Tips om sneeuwblindheid te vermijden

dossier Ogen zijn erg gevoelig voor de ultraviolette straling van de zon. In de bergen reflecteert de sneeuw het licht en door de hoogte is de UV-straling van het zonlicht heel sterk. Wanneer het hoornvlies te langdurig en te intens aan de UV-straling wordt blootgesteld, kan sneeuwblindheid ontstaan. Sneeuwblindheid is een fotochemische ontstekingsreactie van het hoornvlies van de ogen (keratitis photo-electrica) op het felle licht.

Klachten van sneeuwblindheid

Typische klachten van sneeuwblindheid zijn:
• hevige, stekende pijn in oog of ogen;
• rode, tranende ogen;
• een gevoel alsof er een zandkorreltje in het oog zit;
• overgevoeligheid voor licht.

De klachten ontstaan meestal pas zes tot twaalf uur na het felle licht. Bij een extreme blootstelling is het mogelijk dat er enkele weken klachten blijven van hoofdpijn. Zelden is er blijvende schade.

Wat kan je doen tegen sneeuwblindheid?
Meestal verdwijnen de klachten spontaan na één tot enkele dagen.
• Probeer niet in je ogen te wrijven. Eventueel kan je het oog afdekken met een vochtig kompres, maar zonder het oog zelf aan te raken.
• Draag een zonnebril. Dat voorkomt extra irritatie van de ogen.
• Het oog dat het meeste pijn doet, kan je afdekken. Dat geeft je oog wat rust en helpt wrijven te voorkomen.
• Draag geen contactlenzen zolang je nog last hebt van je ogen of als je oogdruppels of oogzalf gebruikt.
• Als je veel pijn hebt, kan de huisarts eventueel pijnstillende oogdruppels toedienen. Die vertragen evenwel de genezing. Als pijnstiller kan je ook paracetamol gebruiken.

Hoe kan je je ogen beschermen tegen sneeuwblindheid?
Draag bij skiën en snowborden altijd een goed passende skizonnebril, die de UV-stralen maximaal tegenhoudt, ook aan de zijkant. Draag de bril altijd, zelfs als het bewolkt is. Deze bril dient ook de ogen tegen de koude lucht te beschermen, zodat irritatie door uitdroging wordt voorkomen.
Het is belangrijk ook kinderen een goede zonnebril dragen tijdens de wintersport. Een speelgoed-brilletje of een simpel skibrilletje zijn niet voorzien van een goed UV-filter.

• De glazen moeten meer dan 90 procent van de uv-straling kunnen wegfilteren (CE-norm 3 of 4).
• Skimaskers of goggles zijn beter dan een gewone zonnebril, omdat ze overal goed aansluiten.
• De meeste brillen hebben glazen met een licht bollende vorm, zodat het licht niet via kiertjes langs de randen van de bril kan binnenschijnen.
• Goede pasvorm, zodat hij niet bij de eerste de beste buiteling van het hoofd vliegt. Het is prettig als een bril flexibel is, bijvoorbeeld door een verstelbare elastische band.
• Goed ‘ventilatiesysteem’ of met een anticondensbehandeling, zodat het niet beslaat. De meeste skibrillen hebben dubbele of zelfs driedubbele lenzen en ventilatieroostertjes om ervoor te zorgen dat er geen condens op de glazen verschijnt.
• Kies een montuur van kunststof met onbreekbare glazen van bv. polycarbonaat en een breed gezichtsveld.
• Brildragers kunnen een skibril op sterkte laten maken, maar dat is vrij duur. Er is ook een mogelijkheid om een lens op sterkte aan de binnenkant van de bril te klikken en er zijn skibrillen op de markt die je over je eigen bril kunt plaatsen.
• Kies bij voorkeur voor donkere glazen. Die filteren beter uv-licht weg. Er zijn tegenwoordige skibrillen die kunnen wisselen van lenzen: donker indien veel zon / oranje of geel bij mist.
- Gele lenzen nemen bijna geen zonlicht op en zijn alleen geschikt voor zeer zwak licht.
- Oranje/rode lezen. Deze lenzen nemen 20 tot 56 procent van het zonlicht op en zijn geschikt voor zwak licht.
- Roze/amberkleurige lenzen. Deze lenzen nemen 57 tot 81 procent van het zonlicht op en zijn geschikt voor gemiddeld zonlicht.
- Bruine/zeer donkere lenzen en lenzen met spiegeleffect. Deze lenzen nemen 92 tot 97 procent van het zonlicht op en zijn geschikt voor fel tot extreem licht.