Slaapwandelen: wat kan je eraan doen?

Slaapwandelen op zich is meestal niet erg en kinderen hebben er weinig of geen hinder van. Normaal gesproken verdwijnt het vanzelf vanaf de puberteit. Meestal is een behandeling dus niet nodig. Wanneer ze er veel last van hebben en op latere leeftijd kan een behandeling soms wel nodig zijn.

• Regelmatig slapen

Slaapwandelen neemt vaak toe in periodes waarin kinderen meer spanning hebben en daardoor onrustiger en anders slapen. Een vast slaapritueel om te ontspannen en een vaste slaaptijd kan helpen om er voor te zorgen dat kinderen minder last hebben van slaapwandelen.

• Ontspanningsoefeningen

Oudere kinderen en volwassenen vinden het vaak vervelend dat ze last hebben van slaapwandelen. Hierdoor kunnen ze extra gespannen raken en slechter slapen, waardoor het slaapwandelen juist toeneemt. Dan kunnen ontspanningsoefeningen helpen. Ook kortdurende begeleiding door een psycholoog kan maken dat de slaapwandelaar minder last heeft van slaapwandelen.

Welke behandelingen zijn mogelijk? 

Wanneer de slaapwandelaar er veel last van ondervindt - bijvoorbeeld een slaaptekort oploopt of zich herhaaldelijk kwetst - kan een behandeling aangewezen zijn. 

• Wanneer er aanwijzingen zijn dat een angst- of persoonlijkheidsstoornis aan de basis ligt van het slaapwandelen, kan een psychiatrisch onderzoek gebeuren.

• Wanneer er aanwijzingen zijn van een epileptische aandoening of van een slaapstoornis, kan een neurologisch onderzoek aangewezen zijn.  

Wanneer het slaapwandelen blijft aanhouden ondanks een regelmatig slaapritme en ontspanningsoefeningen, kan een behandeling met geneesmiddelen worden overwogen, al bestaat er weinig overtuigend bewijs voor hun werking. Omdat deze geneesmiddelen ernstige bijwerkingen kunnen hebben, worden ze alleen voorgeschreven wanneer het slaapwandelen veel problemen geeft, en zo kort mogelijk.

• Bij sommige mensen hebben kalmeermiddelen (benzodiazepines zoals clonazepam, nitrazepam...) een gunstig effect omdat ze de diepe slaapstadia onderdrukken.

• Ook antidepressiva worden soms voorgeschreven. Ze maken de slaap minder diep waardoor het slaapwandelen soms vermindert. 

Ontspanningtherapie, stressreductietechieken en/of gedragstherapie helpt bij sommige mensen

Enkele onderzoeken tonen een positief effect van hypnose bij sommige slaapwandelaars.