Een veilige fiets voor uw kind

nieuws Kies een fiets die reglementair volledig in orde is en die bij de lengte van uw kind past. Laat uw kind de fiets eerst uitproberen. Laat u niet verleiden door gadgets waar uw kind nog te jong voor is.
Koop de fiets bij voorkeur in een speciaalzaak. Studies hebben aangetoond dat fietsen in supermarkten vaak van mindere kwaliteit zijn en meer gebreken vertonen.

Belangrijke aandachtspunten:
• De grootte van het fietsframe: het kind moet beide voeten plat op de grond kunnen zetten als het met gespreide benen over de buis staat. Als het kind op de buis 'zit', is de fiets te groot. Bij de kleinste modellen is de buis meestal lichtjes gebogen, zodat de fietsjes zowel geschikt zijn voor jongens als voor meisjes.
• De hoogte van het zadel: het kind moet met beide voeten aan de grond kunnen als het op het zadel zit.
• De lengte van het fietsframe: het kind moet het stuur kunnen vasthouden zonder zich al te veel te moeten rekken.
• Aanpasbaar: een kinderfiets gaat meestal een aantal jaar mee. Naarmate het kind groeit, zal u de hoogte van het zadel en het stuur moeten aanpassen.
• De bel moet hoorbaar zijn op 20m afstand (dat is niet altijd het geval, zelfs bij nieuwe fietsen). Andere toestellen dan een bel zijn niet toegelaten.
• De remmen : Een voorrem en een achterrem. Kleine fietsjes hebben soms maar 1 rem, maar 2 is zeker beter. Voor kinderfietsen is één handrem en één terugtraprem een mogelijke oplossing. De grepen moeten aangepast zijn aan de handen van het kind, zodat het de remmen gemakkelijke en goed kan bedienen. Controleer regelmatig of de moeren van de remschroeven goed aangespannen zijn. De remschijven zouden de velgen enkel mogen raken tijdens het remmen. Controleer ook of de remhendels los zijn. Wanneer ze volledig ingedrukt zijn, zouden de hendels op minstens 2,5 cm van het stuur moeten komen.
• Reflectoren (niet verplicht voor kinderfietsjes met wielen van minder dan 50cm diameter, maar wel sterk aanbevolen). Alle reflectoren moeten voorzien zijn van een goedkeuringsmerk.
- Een witte reflector ( lichtgevend materiaal) vooraan
- Een rode reflector achteraan
- Minstens twee gele of oranje reflectoren langs weerszijden van beide wielen, of witte reflecterende cirkelvormige stroken op voor- en achterwiel, of een combinatie van beide wielreflectoren.
- Een gele of oranje reflector langs weerszijden van beide pedalen

• Lichten: Fietsers moeten voortaan vooraan en achteraan gebruik maken van een vast of knipperlicht. Dit betekent dat deze lichten niet langer noodzakelijk op de fiets geïnstalleerd moeten zijn maar door de fietser zelf mogen worden gedragen, op zijn lichaam, zijn kledij of rugzak, op voorwaarde dat ze zichtbaar zijn.
Tussen zonsondergang en zonsopgang alsook in elke toestand waarbij het onmogelijk is duidelijk te zien tot op een afstand van ongeveer 200 meter, moeten fietsers gebruik maken van hun niet-verblindend vast of knipperlicht vooraan en achteraan. Vooraan moet het licht wit of geel zijn, achteraan rood.
• Banden: zonder scheuren, uitstulpingen of afgesleten loopvlak, goed opgepompt.
• Ketting: goed gesmeerd met ong. 1 cm speling.
• Pedalen: Kinderfietsen met vaste pedalen (doortraprem) zijn af te raden omdat het voor een kind moeilijk is om de voeten op draaiende pedalen te houden en de voorwaartse beweging af te remmen.
• Kinderfietsen zouden uitgerust moeten zijn met een kettingbeschermer zodat bepaalde lichaamsdelen of de kleding van kinderen er niet tussen geklemd kunnen geraken. Opgelet voor lange sjaals, lange jassen, losse veters, boekentassen… die tussen de spaken kunnen geraken en zo een val kunnen veroorzaken.