Zijn windmolenparken ongezond?
nieuws
Windmolens vormen mogelijk een gevaar voor de gezondheid. Het geluid en de trilling zouden onder meer kunnen leiden tot allerlei klachten, gaande van migraine, oorsuizingen, duizeligheid, zenuwachtigheid, concentratieproblemen, paniekaanvallen, nachtmerries, slapeloosheid enz. tot hartziekten. Dat zegt de Amerikaanse arts Nina Pierpont (www.windturbinesyndrome.com). Haar verhaal is gebaseerd op klachten van 38 mensen uit 10 families die in de buurt (300 m tot 1,5 km) van een windmolen wonen in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Italië, Ierland en Canada. Het lage gebrom van de windmolen is de oorzaak van wat zij het windturbine syndroom (WTS) noemt.
Hoewel ze stelt dat niet iedereen in de buurt van een windmolen gevaar loopt, is er volgens de arts sprake van een nieuw gezondheidsrisico. Ze vindt dat windmolens voortaan op minstens twee kilometer afstand van woonhuizen geplaatst moeten worden.
Alle gegevens over de studie zijn te vinden op de website van Dr. Pierpont.
In een reactie op de website van de Britse National Health Services (www.nhs.uk ) wordt echter gewezen op een aantal zwakke punten in de studie van Dr. Pierpont: het beperkt aantal deelnemers, het feit dat de studie gebaseerd is op interviews, dat een aantal deelnemers reeds allerlei gezondheidsproblemen had voor de plaatsing van de windmolens. Volgens de NHS kan uit deze ene studie dan ook niet besloten worden dat windmolens effectief gezondheidsproblemen veroorzaken of dat er zoiets als een ‘windturbine syndroom’ zou bestaan.
Toch kan volgens de NHS niet uitgesloten worden dat het geluid van windmolens hinderlijk kan zijn en gezondheidsproblemen kan veroorzaken.
In 1993 is er in meerdere Europese landen een uitgebreid dosisrespons onderzoek gedaan. Hieruit bleek dat er slechts een zwak verband was tussen geluidsniveau van windmolens en de ervaren hinder.
Een onderzoek in Zweden gaf aan dat bij geluidsniveaus vanaf 35 dB(A) bij 30 % van de omwonenden ernstige hinder werd ervaren. Een onderzoek in Denemarken gaf aan dat bij geluidsniveaus tussen 37.5 dB(A) en 40 dB(A) 20 % van de omwonenden ernstige hinder ervaart. Boven de 40 dB(A) bedroeg het percentage ernstig gehinderde 36%. In dit laatste onderzoek werd aangegeven dat er nog te weinig gegevens bekend zijn om een dosisrespons relatie te kunnen vaststellen. Mogelijk spelen factoren als zichtbaarheid van de betreffende windmolens en de aard van het geluid (statische geluidsbron, zoevend aspect, mogelijk impulsachtig geluid) hierbij een rol.
Geluidsoverlast zal slechts in bepaalde situaties optreden. Als het niet of nauwelijks waait, staat de turbine stil en produceert geen geluid; als het hard waait, overstemt het ruisen van de wind het geluid van de turbine. Vooral bij niet al te harde wind en weinig omgevingslawaai (zoals ’s nachts) kan de turbine geluidsoverlast veroorzaken.
Een studie van SGS uit 2007 in opdracht van de Vlaamse Overheid onderzocht de veiligheidsrisico's van windturbines.
Voor een windturbine die representatief is voor de meeste grootschalige windturbines die momenteel geplaatst worden (masthoogte 100 m, rotordiameter 90 m, en toerental 18 toeren/min), leveren de berekeningen bv. op dat de risico’s in elk geval aanvaardbaar zijn bij een afstand van 45 m tot externe activiteiten, ongeveer 150 m tot gebieden met woonfunctie en 200 m tot kwetsbare locaties (vb. scholen, ziekenhuizen), 100 m tot ondergrondse Seveso-leidingen en 200 m tot bovengrondse Seveso-leidingen of Seveso-installaties. Bij kleinere afstanden dient een gedetailleerdere berekening te gebeuren die rekening kan houden met bvb. het type windturbine, de exacte ligging, de windrichtingsverdeling, het type Seveso-installatie etc.
www.energiesparen.be/oud/duurzame_energie/wind.php
Begin dit jaar publiceerde de Rijksuniversiteit Groningen gegevens van een onderzoek naar overlast van windmolens. Het onderzoek is uitgevoerd onder mensen die in de buurt van een windmolen wonen. Afhankelijk van de hoeveelheid geluid die de windmolen produceert, hoort 25 tot 80% van de ondervraagden het geluid van de windmolen in hun buurt. Maar het percentage mensen dat last heeft van het geluid ligt lager: 2 tot 25 %. Mensen die de windmolen niet kunnen zien, ondervinden minder snel last van het geluid dan mensen die de windmolen wel kunnen zien. Ook mensen die financieel voordeel hebben van de windmolen hebben minder last van het geluid. Afgezien van verstoring van de slaap vonden de onderzoekers geen effecten op de gezondheid. Wel wordt aanbevolen om bij het bouwen van windmolenparken meer aandacht te besteden aan het beperken van de hoeveelheid geproduceerd geluid.
www.rug.nl/onderzoekwindmolens
Het Nederlandse Landelijk Centrum Medische Milieukunde (LCM) analyseerde in 2006 de mogelijke gezondheidsrisico’s, en kwam tot volgende besluiten.
