Pilootproject vroegtijdige opsporing van darmkanker
nieuws
Darmkanker is de tweede meest voorkomende kanker bij vrouwen en de derde bij mannen. In Vlaanderen sterven dagelijks 5 mensen aan de ziekte. Nochtans raamt men de kans op genezing 90% als de kanker in een vroegtijdig stadium wordt opgespoord. Het percentage personen dat aan darmkanker overlijdt (thans ongeveer 45%) kan dus gevoelig lager worden. Momenteel is er in Vlaanderen nog geen systematische screening naar dikkedarmkanker. Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Steven Vanackere wil daar verandering in brengen. Daarom is een proefproject gelanceerd in Antwerpen om te onderzoeken welke omstandigheden de meeste geschikte zijn om in heel Vlaanderen een bevolkingsonderzoek naar darmkanker op te zetten. Het is de bedoeling om met dit pilootproject alle actoren (huisartsen, gastro-entrologen, regionaal gezondheidsoverleg, gemeentebesturen) goed op elkaar te laten inspelen en hen te laten leren uit probleemsituaties die zich kunnen voordoen, vooraleer in gans Vlaanderen een screeningsprogramma wordt opgezet.
De studiepopulatie van het eerste luik van het project bestaat uit 15.000 personen tussen de 50 en de 74 jaar die uit het Antwerpse district Borgerhout en de gemeenten Vosselaar en Schilde worden geselecteerd. De helft van de doelgroep krijgt een uitnodiging tot stoelgangonderzoek in de bus. Wordt daar niet op gereageerd, dan zal de huisarts contact opnemen met de aangeschreven persoon. De andere helft van de doelgroep wordt in eerste instantie door de huisarts aangespoord om zich te laten screenen. Indien de persoon hier niet op in gaat, wordt hem met de post een schriftelijke uitnodiging toegestuurd. Zo kunnen de onderzoekers nagaan hoe ze de mensen het best kunnen bereiken in het bevolkingsonderzoek naar darmkanker dat vanaf 2011 gepland is.
Het tweede luik richt zich op de familiale screening van patiënten met dikkedarmkanker. In het tweede jaar van de proefperiode zullen de gastro-entrologen van zeven geselecteerde Antwerpse ziekenhuizen met elke patiënt met dikkedarmkanker het belang bespreken van het onderzoeken van zijn/haar eerstegraadsverwanten. Indien de patiënt akkoord gaat, zal de arts hem een brief met uitnodiging voor een onderzoek meegeven.
Het pilootproject naar dikkedarmkanker zal op twee manieren gebeuren.
Personen tussen 50 en 74 jaar die geen symptomen en geen eerstegraadsverwanten met dikkedarmkanker of een erfelijke vorm van dikkedarmkanker hebben, zullen gescreend worden op basis van een test die niet zichtbaar bloed in de stoelgang opspoort.
Bij een afwijkend screeningsresultaat, wordt een coloscopie uitgevoerd. Bij een coloscopie onderzoekt de arts de binnenzijde en het slijmvlies van de dikke darm. Met een zeer flexibele minicamera wordt in de darm gekeken. De arts kan hiermee eventuele afwijkingen opsporen of uitsluiten.
Bij personen tussen 40 en 74 jaar met eerstegraadsverwanten met dikkedarmkanker, zal de screening meteen gebeuren op basis van coloscopie.
Het eindrapport met de evaluatie over het bevolkingsonderzoek en de haalbaarheid ervan wordt verwacht tegen 31 januari 2011.