APS-therapie: nieuw wondermiddel tegen pijn?
dossier In Nederland wordt sinds kort op grote schaal reclame gemaakt voor een nieuwe vorm van pijnbestrijding, de zg. APS-therapie. APS staat voor Actie Potentiaal Simulatie. Actie Potentiaal Simulatie therapie is een bijzondere vorm van Microcurrent electrical therapy (MET). Het onderscheidt zich van andere vormen van elektrotherapie (zoals bv. TENS) o.m. doordat het gebruik maakt van gelijkstroom en door de zeer lage stroomsterkte. Het is een behandeling die een 10-tal jaar geleden werd uitgevonden door de Zuid-Afrikaanse uitvinder Geert Van Lubbe.
Hoe werkt het?
De theorie achter APS is dat er een elektrisch spanningsverschil bestaat tussen de binnen- en buitenzijde van de lichaamscellen. Binnen in de cel bevinden zich minder positief geladen deeltjes (ionen) dan buiten de cel. Daardoor bestaat er een spanningsverschil over de celmembraan. De belangrijkste stoffen die dit potentiaalverschil mogelijk maken zijn Natrium (Na+), Kalium (K+) en Calcium (Ca2+). Door extracellulaire prikkels ontstaan zg. actiepotentialen, zeer kortdurende veranderingen in het spanningsverschil waardoor de isolerende celwand wordt doorbroken.
Een zelfde signaal als de natuurlijke actiepotentiaal, maar dan van buiten af toegediend, zal de actiepotentiaal van de cel doen ontstaan. Als gevolg daarvan neemt de intracellulaire activiteit toe, en de communicatie tussen cellen , waardoor de stoffen noodzakelijk voor herstel processen en pijnremming worden aangemaakt.
APS-therapie zou dus de natuurlijke processen in het lichaam stimuleren. Als reactie daarop worden bepaalde stoffen aangemaakt en andere stoffen verwijderd. Stoffen die een positieve bijdrage leveren aan pijnbestrijding, wondgenezing, botgroei, ontstekingsremming en doorbloeding worden in grotere aantallen aangemaakt dan normaal. Stoffen die dit tegenwerken worden versneld afgevoerd. Onderzoek, o.m. van Prof. D.H. van Papendorp (Universiteit van Pretoria) toonde een effect aan van APS therapie op endogene opioïden en op extracellulair ATP
ATP wordt omgezet in adenosine, een natuurlijke pijnstillende stof.
Waarvoor gebruiken?
APS-therapie wordt o.m. aanbevolen voor de behandeling van acute en chronische pijn (reumatische artritis, posttraumatische dystrofie, neuralgieën, migraine, fybromyalgie, chronisch vermoeidheidssyndroom...), maar ook voor ontstekingen, versnelde wondgenezing, versneld herstel van botbreuken, en herstel van peesbeschadigingen. Als men de reclame APS-therapeuten mag geloven, dan zou het ook een waardevolle behandeling zijn voor o.m. multiple sclerose, carpale tunnel syndroom, whiplash, menstruatieklachten, maag- en darmklachten, jicht, gordelroos, tennisarm en huidaandoeningen zoals eczeem en psoriasis.
Hoe toepassen?
APS is een apparaat dat ongeveer 3 kilo weegt en zo groot is dat het in een plastic koffertje (zo groot als een boormachine) past. APS werkt op batterijen (zwakstroom). De elektroden moeten zo dicht mogelijk bij de te behandelen plekken worden aangebracht, of zodanig dat er een lijn getrokken kan worden tussen de elektrodes die dwars door het te behandelen gebied loopt.
De behandeling kan door de patiënt zelf toegepast worden. Aangeraden wordt dat dit wel gebeurt onder toezicht van een arts of ervaren therapeut.
Voor wie is APS (voorlopig) niet geschikt Omdat er nog geen wetenschappelijke gegevens beschikbaar zijn over de effecten van APS-therapie op personen met deze klachten:
• Epilepsiepatiënten.
• Vrouwen die (mogelijk) zwanger zijn.
• Kinderen jonger dan 12 jaar
• Mensen met een sterk ondergewicht.
• Personen met een pacemaker of ander elektronisch implantaat.
• Mensen die cumarine derivaten gebruiken (bloedstollingremmers)
• Recentelijk hersen- of hartinfarct of acute trombose (minder dan 3 maanden)
• Kanker
Belangrijke aspecten voor/na of tijdens de behandeling
Drink tijdens de dag voldoende water (ongeveer 1 liter per 30 kg. lichaamsgewicht)
Wees matig met het gebruik van alcohol.
Werkt het of werkt het niet?
In de geneeskunde is de toepassing van elektrische stimulatie al lang bekend. Het bekendst is de Transcutane Elektrische Neurostimulatie (TENS). Behandeling met TENS is vandaag een vrij algemeen aanvaarde vorm van pijnbestrijding. Onder invloed van TENS zouden minder pijnprikkels doorgegeven worden naar de hersenen, waardoor de pijndrempel verhoogt. Bovendien zou het ook de aanmaak van lichaamseigen endorfines stimuleren, wat een extra pijndempend effect zou geven. Tenslotte zou het tintelend gevoel een rustgevend effect uitoefenen en onrechtstreeks kunnen bijdragen tot pijnstilling.
TENS wordt toegepast in verschillende vormen, afhankelijk van de stroomsterkte de duur en vorm van de impuls, en de variabiliteit van de gegeven impulsen in de tijd. De elektroden kunnen geplaatst worden op:
- Het pijnpunt.
- Punten aan het begin van de betrokken zenuw.
- Punten die overeenkomen met het beloop van zenuwen naar de betrokken huidgebieden of spieren.
- Triggerpoints, punten die extreem drukgevoelig zijn.
- Acupunctuurpunten.
TENS is geschikt voor de behandeling van pijn van spieren en zenuwen, zoals bij chronische lage-rugpijn. Speciaal bij neuropathische pijn moet men aan TENS-therapie denken.
Lees ook: Neuropathische pijn of zenuwpijn
In de mate dat APS-therapie (en MET-therapie in het algemeen) vergelijkbaar is met TENS, mogen misschien gelijkaardige effecten worden verwacht. Er bestaat evenwel nauwelijks of geen wetenschappelijke literatuur die de werking ervan kan bevestigen. Een analyse van de medische literatuur op het Amerikaanse PubMed leverde geen enkel onderzoek op met APS-therapie, en slechts een zestal pilootstudies met MET-therapie. Het is dan ook onmogelijk om vandaag enige wetenschappelijk onderbouwde uitspraak te kunnen doen over deze behandelingsvormen.
Ook volgens het Nederlandse Reumafonds bestaan er geen bewijzen voor de werking van APS therapie (tegen fibromyalgie). Sommige mensen vertellen dat ze er baat bij hebben, anderen merken geen effect. Het blijkt dat het effect heel individueel afhankelijk is. Iemand die vertrouwen heeft in de behandeling en / of de behandelaar zal meer effect hebben bij de behandeling dan iemand die er niet in gelooft, aldus het Reumafonds.