Kinderen in de auto: liefst altijd in kinderzitje

nieuws 1. Bij voorkeur achterin. De zitplaatsen achterin zijn veiliger. Maar als het onmogelijk is om uw kind achterin correct vast te maken, dan zet u het beter vooraan, correct vastgeklikt in een aangepast autozitje.
Eén beperking: het is verboden om een kind in een beveiligingssysteem tegen de rijrichting in te plaatsen, op een plaats die uitgerust is met een frontale airbag, tenzij deze ontkoppeld is. Bij een voorin geïnstalleerd zitje tegen de rijrichting in, bevinden het hoofdje en het lichaam van het kind zich te dicht bij de airbag. Als deze opgeblazen wordt, belandt de airbag met een enorme kracht tegen de achterkant van het zitje. Het zitje omdraaien is geen oplossing, want babyzitjes moeten altijd tegen de rijrichting in.

2. Elk kind moet over een volwaardige plaats beschikken in de wagen. U mag dus maar evenveel kinderen vervoeren als er zitplaatsen zijn in de auto.

3. Kinderzitje is verplicht
• Kinderen (jonger dan 18 jaar) die kleiner dan 1,35 m zijn, moeten altijd vervoerd worden in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem. In een correct gebruikt autozitje loopt een kind driemaal minder gevaar om gedood of zwaargewond te worden.
• Kinderen vanaf 1,35 m moeten meereizen in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem, of moeten de veiligheidsgordel dragen. Als het kinder minder weegt dan 36 kg en het verhogingskussen nog voldoende comfort biedt, is het beter om er zo lang mogelijk gebruik van te blijven maken.
• Wanneer het niet mogelijk is om op de achterbank een 3de beveiligingssyteem voor kinderen aan te brengen omdat de 2 andere reeds in gebruik zijn, mag een 3de kind van 3 jaar of meer en kleiner dan 1,35 m toch achterin meerijden. Het moet dan de veiligheidsgordel dragen. Voorin mag het alleen in een autozitje meereizen.
• In geval van incidenteel vervoer over een korte afstand, voor kinderen die niet door de ouders worden vervoerd en wanneer er geen of te weinig kinderbeveiligingssystemen in de wagen zijn voor het aantal vervoerde kinderen, mogen kinderen van 3 jaar en ouder die kleiner zijn dan 1,35m toch achterin meereizen. Ze moeten dan de veiligheidsgordel dragen. Opgepast, deze uitzondering geldt niet voor de eigen kinderen van de bestuurder Voor de kinderen van de bestuurder is de algemene regel van toepassing: aangepast kinderbeveiligingssysteem verplicht als ze kleiner zijn dan 1,35 m.
• In taxi’s, autobussen, voertuigen voor meer dan 8 passagiers enz. moeten de passagiers de veiligheidsgordel dragen op plaatsen die ermee zijn uitgerust. In taxi’s zonder kinderbeveiligingssysteem, moeten kinderen die kleiner zijn dan 1,35 m verplicht achterin zitten.
• In auto’s zonder veiligheidsgordels mogen kinderen van 3 jaar en ouder die kleiner zijn dan 1,35 m achterin meereizen. Kinderen jonger dan 3 jaar mogen niet meerijden.

4. Kinderen (en volwassenen) mogen niet in de bagage- of laadruimte van de auto, caravan of aanhangwagen worden vervoerd. In een camper mag dat wel, mits er sprake is van gewone zitplaatsen met een gordel.

5. Denkt u dat uw baby in uw armen veiliger is dan in een autozitje? Dat is fout. Bij een botsing kan u uw kind onmogelijk in de armen vasthouden. Het kan met een enorme kracht tegen het dashboard belanden of door de voorruit heen uit de wagen geslingerd worden.
De gordel vastklikken rond jullie beiden is ook geen veilige oplossing. Dan kan uw kind tussen uw lichaam en de gordel geplet worden.

6. Opgelet met de airbag
Frontale airbag
• Met een babyzitje tegen de rijrichting in: laat de airbag ontkoppelen of plaats het zitje op een andere zitplaats, uiteraard tegen de rijrichting in.
• Ook met een zitje in de rijrichting of een verhogingskussen wordt de airbag het best ontkoppeld. Als het niet anders kan, schuif dan de passagierszetel voorin zoveel mogelijk naar achter, om het kind zo ver mogelijk van de airbag te laten zitten.
Zorg ervoor dat het zitje rechtop staat (niet in ligstand). De airbag kan gevaarlijk zijn als het kind niet goed rechtop zit.

Zijdelingse airbag
Een zijdelingse airbag moet niet uitgeschakeld worden, op voorwaarde dat het kind goed rechtop zit. Geen probleem dus voor kinderen die meereizen in kinderzitjes of op verhogingskussens met rugsteun en zijdelingse bescherming.
Maar opgelet voor verhogingskussens zonder rugsteun: controleer of het kind goed rechtop zit. Het hoofd mag niet in de buurt komen van de zone waarin de airbag uitklapt.