Pil of geen pil? Voor- en nadelen van hormonale anticonceptie
dossier De pil is het bekendste en populairste voorbehoedsmiddel. De pil en andere vormen van hormonale anticonceptie hebben naast het voorkomen van zwangerschap nog een aantal bijkomende gezondheidsvoordelen, maar ook enkele nadelen, al wegen die nadelen meestal niet op tegen de voordelen. Hormonale anticonceptie kan dan ook door de meeste vrouwen zonder problemen gebruikt worden.
Lees ook: Hormonale anticonceptie: verschillende middelen en methoden
Voordelen van hormonale anticonceptie
1. Bescherming tegen zwangerschap
Alle vormen van hormonale anticonceptie zijn zeer efficiënt om een zwangerschap te voorkomen.
Veel hangt echter af van een correct gebruik. Je kan bijvoorbeeld vergeten om de pil in te nemen of een hormonale pleister aan te brengen. Dat verklaart waarom orale middelen (combinatiepil en minipil), de pleister en de vaginale ring, in de praktijk iets minder veilig zijn dan de langer werkende niet-orale middelen zoals de prikpil, het implantatiestaafje en het hormoonspiraaltje.
Methode |
aantal ongewenste zwangerschappen in eerste jaar bij perfect gebruik (%) |
aantal ongewenste zwangerschappen in de praktijk (%) |
Pil (combinatiepil en minipil) |
0,3 |
9 |
Pleister |
0,3 |
9 |
Vaginale ring |
0,3 |
9 |
Implantatiestaafje |
0,05 |
0,05 |
Prikpil |
0,2 |
6 |
Hormoonspiraal |
0,2 |
0,2 |
Bron: NHG Standaard anticonceptie
Lees ook: Anticonceptie: welke methode past het beste bij jou?
2. Bescherming tegen kanker
Hormonale anticonceptie vermindert globaal genomen het risico op kanker.
Eierstokkanker en baarmoederkanker
De combinatiepil vermindert de kans op eierstokkanker (ovariumkanker) en baarmoederkanker (endometriumkanker). Hoe langer vrouwen de pil gebruikten, des te lager werd het risico. Na vijf jaar pilgebruik zou de kans op baarmoederkanker met een kwart dalen, na tien jaar zelfs met de helft. Na stoppen van de pil neemt het effect heel langzaam af, maar dertig jaar na stoppen is het risico nog verlaagd.
Ook het hormoonspiraaltje zou een gunstig effect hebben.
Of ook de minipil een gunstig effect heeft, is niet aangetoond.
Darmkanker
Mogelijk heeft hormonale anticonceptie (combinatiepreparaten met progestagenen en oestrogenen) ook een gunstig effect op
darmkanker.
Lees ook: Baarmoederhalskanker voorkomen: HPV-vaccinatie
Overmatig bloedverlies (menorragie)
Alle hormonale anticonceptiva verminderen de hoeveelheid menstrueel bloedverlies. Dit geldt vooral voor de hormonale anticonceptiva die continu worden gebruikt (de 'traditionele' minipil, prikpil, het implantaat), alsook voor de nieuwe pil met enkel progestageen die ook een pilvrije maandelijkse periode heeft.
Onregelmatige maandstonden
Combinatiemiddelen (combinatiepil, pleister, ring) zorgen voor een regularisatie van de menstruaties: die treden alleen op in de pilvrije week. Je kan met deze middelen ook je maandstonden regelen (bijvoorbeeld uitstellen of vervroegen) door geen stopweek in te lassen. Bij de oudere progestageen-alleen middelen (minipil, prikpil, implantaat) kan dat niet. Echter, de nieuwe pil met enkel een progestageen heeft een pilvrije maandelijkse periode (zoals bij de combinatiemiddelen) net om de onregelmatige bloedingen en spotting (gekend bij de traditionele minipil) te verminderen.
Deze middelen kunnen gebruikt worden vanaf de eerste maandstonden.
Pijnlijke maandstonden (dysmenorroe)
Alle vormen van hormonale anticonceptiva kunnen helpen tegen menstruatiepijn.
• Bij combinatiemiddelen heb je alleen in de stopweek maandstonden. Deze zijn meestal minder pijnlijk dan de gewone menstruaties.
