Wandelen tegen etalagebenen
nieuws
Etalagebenen of claudicatio intermittens is een aandoening waarbij de bloedvaten van het been vernauwd zijn. Daardoor stroomt er minder bloed door de benen en krijgen de spieren tijdens het wandelen te weinig zuurstof. U krijgt dan kramp of een doof of moe gevoel in uw been. De klachten kunnen in de voet, de kuit, het dijbeen of de bil optreden. Als u stilstaat verdwijnen de klachten. Loopt u weer verder, dan beginnen de klachten na eenzelfde loopafstand opnieuw. Als u sneller loopt of een helling oploopt, kost dat meer inspanning. U krijgt dan sneller klachten. Ook als het koud is, trekken de bloedvaten door de kou samen en krijgt u eerder klachten.
De doorstroming van het been is te verbeteren door te stoppen met roken, het cholesterol te verlagen en regelmatig te wandelen.
Door regelmatig te wandelen neemt de bloedstroom door de kleinere vaten toe. Geleidelijk ontstaan er 'sluiproutes' die het bloed om de vernauwde vaten heen leiden. Op deze manier worden uw benen weer beter van bloed voorzien. De spieren krijgen meer zuurstof en u heeft minder gauw klachten. Na verloop van tijd kunt u een grotere afstand afleggen voordat de klachten optreden.
• Wandel net zo lang totdat de klachten optreden, en loop dan nog tien stappen door (wees niet bang, het kan geen kwaad).
• Rust uit tot dat de klachten verdwenen zijn.
• Herhaal deze oefening nog enkele malen gedurende vijftien tot dertig minuten.
• Het is belangrijk dat u deze wandeloefeningen drie keer per dag doet, liefst iedere dag, en dat u dit minstens zes maanden volhoudt.
Na enige weken tot maanden merkt u dat de loopafstand geleidelijk toeneemt. Als na verloop van tijd geen verdere verbetering meer optreedt, betekent dat niet dat uw wandeloefeningen overbodig zijn geworden. Om te voorkomen dat de klachten weer sneller gaan optreden, moet u dagelijks blijven wandelen.
Lees ook: Perifeer arterieel vaatlijden (PAV) of 'etalagebenen'