Polio (kinderverlamming): gevaren en preventie
dossier
Polio of kinderverlamming is een ontsteking van het ruggenmerg veroorzaakt door het poliovirus. Het virus wordt overgedragen van mens op mens, vooral door het eten van voedsel of drinken van water dat besmet is door stoelgang, en iets minder vaak door speekseldruppels bij het hoesten of niezen. De infectie kan verlammingen geven, kan leiden tot blijvende restverschijnselen en soms tot overlijden. Vaccinatie tegen polio is de enige wettelijk verplichte vaccinatie in België.
Er bestaan verschillende types van het poliovirus: de wilde poliovirussen (type 1, 2 en 3) en de poliovirussen die van een vaccinstam zijn afgeleid. Deze laatste zijn poliovirussen afgeleid van stammen in orale vaccins (druppeltjes) tegen polio. Die vaccinstammen zijn levend afgezwakte poliovirussen die genetische veranderingen ondergaan. Daardoor kunnen ze opnieuw polio veroorzaken.
Lees ook: Wereld poliodag: voor wie is vaccinatie tegen polio (kinderverlamming) verplicht?
Symptomen
In 90-95 procent van de gevallen verloopt een infectie met het poliovirus zonder symptomen. In de andere gevallen begint het vaak met
griepachtige verschijnselen die meestal spontaan verdwijnen. Soms kunnen de klachten erger worden, met
hoofdpijn, spierpijn en
braken. Het virus verspreidt zich dan via de bloedbaan en dringt het ruggenmerg binnen.
Bij 1 op de 100-200 personen met een polio-infectie treedt een verlamming op, meestal aan de benen of armen, omdat er beschadiging is van de zenuwen die de bewegingen van deze lichaamsdelen aansturen. Ongeveer 2-10 procent van de patiënten met verlammingen overlijdt, omdat de zenuwen van slik- of ademhalingsspieren worden aangetast. De overige patiënten houden blijvende verlammingen en herstellen vaak maar gedeeltelijk door intensieve fysiotherapie.
Bij ongeveer 60 procent van de mensen met een verlamming kunnen jaren na de infectie opnieuw klachten ontstaan: spierzwakte, spierpijn, vermindering van spierweefsel en
moeheid. Dit wordt ook wel het ‘postpoliosyndroom’ genoemd. Aangezien er nog geen medicijn voor dit syndroom bestaat, is de behandeling vooral gericht op het verlichten van de symptomen.
Lees ook: Post polio werelddag: Wat is het postpoliosyndroom en wat kunt u eraan doen?
Risico’s en vaccinatie
In België is polio uitgeroeid, maar in andere delen van de wereld komt de ziekte nog steeds voor. Zolang het poliovirus circuleert, lopen niet-gevaccineerde kinderen, ongeacht hun land van herkomst, het risico om polio te krijgen. Er bestaat geen behandeling tegen de aandoening, het enige preventieve middel is
vaccinatie.
Inenting tegen polio is verplicht in België. Hoe meer mensen het vaccin krijgen, hoe minder kans het virus namelijk heeft om zich te verspreiden. Als je op reis gaat naar een regio waar polio nog voorkomt, dan ga je voor je vertrek het best langs bij je arts voor een herhalingsinenting.
Er zijn twee soorten poliovaccins. Beide vaccins zijn werkzaam tegen zowel de wilde poliovirussen als de poliovirussen die van de vaccinstam zijn afgeleid.
• Het geïnactiveerd poliovaccin (IPV) wordt toegediend via inspuiting. Sinds 2001 wordt enkel dit vaccin in België gebruikt.
• Het levend oraal poliovaccin (OPV). Dit vaccin wordt toegediend via de mond (druppeltjes).
Bronnen:
Lees ook: Poliovaccinatie: Extra maatregelen voor zeven landen
Laatst bijgewerkt: augustus 2021
Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.