• Indien je toch nog pijn hebt, kan je de pil (pleister, ring) ononderbroken gebruiken, dus zonder stopweek. Dat kan u enkele maanden toepassen. Indien na verloop van tijd toch een bloeding optreedt, moet je een dag of vijf stoppen en dan kan je weer met een nieuwe strip beginnen.
• Je kunt ook, zonder enig probleem, minder dan 7 dagen stoppen met de pil. Dan stop je bijvoorbeeld 4 dagen en begin je daarna weer met de pil.
• Middelen die continu worden genomen (minipil, prikpil, implantaat, hormonaal spiraal alsook de nieuwe pil met enkel progestageen die ook een pilvrije maandelijkse periode heeft) zijn het meest effectief tegen pijnlijke maandstonden. Na enkele maanden stoppen de menstruaties vaak volledig.
Lees ook: Dysmenorroe (menstruatiepijn): wat doen bij pijnlijke maandstonden?
Premenstrueel syndroom (PMS)
Onder het premenstrueel syndroom verstaat men het regelmatig (cyclisch) optreden van emotionele, gedragsgebonden en lichamelijke symptomen tijdens de tweede helft van de cyclus.
• Gebruik van een combinatiepreparaat (combinatiepil, pleister of vaginale ring) verbetert de klachten van het premenstrueel syndroom niet of nauwelijks.
• Bij ernstige klachten kan eventueel continu hormonale anticonceptie gebruikt worden, waardoor de menstruaties helemaal stilvallen. Ook het hormonaal spiraal kan eventueel voorgeschreven worden.
Lees ook: Het premenstrueel syndroom (PMS): symptomen en behandeling
Endometriose
Endometriose is een chronische maar goedaardige ziekte bij vrouwen waarbij het slijmvliesweefsel dat normaal de binnenkant van de baarmoeder bekleedt (endometrium), ook buiten de baarmoeder voorkomt. Vrouwen met endometriose kunnen tijdens de menstruatie buikpijn hebben.
Iedere vorm van hormonale behandeling die de eisprong onderdrukt en de menstruele bloedingen beperkt, heeft een gunstig effect op de symptomen en de evolutie van endometriose.
• Indien je endometriose hebt, kan je continu een combinatiepreparaat nemen (combinatiepil, pleister of ring), dus zonder stopweek, zodat de menstruaties uitblijven. Hierdoor groeit het baarmoederslijmvlies niet aan en blijven ook de endometrioseplekjes buiten de baarmoeder rustig.
• Ook progestageen-alleen preparaten (minipil, prikpil, nieuwe pil die enkel een progestageen bevat en ook een pilvrije maandelijkse periode heeft, implantaat) die de eisprong beletten, kunnen helpen bij endometriose.
• Het hormonenspiraal zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies in een ‘rustfase' komt, waardoor het endometriose kan onderdrukken. Bij langer gebruik zorgt het spiraaltje bovendien voor lichtere bloedingen of soms zelfs geen bloedingen meer.
Het voordeel van het spiraal tegenover de pil is dat het hormoon progesteron vooral in de baarmoederholte en in de vrije buikholte aanwezig is.
Lees ook: Endometriose: 'Menstruatiepijn bij jonge meisjes is niet normaal.'
4. Helpt hormonale anticonceptie tegen pijn in de borsten (mastodynie)?
Hormonale anticonceptie kan soms helpen tegen cyclische borstpijn die ontstaat rond de menstruaties, vooral als ze continu gebruikt wordt (dus zonder rustweek zodat de menstruaties helemaal uitblijven).
Anderzijds kan hormonale anticonceptie bij sommige vrouwen soms borstpijn uitlokken. Meestal is dit een tijdelijk fenomeen dat na enkele weken tot maanden spontaan verdwijnt.
Lees ook: Pijn in de borsten: hinderlijk maar meestal onschuldig
5. Helpt hormonale anticonceptie tegen acne?
Sommige vormen van hormonale anticonceptie hebben een gunstig effect op acne (en overmatige haargroei, hirsutisme, of haarverlies), andere kunnen acne (en haargroei of haarverlies) uitlokken of verergeren.
• Combinatiepreparaten (combinatiepil, pleister, ring) hebben een gunstig effect op acne (en haargroei of haarverlies) omdat ze de productie van mannelijk hormoon afremmen. Contraceptiva die een progestageen met een anti-androgene werking bevatten (derdegeneratiepillen), scoren op dit vlak mogelijk iets beter. Het effect wordt meestal na drie tot vier maanden zichtbaar. Het verschilt evenwel van persoon tot persoon.
