Teelbalkanker: symptomen herkennen via zelfonderzoek
dossier
Hoewel teelbalkanker in België eerder zeldzaam is, is de ziekte wel in opmars, vooral bij mannen tussen 24 en 35 jaar. Een vroege diagnose zorgt voor meer levenskwaliteit en minder agressieve behandelingen. Hoe doe je een zelfonderzoek en wat zijn de symptomen van teelbalkanker?
Lees ook: 11 oorzaken voor klachten aan de teelballen en hoe behandelen
Teelbalkanker
Er bestaan verschillende vormen van teelbalkankers, die uit verschillende types van teelbalcellen groeien. De meest voorkomende vormen van teelbalkanker (95 procent van de gevallen) komen voort uit cellen die een rol spelen in de aanmaak van zaadcellen, de 'kiemcellen'. Omdat de zwelling van de teelbal wel voelbaar, maar meestal niet pijnlijk is, wordt teelbalkanker vaak pas laat ontdekt.
Indien vroeg ontdekt, kan de ziekte nochtans door operatief ingrijpen en chemo- of radiotherapie bij vrijwel 100% van de patiënten worden genezen. Ook als er al uitzaaiingen zijn, is genezing nog mogelijk.
Risicofactoren
Het is niet geheel duidelijk waardoor zaadbalkanker wordt veroorzaakt. Mannen bij wie de zaadballen niet of te laat zijn ingedaald - dus niet vóór de geboorte - lopen een verhoogd risico. Mannen die al eens eerder teelbalkanker hebben gehad, hebben een wat grotere kans om opnieuw teelbalkanker te krijgen. Soms komt teelbalkanker bij meerdere mannen in één familie voor.
Teelbalkanker wordt absoluut niet veroorzaakt door zelfbevrediging (masturbatie). Ook is teelbalkanker geen geslachtsziekte. Evenals alle andere soorten kanker is teelbalkanker niet besmettelijk. Daarover hoeft men zich dus geen zorgen te maken. Ook niet als er bij het vrijen sperma in het lichaam van de partner komt.
Lees ook: Niet ingedaalde teelbal (cryptorchidie)
Zelfonderzoek
Symptomen teelbalkanker
Veranderingen aan de teelbal
- een toename in grootte van de zaadbal
- soms een of meerdere harde knobbel(s) in de zaadbal
- soms een scherpe pijn in de aangetaste bal
Andere mogelijke symptomen
- een dof, zwaar gevoel in de onderbuik, achter de balzak of in de balzak zelf
- vermoeidheid zonder aanwijsbare reden
- afnemend libido
Bij uitzaaiingen
- buik- of rugpijn
- een zwelling van de borstklier of van het gebied rond de tepel, met of zonder pijn
Bij uitzaaiingen in de longen
- kortademigheid
- borstpijn
- hoesten en bloed opspugen
Diagnose
Vroege ontdekking en tijdige behandeling van zaadbalkanker is erg belangrijk. In principe geldt dat hoe kleiner de tumor is bij ontdekking, des te gunstiger de vooruitzichten zijn. Als je met één of meerdere klachten naar je huisarts gaat, zal hij een algemeen lichamelijk onderzoek doen.
Als de huisarts de klachten en lichamelijke veranderingen verdacht vindt, zal hij je doorverwijzen naar een uroloog. De uroloog zal het lichamelijk onderzoek herhalen en bij verdenking van zaadbalkanker vermoedelijk als eerste overgaan tot een echografie van de balzak en de buik en een bloedonderzoek op tumormerkstoffen. Bij zaadbalkanker kunnen bepaalde stoffen in verhoogde mate in het bloed aanwezig zijn. Deze stoffen worden tumormerkstoffen (tumormarkers) genoemd. HCG of bèta-HCG ((bèta-)humaan choriongonadotrofine) en alfa-FP (alfa-foetoproteïne) zijn zulke merkstoffen. Een verhoogde hoeveelheid van deze stoffen is meestal een aanwijzing voor zaadbalkanker. Ook wordt altijd de hoeveelheid LDH (lactaatdehydrogenase) in het bloed gemeten. LDH is geen specifieke tumormerkstof, maar de hoeveelheid LDH is wel bij bijna alle mannen met zaadbalkanker hoger dan normaal.
Verder onderzoek
Als de uitkomsten van het lichamelijk onderzoek, de echografie en het bloedonderzoek op zaadbalkanker wijzen, is weefselonderzoek nodig om de diagnose definitief te kunnen stellen. Dit gebeurt zo spoedig mogelijk na het bloedonderzoek. Voor het weefselonderzoek moeten de zaadbal, de bijbal en de zaadstreng worden weggenomen. De operatie gebeurt onder narcose, en vindt bijna altijd plaats via de lies. Je wordt hiervoor een of twee dagen in het ziekenhuis opgenomen. Het wegnemen van de zaadbal (orchidectomie), de bijbal en de zaadstreng is tevens het begin van de behandeling. Het verlies van één zaadbal leidt zelden tot vermindering van het libido en ook niet tot impotentie. Ook is er meestal geen blijvende invloed op de vruchtbaarheid.
Als uit het weefselonderzoek is gebleken dat er inderdaad sprake is van zaadbalkanker, is verder onderzoek nodig om na te gaan of er elders in het lichaam uitzaaiingen zijn. Op grond van dit onderzoek wordt het stadium van de kanker bepaald. Bij iemand met zaadbalkanker wordt altijd een CT-scan gemaakt van de buik en van de longen. Soms wordt ook een CT-scan gemaakt van de hersenen, als de arts vermoedt dat daar uitzaaiingen zitten.
Een skeletscintigrafie (ofwel een botscan) is een onderzoek dat (eventuele) uitzaaiingen in de botten zichtbaar kan maken. Dit onderzoek wordt alleen gedaan als de specialist vermoedt dat je uitzaaiingen hebt in de botten. Dit komt bij zaadbalkanker weinig voor.
Ook door middel van een MRI-scan zijn afwijkingen in de testes en uitzaaiingen op te sporen.
Behandeling
Bij patiënten met een sterk vermoeden van teelbalkanker wordt de aangetaste teelbal verwijderd voor weefselonderzoek, zoals hierboven aangegeven. Afhankelijk van het type kanker en het stadium is een aanvullende behandeling van radiotherapie of chemotherapie gewoonlijk noodzakelijk.
Bronnen:
https://www.kanker.be
https://www.uzleuven.be