Hoe bevestigt u het kinderzitje in de wagen correct?
nieuws
80% van de ouders denkt dat hun kind in een babyzitje perfect vast zit in de auto, maar niets is minder waar. Uit onderzoek van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) blijkt dat 1 op 2 kinderen fout vastzit in de wagen.
Op de website www.kinderenindeauto.be/ staan een aantal filmpjes over de meest voorkomende fouten en het correct gebruik van een kinderzitje.
De meest gemaakte fouten bij gebruik van een babyzitje
Babyzitje tegen de rijrichting
• Het babyzitje is slecht vastgemaakt aan het voertuig
• Het babyzitje is in de verkeerde richting geïnstalleerd
• De riempjes van het babyzitje zelf zijn onvoldoende aangespannen
• De frontale airbag is niet uitgeschakeld, bij gebruik van het babyzitje op de passagierszetel vooraan
• Het anti-kantelsysteem van het Isofixbevestigingssysteem wordt niet gebruikt.
Kinderzitje in de rijrichting
• De riempjes van het kinderzitje zelf zijn onvoldoende aangespannen
• Het kinderzitje is slecht vastgemaakt aan het voertuig
• De armen van het kindje bevinden zich buiten de riemen
Verhogingskussen
• De gordel bevindt zich boven de armsteunen
• De rugsteun is niet perfect aan het kindje aangepast
• De gordel bevindt zich onder de armen
• De gordel bevindt zich achter de rug van het kind
Verhogingskussen zonder rugsteun
• De gordel bevindt zich boven de armsteunen
• De gordel bevindt zich onder de armen
• De gordel bevindt zich achter de rug van het kind.
Tips voor correct gebruik van kinderzitjes
Bevestiging van het zitje in de auto
• Volg nauwgezet de gebruiksaanwijzing om zeker te zijn dat het zitje een optimale bescherming biedt. Het zitje heeft geen enkel nut als het niet bevestigd is zoals aangegeven in de gebruiksaanwijzing.
• Het babyzitje om te gebruiken in de rijrichting, mag nooit in de andere richting worden geïnstalleerd
• Het babyzitje wordt vastgemaakt met een driepuntsgordel of vastgeklikt op een Isofix-basis.
De meeste zitjes kunnen niet worden vastgemaakt met een heupgordel, maar enkel met een driepuntsgordel. Dit kunt u nakijken in de handleiding van het zitje.
Indien uw wagen enkel een gewone heupgordel in het midden van de achterbank heeft, kies dan een zitje dat geschikt is om vast te maken met een heupgordel. Als de auto uitgerust is met een derde verankeringpunt, dan kan een erkende dealer de heupgordel achterin vervangen door een driepuntsgordel.
• Plaats het zitje in uw wagen om te kijken of de veiligheidsgordel lang genoeg is om het zitje te bevestigen zoals aangegeven in de gebruiksaanwijzing.
• De veiligheidsgordel die het zitje op zijn plaats houdt, moet zo strak mogelijk zitten. Als u het naar voren of opzij trekt, mag het zitje maar heel weinig bewegen. Sommige recente autozitjes hebben een speciaal systeem om de gordel nog sterker aan te spannen.
• De gordel mag niet gedraaid zitten.
• Kijk na of de sluiting van de veiligheidsgordel de harde delen van het zitje niet raakt. Anders zou deze bij een botsing kunnen openspringen.
• Wilt u het zitje bevestigen op een plaats zonder veiligheidsgordel? Koop dan een zitje dat kan worden bevestigd met bijgeleverde speciale riemen. Opgelet, dit is enkel mogelijk als de wagen is uitgerust met verankeringspunten (plaatsen die in het koetswerk voorzien zijn om gordels aan te brengen).
• Het zitje moet steeds bevestigd zijn, zelfs als er niemand inzit. Bij een aanrijding kan een niet-bevestigd zitje een projectiel worden en de inzittenden verwonden.
Hoe uw kind vastklikken
• Klik uw kind steeds vast, ook voor korte ritten in de buurt en zelfs als u niet snel rijdt.