Veiligheid
Er bestaat steeds de kans dat er iets misgaat tijdens de levensduur van een windmolen (tenminste 20 jaar). Onder de rotor zelf kunnen kleine onderdelen (bouten, moeren) naar beneden vallen. Ook vindt soms ijsafzetting plaats op de rotorbladen; het ijs kan na verloop van tijd naar beneden vallen. Beide gebeurtenissen kunnen voor voetgangers of fietsers gevaarlijk zijn.
Ook buiten de rotordiameter is er een kleine kans op ongelukken: een rotorblad kan breken en weggeslingerd worden. Verder kan er mastbreuk optreden (bijvoorbeeld door blikseminslag) of de rotor kan zelf naar beneden vallen. Om dit risico tot een aanvaardbaar niveau terug te dringen wordt in het algemeen een afstand van de windturbine tot bebouwing aangehouden van vier keer de rotordiameter.
Geluid
Het ronddraaien van de wieken in de lucht veroorzaakt een ruisachtig geluid. Het passeren van de wieken langs de mast veroorzaakt mogelijk een impulsachtig geluid. Dit kan hinder en mogelijk slaapverstoring veroorzaken bij omwonenden. Hinder treedt in het algemeen op bij etmaalwaarden vanaf 40 dB(A) in de woonomgeving. Een dosis-respons onderzoek in meerdere Europese landen vond slechts een zwak verband tussen geluidsniveau van de windturbines en geluidshinder.
Andere, meer directe gezondheidseffecten (verhoogde bloeddruk, ischemische hartziekten en gehoorverlies) zijn als gevolg van de geluidsniveaus bij windturbines voor omwonenden niet te verwachten. Deze treden pas op bij etmaalwaarden boven 65-70 dB(A) op de gevel.
Daarom mag er tot een bepaalde afstand van een windturbine niet gebouwd worden. Bij bestaande woningen moet bij de plaatsing van de windturbines rekening worden gehouden met de afstand tussen turbine en woning.
Voorbeeld: een windturbine met een vermogen van 3 MW heeft een ‘bronsterkte’ tussen 102 en 109 dB(A). De minimale afstand tot bebouwing zou 350 tot 700 meter moeten bedragen om ’s nachts niet boven de toegestane geluidsdruk van 40 dB(A) op de gevel van woonhuizen te komen.
Een extra zorg van omwonenden is dat windturbines een bron van laagfrequent geluid zouden zijn. Bij de Europese windturbines bevinden de rotorbladen zich vóór de mast ten opzichte van de windrichting (‘upwind’ turbines). Dit laatste type veroorzaakt nauwelijks laagfrequent geluid. Uit onderzoek in Nederland is gebleken dat de hoeveelheid laagfrequent geluid, afkomstig van windturbines, niet zo hoog is dat hier problemen van te verwachten zijn.
Als er binnenshuis al overlast is door laagfrequent geluid dat door windturbines wordt veroorzaakt, zal de overlast zich ’s nachts voordoen. De omgeving is dan stiller en maskerende geluiden vallen weg. Als voorzien wordt dat er meer dan incidenteel overlast kan optreden door (laagfrequent) geluid, kan in de vergunning worden opgenomen dat de windturbines worden stilgezet.
Slagschaduw
Slagschaduw treedt op als de zon op de ronddraaiende wieken schijnt. Gelet op de baan van de zon rond de aarde kan de slagschaduw vrijwel nooit optreden ten zuidoosten, zuiden of zuidwesten van een windturbine. De schaduw kan als een hinderlijke flikkering worden ervaren door iemand die bijvoorbeeld zit te lezen achter een raam waar de schaduw op valt.
Er zijn twee componenten van belang: de wisselfrequentie (ook wel flikkerfrequentie genoemd) en de duur. Uit onderzoek is gebleken dat de hinder het grootst is bij flikkeringen met een frequentie van 2,5 tot 14 keer per seconde. Er kunnen verschijnselen als zeeziekte optreden en bij mensen die hiervoor gevoelig zijn, kan een epileptische aanval optreden. Deze frequentie wordt bij moderne windturbines niet gehaald, waardoor deze gezondheidseffecten niet worden verwacht. Het volle vermogen van een windturbine wordt gehaald bij een snelheid van 22 omwentelingen per minuut. Dit betekent voor een turbine met drie bladen een flikkerfrequentie van 66 per minuut of 1,1 per seconde.
Met behulp van een computer kan gemeten worden of de schaduw over een woonhuis valt. In de vergunning kan opgenomen worden dat de turbine stilgezet moet worden als de schaduw langer dan een bepaalde tijd aanhoudt. Het is op dit moment nog niet mogelijk om een algemene norm te stellen voor slagschaduwduureffecten. Een stilstandvoorziening is in elk geval nodig als:
• de afstand tussen de windturbine en de woningen of andere ‘slagschaduwgevoelige’ bestemmingen minder dan 12 x de rotordiameter bedraagt;
• de slagschaduweffecten gemiddeld meer dan 17 dagen per jaar gedurende meer dan 20 minuten per dag kunnen optreden.
Lichtschittering
Een verstoringseffect door lichtschittering kan optreden als gevolg van reflectie van zonnestralen op de rotorbladen. Dit zou als hinderlijk kunnen worden ervaren en indirect kunnen leiden tot een negatieve invloed op het algemeen welbevinden. Bij moderne windturbines komt dit verschijnsel echter niet tot nauwelijks meer voor, aangezien standaard een anti-reflectielaag wordt aangebracht op de rotorbladen.