Hormonale anticonceptie wordt echter niet aangeraden als een behandeling voor (ernstig) acne. Daarvoor bestaan betere geneesmiddelen.
• Progestageen-alleen middelen (minipil, prikpil, implantaat) kunnen daarentegen een negatief effect hebben op acne (en haargroei of haarverlies). Zij worden dan ook eerder afgeraden voor meisjes en vrouwen met (ernstig) acne. De nieuwe pil met enkel een progestageen die ook een pilvrije maandelijkse periode heeft, bevat een progestageen met een anti-androgene werking.
6. Verbetert hormonale anticonceptie de botdichtheid?
• Combinatiepreparaten (combinatiepil, pleister, ring) hebben eerder een positief effect op de botdichtheid en zouden op die manier kunnen beschermen tegen osteoporose op latere leeftijd.
• De progestageen-alleen middelen (minipil, implantaat, hormoonspiraal) hebben geen effect op de botdichtheid.
• Alleen de prikpil heeft een zeer geringe negatieve invloed op de botdichtheid. Daarom wordt de prikpil afgeraden voor meisjes tussen 12 en 18 jaar.
De botdichtheid herstelt zich 1 tot 3 jaar na het stoppen met de prikpil.
7. Menopauzeklachten
• Bij vrouwen boven de 40 die de menopauze naderen, kan hormonale contraceptie helpen tegen vasomotorische klachten zoals opvliegers en nachtelijke transpiratieaanvallen.
• Bij vrouwen in de menopauze die een hormoonvervangende behandeling volgen, kan het hormoonspiraal worden gebruikt om overmatige groei van het baarmoederslijmvlies te voorkomen.
Lees ook: Kan je een vervroegde menopauze behandelen?
Nadelen Van Hormonale Anticonceptie
De hormonen die gebruikt worden bij hormonale anticonceptie kunnen een aantal negatieve effecten hebben. Men moet een onderscheid maken tussen:
• Tijdelijke aanpassingsverschijnselen die enkele weken tot maanden kunnen duren, omdat het lichaam zich moet aanpassen aan de hormonen.
Houden deze klachten langer aan dan kan het kiezen van een product (pil, pleister, ring...) met een andere samenstelling de klachten vaak doen verdwijnen. Blijven de klachten desondanks toch aanwezig, dan is het raadzaam een andere vorm van anticonceptie te kiezen.
• Hormonale anticonceptie verhoogt ook licht het risico op hart- en vaatziekte, trombose (bloedklonters) en sommige kankers.
Dat risico is echter zeer beperkt en sterk afhankelijk van het type pil, uw leeftijd en gezondheid, en of je al dan niet rookt.
Lees ook: Mogelijke tekenen en signalen van kanker
Ernstige Gezondheidsproblemen
Sommige vrouwen willen geen hormonale anticonceptie nemen omdat ze schrik hebben dat dit de kans op kanker verhoogt. Het gebruik van hormonale anticonceptie vermindert echter globaal genomen het risico op kanker. Voor sommige vormen van kanker is er echter een licht verhoogd risico.
Baarmoederhalskanker
Er bestaat een zeer licht verhoogde kans op baarmoederhalskanker bij langdurig pilgebruik (langer dan 5 jaar).
• Na stoppen daalde het risico geleidelijk en vanaf tien jaar na stoppen is het risico weer gelijk aan dat van vrouwen die de pil nooit gebruikten.
• Of er ook een verhoogd risico op baarmoederhalskanker is bij meisjes en vrouwen die gevaccineerd zijn tegen het humaan papillomavirus (HPV), is momenteel nog niet geweten.
Lees ook: Baarmoederhalskanker voorkomen: HPV-vaccinatie
Indien u baarmoederhalskanker hebt gehad, wordt hormonale anticonceptie afgeraden, zowel combinatiepreparaten met progestagenen en oestrogenen (combinatiepil, pleister, ring) als progestageen-alleen preparaten (minipil, prikpil, implantaat, hormoonspiraal). |
Borstkanker
Of de combinatiepil de kans op borstkanker verhoogt, is nog onduidelijk. Mogelijk is er een zeer licht verhoogde kans, vooral dan bij langdurig gebruik en bij vrouwen boven 35 jaar.
