde tot minder chirurgische ingrepen.

De onderzoekers besluiten dat infiltraties waarschijnlijk de uiteindelijke uitkomst van een behandeling van spinaal stenose verslechtert in plaats van verbetert.