nieuws
Laagintensief, alledaags bewegen, zoals staan, slenteren, wandelen en fietsen, heeft een veel positiever effect op risicofactoren voor suikerziekte en hart- en vaatziekten dan één uur per dag intensief sporten. Voorwaarde is wel dat het calorieverbruik bij beide vormen van bewegen ongeveer aan elkaar gelijk is. Dat blijkt uit onderzoek aan de universiteit van Maastricht gepubliceerd in PLoS ONE.
Voor het onderzoek werden achttien gezonde studenten tussen 19 en 24 jaar geslecteerd. De studenten volgden drie regimes vier dagen achtereen. Het eerste regime hield in dat ze veertien uur per dag zaten en twee uur per dag wandelden. In het tweede regime maakte één uur zittijd plaats voor intensieve beweging. In het derde regime ruilden de proefpersonen zes uur zittijd in voor vier uur wandelen en twee uur staan.
De resultaten lieten zien dat in het eerste regime minder calorieën gedurende de dag verbruikt werden dan in de andere twee regimes, waar het calorieverbruik nagenoeg gelijk was. Cholesterol- en vetwaarden in het bloed waren iets verbeterd na het tweede regime (met een uur intensief sporten) ten opzichte van het eerste regime (alleen zitten). Verrassend genoeg trad na het ‘slenterregime’ een aanzienlijke verbetering op in de bloedwaarden ten opzichte van zowel het eerste als het tweede beweegregime.
Besluit: wanneer het energieverbruik gelijk is, leidt een langere duur van lage-intensiteit-beweging tot grotere gezondheidsvoordelen dan kortere perioden van intense activiteit.
Volgens de onderzoekers is de aanbeveling om dagelijks minimaal een half uur te sporten, dan ook onjuist. Niet iedereen kan of wil sporten, waardoor veel mensen het advies ook niet opvolgen. Wie dat wel doet, heeft er niet altijd baat bij, want wie dagelijks een half uur sport, houdt nog 23,5 uur over om te zitten.
 |
 |