Dit licht verhoogde risico vermindert als je weer stopt met de pil en is 10 jaar later verdwenen.
Bij gebruik van de minipil (en prikpil) en het hormoonspiraal is er waarschijnlijk geen verhoogd risico op borstkanker.
Lees ook: Dertig feiten en misverstanden over borstkanker
• Indien je borstkanker hebt gehad, wordt hormonale anticonceptie (zowel combinatiepil als minipil) afgeraden. • Er is geen bewijs dat hormonale anticonceptie de kans op borstkanker verhoogt als je draagster bent van het borstkankergen (BCRA 1 of 2). • Ben je jonger dan 30, dan wordt hormonale anticonceptie zelfs aangeraden omdat het het risico op baarmoederkanker blijvend verlaagt. • Ben je ouder dan 35 jaar en draagster van het borstkankergen (BCRA), dan wordt de combinatiepil toch afgeraden. De minipil en het hormoonspiraaltje mag u wel gebruiken. • Er is geen bezwaar tegen het gebruik van hormonale anticonceptie bij vrouwen bij wie borstkanker in de familie voorkomt, als onduidelijk is of er sprake is van een genmutatie. |
Melanoom (huidkanker)
Studies hierover spreken elkaar tegen. Sommige studies tonen geen verhoogd risico, andere studies wel. Als er al een verhoogd risico zou zijn, dan is dat alleszins miniem.
Lever- en galblaaskanker
Waarschijnlijk is er geen verhoogd risico op lever- en galblaaskanker.
Schildklierkanker
Waarschijnlijk is er geen verhoogd risico op schildklierkanker.
2. Verhoogt hormonale anticonceptie de kans op hart- en vaatziekten?
Bij gebruik van hormonale anticonceptie met combinatiemiddelen is de kans op hart- en vaatziekten (hartinfarct, beroerte of CVA) zeer licht verhoogd.
Dit is echter sterk afhankelijk van het type anticonceptie, je leeftijd, of je al dan niet rookt, je gewicht en andere gezondheidsproblemen.
Bij de progestageen-alleen middelen (minipil, prikpil, De nieuwe pil met enkel een progestageen die ook een pilvrije maandelijkse periode heeft, implantaat, hormonaal spiraal) is het risico op hart- en vaatziekten niet verhoogd.
• Roken: het risico is vooral verhoogd bij vrouwen die roken of minder dan één jaar voor het pilgebruik gestopt zijn (meer dan 15 sigaretten per dag). Bij niet-rooksters is er nauwelijks een verhoogd risico.
• Leeftijd: het risico bij jonge vrouwen is uiterst klein. Het risico bij gebruik van combinatiemiddelen verhoogt vooral vanaf 35 jaar.
• Aanwezigheid van andere cardiovasculaire risicofactoren verhoogde bloeddruk, te hoog cholesterolgehalte, hart- en vaatziekten bij ouders, broers of zussen jonger dan 60 jaar, obesitas/verhoogde middelomtrek...
• Migraine met aura: vrouwen met migraine met aura hebben een verhoogde kans op een beroerte (CVA), vooral als zij ook roken.
Jonge vrouwen met migraine zonder aura (-35 jaar) mogen gerust hormonale anticonceptie gebruiken.
• Type anticonceptie:
het risico hangt af van welke gecombineerde anticonceptie wordt gebruikt omdat het oestrogeen verantwoordelijk is voor het verhoogde risico maar het progestageen dat ermee gecombineerd wordt dat verhoogde risico kan beïnvloeden.
Combinatiemiddelen (combinatiepil, pleister of ring) worden afgeraden: • als je 35 jaar of ouder bent en rookt; • als je een hartinfarct of beroerte (CVA) hebt gehad; • als je een hartklepziekte of een aangeboren hartaandoening hebt; • als je lijdt aan migraine met aura, zeker als je ook rookt; • als je obees bent (BMI > 30); • als je lijdt aan systemische lupus (SLE). De voor- en nadelen van combinatiemiddelen moeten zorgvuldig afgewogen worden: De voor- en nadelen van alle hormonale middelen moeten zorgvuldig afgewogen worden: |
3. Verhoogt hormonale anticonceptie de bloeddruk ?
Hormonale anticonceptie met combinatiemiddelen (combinatiepil, pleister, ring) kan leiden tot een lichte verhoging van de bloeddruk.