Kinderzitjes tegen de rijrichting
• De riempjes van het zitje sluiten goed aan rond de baby. Er mag ten hoogste 1 cm speling zijn, anders neemt het gevaar voor verwondingen toe. Controleer dit voor elke rit en pas de riempjes aan volgens de dikte van de kleding.
• De riempjes van het zitje mogen niet gedraaid zijn.
• Bij het vastmaken van de sluiting moet u een ‘klik’ horen.
Kinderzitjes in de rijrichting
• Goede kinderzitjes in de rijrichting hebben 5 riempjes.
• De riempjes van het zitje moeten goed aansluiten rond het kind. Er mag ten hoogste 1 cm speling zijn. Controleer dit voor elke rit en pas de riempjes aan volgens de dikte van de kleding. De riempjes van het zitje mogen niet gedraaid zijn.
• De schouderriempjes kunnen op verschillende hoogten ingesteld worden. Om doeltreffend te zijn, moeten ze vertrekken op schouderhoogte of iets lager.
• Bij het vastmaken van de sluiting moet men een ‘klik’ horen.
• Oefen in het bijstellen van de lengte van de riempjes en het bevestigen van het zitje in uw wagen zonder uw baby erin.
Verhogingskussen
• Plaats uw kind niet te vroeg op een verhogingskussen. Om goed beschermd te zijn met een verhogingskussen, moet een kind minimum 1,10 m groot zijn en liefst meer dan 15 kg wegen.
• Een verhogingskussen kan enkel correct gebruikt worden in combinatie met een driepuntsgordel. Het mag niet gebruikt worden in combinatie met een heupgordel (2puntsgordel). Als uw wagen enkel over een heupgordel achteraan beschikt, mag u het verhogingskussen niet gebruiken. Het kind moet dan gewoon op de zetel plaatsnemen en de heupgordel dragen.
• Voor een doeltreffende bescherming moet de heupriem plat over de heupen liggen. De riem mag niet naar boven schuiven op de buik van het kind. Een goed verhogingskussen met armsteunen houdt de heupriem van de gordel laag over de heupen.
• In tegenstelling tot wat vele ouders denken, is het diagonale gedeelte van de gordel langs de hals van het kind niet zo gevaarlijk, maar wel hinderlijk. Met een verhogingskussen valt ook dit ongemak weg.
• Een verhogingskussen met rugsteun en zijdelingse bescherming is comfortabeler en veiliger wanneer het kind in slaap valt. De rugsteun is dubbel aan te raden als de zetel van de wagen geen hoofdsteun heeft.
• Indien de rugsteun van het verhogingskussen door de hoofdsteun in de auto niet recht kan staan, kunt u het best de hoofdsteun omkeren of weghalen. Denk eraan de hoofdsteun terug te zetten wanneer u het verhogingskussen met rugsteun niet meer gebruikt.
• Schakel achterin het kinderslot in en blokkeer de elektrische ruiten.
Autogordel
• Niet de leeftijd, maar de gestalte en het gewicht van het kind bepalen wanneer het enkel met de veiligheidsgordel kan worden beveiligd. De Belgische wetgeving laat toe dat kinderen van 1,35 m en groter met de gewone veiligheidsgordel worden vastgemaakt. Voor hun veiligheid is het echter aangeraden om kinderen tot 1,50 meter op een verhogingskussen te vervoeren. Kinderen die nog geen 36 kg wegen en nog comfortabel op het verhogingskussen zitten, kunnen er best nog zo lang mogelijk gebruik van maken.
• Vermijd indien mogelijk een heupgordel te gebruiken. Als er geen andere oplossing is (centraal op de achterbank, ouder voertuig…), is het nog altijd beter je kind
vast te maken met de heupgordel dan helemaal niet vast te maken.
• De driepuntsgordel moet rusten op de stevige delen van het
lichaam. De diagonale riem moet van de schouder over de borst lopen, tot aan het bekken. De heupriem moet rusten op het bekken. De diagonale riem mag in geen geval achter de rug of onder de arm worden geschoven.
• Als de hoogte van de gordel kan worden ingesteld, moet de diagonale riem zich zo laag mogelijk bevinden.
• Gebruik geen gordelaanpasser in plaats van een verhogingskussen. Een gordelaanpasser kan enkel gebruikt worden in combinatie met een verhogingskussen.