Halen studenten die meer slapen betere resultaten?
nieuws
Zeven uur slapen in plaats van zes in een examenperiode levert gemiddeld 1,7 meer punten op 20 op bij een examen. Dat zeggen onderzoekers aan de UGent en KULeuven.
Daartoe koppelden ze een enquête omtrent slaapkwaliteit onder eerstejaarsstudenten aan de universiteit aan hun examenresultaten. In totaal namen 621 studenten in het eerste jaar Bachelor in de handelswetenschappen, economische wetenschappen, toegepaste wetenschappen en handelsingenieur aan de Universiteit Gent deel aan het onderzoek.
• Veel slechte slapers onder eerstejaarsstudenten
In totaal kunnen ongeveer 30% van de bevraagde studenten bestempeld worden als slechte slapers. Dit percentage is met 35% hoger onder vrouwelijke studenten dan onder mannelijke studenten, waarvan er slechts 26% slecht slapen.
Wie slecht slapende ouders heeft, heeft ook een grote kans om een slechte slaper te zijn. Studenten die rapporteerden dat minstens één van hun ouders ‘slecht’ of ‘zeer slecht’ sliepen waren in 38% van de gevallen zelf slechte slapers. Wie geen gewag maakte van een slecht slapende ouder, had met 25% een beduidend lagere kans om een slechte slaper te zijn.
• Slecht slapen kan punten kosten
Studenten die over het algemeen een goede nachtrust kennen behalen, alle andere kenmerken gelijkhoudend, gemiddeld genomen betere examenresultaten. Wie beduidend boven de gemiddelde slaapkwaliteitsindex-score zit, haalt bijna een vol punt minder op 20 voor elk afgelegd examen.
Verder blijkt dat eerder het aantal uren dat men effectief slaapt dan de algemene slaapkwaliteit die men ervaart een rol speelt. Wie een gemiddelde nachtrust van 6 uren kan optrekken naar een gemiddelde van 7 uren, wordt daarvoor beloond met gemiddeld 1,7 punten meer voor elk examen.
Het spreekt echter voor zich dat het optimale aantal uren slaap verschilt van individu tot individu.
Verklaring
Slaap is essentieel voor de algemene gemoedstoestand en motivatie. Bovendien optimaliseert een goede nachtrust de cognitieve prestaties op een directe manier: nieuwe kennis wordt tijdens de slaap geïntegreerd en verenigd met bestaande kennis.
De bevinding dat vooral de slaapduur van belang lijkt, kan verklaard worden door het feit dat, bij een normale slaapperiode van 7 tot 9 uur, de tweede helft van de slaapperiode wordt gekenmerkt door langere perioden van zogenaamde REM-slaap. Personen die qua slaapduur laag scoren, zullen minder REM-slaap doorgemaakt hebben. Het is echter net deze slaap die zorgt voor geheugenconsolidatie, voor het associëren van nieuwe informatie met reeds verworven kennis.
Meer dan slaap alleen
Om het effect van slaapkwaliteit op studieresultaten uit te zuiveren voor de effecten van sociaal-economische achtergrond en algemene gezondheid, werden een aantal individuele kenmerken bekeken. Drie zaken vallen op. Vooreerst scoren studenten van vreemde origine gemiddeld per examen ongeveer 1,5 punten lager (op 20) dan hun tegenhangers van autochtone origine. Verder blijkt dat wie het goed deed in het middelbaar onderwijs, het typisch ook goed doet in het hoger onderwijs. Wie meer dan 80% haalde op het einde van het middelbaar onderwijs, scoort gemiddeld per examen ongeveer 3,4 punten meer dan wie minder dan 70% haalde. Ten slotte is ook de gevolgde studierichting in het secundair onderwijs bepalend. Studenten die met Wetenschappen-Wiskunde een sterk kwantitatieve richting achter de rug hebben, halen goede examenscores in de universiteitsopleidingen handelswetenschappen, economische wetenschappen, toegepaste wetenschappen en handelsingenieur.