Veilig schaatsen op natuurijs 1
nieuws
Hou de plaatselijke (weer)berichten in de krant of de lokale tv in de gaten. Ga nooit schaatsen op plaatsen waar dit uitdrukkelijk verboden is.
Onbetrouwbaar ijs herken je aan:
• ijs aan de walkant (neem een grote stap als je het ijs op gaat).
• ijs bij bruggen, vogels, riet, waterplanten, overhangende takken.
• een verandering van kleur van het ijs.
• windwakken, sneeuw op het ijs en bij mist.
• afvoerplaatsen bij industrie, plaatsen waar waterwegen bij elkaar komen en vaargeulen.
IJs is pas betrouwbaar als:
• het een aantal dagen hard heeft gevroren.
• het ijs een egale ‘grijze’ kleur heeft.
• het ijs een vlakke en droge ijsvloer heeft.
• het ijs voldoende dik is (8-10 cm).
Gevaarlijke plekken:
- IJs aan de walkant waar de zon op staat is altijd zwakker.
- Let extra op bij bruggen en plaatsen waar veel watervogels zitten.
- Wees extra alert op plekken waar waterwegen samenkomen, waterinlaatplaatsen van gemalen en platsen waar fabrieken of boerderijen lozen.
- Pas op voor windwakken. Windwakken zijn plaatsen die door de wind langer zijn opengehouden. Het binnenste deel met vaak mooi glad en zwart ijs is (veel) dunner dan de kant waar de wind de ijskristallen naartoe heeft geblazen. Omdat het meestal vriest bij noord/oosten wind is dus de zuidwest kant meestal het sterkst. Daar zie je vaak een grote, brede rommelige rand van geel/wit ijs.
- Let op kleurverandering van het ijs. Dooiend ijs wordt dof en kan minder gewicht dragen dan vriezend ijs, dat glanst. Zie je de kleur in de loop van dag veranderen, dan kan het gevaarlijk worden.
- Wees bij een laag sneeuw extra voorzichtig: de onderlaag is volkomen onzichtbaar. Ga bij twijfel altijd terug.
- Bij rietkragen zal er veel zonne-instraling opgenomen worden en zal het ijs daarnaast dunner zijn.
De veiligste plekken zijn in het algemeen ondergelopen stukken land, ondiepe bosvennen, landijsbanen en smalle boerensloten.
De gevaarlijkste plekken zijn brede vaarten, die onregelmatig en later dichtvriezen, grote meren, plekken met veel watervogels, windwakken en water dat diep is of waar stroming is.
Veiligheidsregels
• Let op de waarschuwingstekens en borden en volg deze op.
• Volg de aangegeven schaatsrichting.
• Pas je snelheid aan de omstandigheden aan. Schaats niet te snel op stukken die je niet kent.
• Ga niet met te veel schaatsers bij elkaar staan.
• Neem voldoende afstand van elkaar.
• Houd altijd rechts, zodat snellere schaatsers links kunnen passeren.
• Geef een waarschuwingsteken of signaal als iemand valt.
• Ga niet alleen op pad en schaats niet in het donker.
• Neem altijd een veiligheidsset mee (priem, werpkoord) voor het geval je door het ijs zakt.
Meer info:
www.voorkomblessures.nl