11.760 minder jonge rokers door algemeen rookverbod in horeca
nieuws
Een volledig rookvrije horeca kan ervoor zorgen dat veel minder jongeren die experimenteren met sigaretten verslaafde rokers worden. De Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK) berekende dat een volledig rookverbod, in combinatie met een krachtig en beter gefinancierd preventiebeleid, in principe jaarlijks 11.760 Belgische jongeren van de tabaksverslaving kan redden.
Jongeren experimenteren graag, ook met sigaretten. Maar of ze ook blijven roken, hangt van een aantal factoren af. Uit recent onderzoek, uitgevoerd in de Amerikaanse staat Massachusetts blijkt dat een rookvrije horeca een belangrijke factor is. De onderzoekers volgden vier jaar lang meer dan 2.000 jongeren uit meer dan 300 steden. Hoe strenger de regelgeving, hoe minder vlug ze de stap naar blijvend roken zetten, zo bleek. Jongeren uit steden waar een absoluut rookverbod gold in de lokale eetgelegenheden, hadden minder de neiging om de stap van experimenteren naar geregeld roken te zetten. In de VS speelt het uitgangsleven zich veel meer dan bij ons af in deze eetgelegenheden. In vergelijking met steden waar het er minder streng aan toe ging (roken was er nog toegelaten in aparte rookkamers of in een gedeelte van de zaak), zetten maar liefst 40% minder jongeren de stap naar blijvend roken. Het grootste effect van het rookverbod werd gemeten bij jongeren tussen 12 en 17 jaar.
De VLK was benieuwd wat dit voor Vlaanderen en België zou kunnen betekenen. Ze berekende hoeveel jongeren kunnen worden gered van tabaksverslaving als de horeca volledig rookvrij zou worden. De VLK hield hierbij rekening met de uitgangscultuur van de Belgische jongeren, die in tegenstelling tot de Amerikaanse jongeren, veel meer op café zitten. De berekening baseert zich op cijfers van de Universiteit Gent en de huidige Vlaamse en Belgische bevolkingscijfers. Uit een onderzoek van de Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidskunde van de Universiteit Gent bleek dat in 2006 23% van de Vlaamse schoolgaande jongens en meisjes van 17 en 18 jaar rookte. De meerderheid van hen begon te roken tussen 13 en 16.
Trekken we de cijfers van het Amerikaanse onderzoek door, dan zou een volledig rookvrije horeca op termijn het aantal rokende 17- en 18-jarigen met 40% kunnen verminderen. Dat betekent dat jaarlijks 6.550 minder Vlaamse jongeren op die leeftijd zouden roken. Voor België komt dat neer op 11.760 jongeren. Op vijf jaar tijd zijn dat evenveel Vlaamse jongeren als er mensen in een stad als Oostende wonen.
Een volledig rookvrije horeca zou dus niet alleen een einde maken aan het gedwongen meeroken en aan de discriminatie van horecapersoneel, dat momenteel als enige geen recht heeft op een rookvrije werkplek. Het kan er bovendien voor zorgen dat cafés en discotheken niet langer kweekscholen zijn voor rokers. Doordat er op dit ogenblik nog volop gerookt wordt op café en in de discotheek, beschouwen jongeren dit gedrag als de norm. Groeien ze echter op in een omgeving waar er niet wordt gerookt, dan verandert die perceptie.
Uiteraard moet een volledig rookverbod ondersteund worden door een doordacht én voldoende gefinancierd tabakspreventiebeleid. Niet toevallig investeert de staat Massachusetts, waar het Amerikaanse onderzoek werd verricht, al jaren in een doorgedreven tabakspreventiebeleid. In ons land ontbreekt voor zo’n beleid vooralsnog het geld. Daarom vraagt de VLK dat de federale overheid eindelijk de nodige financiële middelen vrijmaakt voor een tabaksfonds, dat tot nog toe enkel op papier bestaat. Dit geld is nodig om de gemeenschappen in ons land eindelijk in de mogelijkheid te stellen een efficiënt en doortastend tabakspreventiebeleid te kunnen realiseren.