Progestageen-alleen middelen (minipil, de nieuwe pil met enkel progestageen die ook een pilvrije maandelijkse periode heeft, prikpil, hormoonstaafje en hormoonspiraal) veroorzaken in de regel geen veranderingen in de hoogte van de bloeddruk.
Indien er cardiovasculaire risicofactoren aanwezig zijn (roken, verhoogde bloeddruk in je voorgeschiedenis, verhoogd cholesterolgehalte, overgewicht, diabetes) zal je arts geregeld je bloeddruk controleren. Wanneer bloeddrukverhoging optreedt moet een andere methode van anticonceptie worden overwogen.
Combinatiemiddelen worden afgeraden indien je Progestageen-alleen middelen (minipil, prikpil, implantaat, hormonaal spiraal) zijn geen probleem. |
4. Verhoogt hormonale anticonceptie de kans op bloedklonters (diepveneuze trombose)?
Hormonale anticonceptie met combinatiemiddelen (pil, pleister, ring) verhoogt, vooral tijdens het eerste jaar van gebruik, het risico op bloedklonters (diepveneuze trombose) zeer licht. Prostageen-alleen middelen (minipil, de nieuwe pil met enkel een progestageen die ook een pilvrije maandelijkse periode heeft, prikpil, implantaat en hormoonspiraal) verhogen het risico op veneuze trombose niet.
Het absolute risico op veneuze trombose is hoe dan ook zeer laag.
• Van de 100.000 vrouwen die de pil niet gebruiken, krijgen er per jaar 5 (onder de 20 jaar) tot 100 (40-49 jaar) een veneuze trombose.
• Van de 100.000 vrouwen die een combinatiepil gebruiken, krijgen er per jaar 20 tot 60 (onder de 20 jaar) en 400 tot 800 (40-49 jaar) een trombose.
• Het risico is het grootst in het eerste jaar en neemt af met de duur van het gebruik, maar blijft hoger dan bij niet-pilgebruiksters.
Het risico hangt onder meer af van het type hormonale anticonceptie, uw leeftijd, of u al dan niet rookt, uw lichaamsgewicht en of u reeds eerder een bloedklonterprobleem hebt gehad.
Leeftijd
De kans op veneuze trombose neemt toe met de leeftijd, vooral vanaf 35 jaar.
Lichaamsgewicht
Zwaarlijvigheid (BMI boven 25) verhoogt de kans op veneuze trombose.
Roken
Indien je rookt of tot minder dan één jaar voor het pilgebruik hebt gerookt, hebt u een verhoogd risico op veneuze trombose.
Migraine
Indien je lijdt aan migraine, en dan vooral migraine met aura, verhoogt het risico, zeker als je ook rookt.
Persoonlijke of familiale voorgeschiedenis
Indien je in het verleden reeds een veneuze trombose hebt gehad, of naaste familieleden hebt met een veneuze trombose.
Stoornis van de bloedstolling
Indien je lijdt aan een stollingsstoornis (trombofilie), bijvoorbeeld proteïne C-deficiëntie, proteïne S-deficiëntie, antitrombine-III-deficiëntie, factor Vleiden of antistoffen tegen fosfolipiden.
Immobilisatie
Indien je een operatie moet ondergaan waarbij je lange tijd geïmmobiliseerd bent, of indien de onderste ledematen lange tijd geïmmobiliseerd zijn (bv. een been in het gips, rolstoel), loop je meer kans op een veneuze trombose.
Type anticonceptie
Er bestaat een groot (relatief) verschil in risico naargelang het type anticonceptie.
Progestageen-alleen middelen (minipil, prikpil, implantaat, hormoonspiraaltje) verhogen het risico op veneuze trombose niet.
Bij een verhoogd risico op veneuze trombose kunnen progestageen-alleen middelen (minipil, prikpil, de nieuwe pil met enkel een progestageen die ook een pilvrije maandelijkse periode heeft, implantaat, hormonaal spiraal) worden gebruikt. |
Combinatiemiddelen (die progestageen en oestrogeen bevatten) verhogen wel het risico op veneuze trombose. De nieuwste pillen (derde en vierde generatie) zijn minder veilig dan de tweedegeneratiepillen uit de jaren 70 en 80.
• Van de 100.000 vrouwen die een pil van de tweede generatie nemen, krijgen er per jaar 20 (onder de 20 jaar) tot 400 (40-49 jaar) een trombose. Deze pil geeft dus een viermaal zo hoog risico. Bij vrouwen die pillen van de derde generatie gebruiken is het risico op veneuze trombose tot achtmaal zo hoog als bij vrouwen die geen pil gebruiken. Daarom verdienen pillen van de tweede generatie de voorkeur.
• De hormonenpleister en de vaginale ring zijn qua samenstelling vergelijkbaar met een combinatiepil van de derdegeneratie. In vergelijking met een tweedegeneratiepil is het risico op veneuze trombose dus iets hoger.
De combinatiepil met levonorgestrel (tweedegeneratiepil) geeft het laagste risico op diepveneuze trombose en verdient daarom de voorkeur. Het gaat om volgende pilmerken: Eleonor 30, Microgynon 30, Nora 30, Steridel 30 |
Als je al langer dan één jaar een andere pil neemt, hoef je je zich geen zorgen te maken. Je kan deze pil gerust verder nemen. Maak je je toch ongerust, spreek er dan over met de huisarts.
Combinatiemiddelen die een progestageen en oestrogenen bevatten (combinatiepil, pleister en ring) worden afgeraden: De voor- en nadelen van de combinatiepil moeten zorgvuldig afgewogen worden: De minipil (prikpil, implantaat, hormoonspiraal) wordt afgeraden: De voor- en nadelen van de minipil (prikpil, implantaat, hormoonspiraal) moeten zorgvuldig afgewogen worden: |
Lees ook: Trombose en de anticonceptiepil
Dat vrouwen vaker last hebben van spataderen wordt toegeschreven aan de invloed van vrouwelijke hormonen, maar ook aan gebruik van hormonale anticonceptie.
• Ben je jonger dan 35 en heb je spataders, dan is dit geen reden om de stoppen met hormonale anticonceptie.
• Ben je ouder dan 35, vooral als je rookt en/of zwaarlijvig bent, bespreek je het best met je arts of je hormonale anticonceptie kunt gebruiken. Een progestageen-alleen product (minipil, prikpil, implantaatstaafje of hormoonspiraal) is dan het meest aangewezen.
6. Verhoogt hormonale anticonceptie het risico op diabetes?
Hormonale anticonceptie kan leiden tot lichte stoornissen in de suikerstofwisseling.
Er is tot nu toe echter geen enkel bewijs dat hormonale anticonceptie leidt tot een verhoogde kans op diabetes type 1 of type 2.
• Bij vrouwen die diabetes hebben (en andere risicofactoren voor een hart- en vaatziekte) moeten de voor- en nadelen van hormonale anticonceptie zorgvuldig afgewogen worden. • Combinatiemiddelen worden afgeraden bij vrouwen met diabetes die reeds vaatafwijkingen hebben (aan de nieren, de ogen...). |
7. Verhoogt hormonale anticonceptie de kans op lever- of galziekten?
• Combinatiemiddelen (combinatiepil, pleister, ring) kunnen in zeldzame gevallen bij sommige vrouwen leiden tot een afname of onderbreking van de galstroom (galstuwing of cholestase) en een verhoogde kans op galstenen.
• Combinatiepreparaten verhogen in zeldzame gevallen de kans op geelzucht (icterus), vooral bij vrouwen die tijdens een eerdere zwangerschap zwangerschapsgeelzucht of -jeuk hebben gehad.
|
8. Verhoogt hormonale anticonceptie de kans op osteoporose?
• Combinatiepreparaten (combinatiepil, pleister, ring) hebben eerder een positief effect op de botdichtheid en zouden op die manier kunnen beschermen tegen osteoporose op latere leeftijd.
• De progestageen-alleen middelen (minipil, implantaat, hormoonspiraal) hebben geen effect op de botdichtheid.
• Alleen de prikpil heeft een zeer geringe negatieve invloed op de botdichtheid. Daarom wordt de prikpil afgeraden voor meisjes tussen 12 en 18 jaar en voor vrouwen boven de veertig jaar.
De botdichtheid herstelt zich 1 tot 3 jaar na het stoppen met de prikpil.
De prikpil wordt afgeraden voor meisjes tussen 12 en 18 jaar en voor vrouwen boven de 40 jaar. |
Nevenwerkingen van de pil
1. Leidt hormonale anticonceptie tot gewichtstoename?
Er is geen bewijs dat hormonale anticonceptie leidt tot (blijvende) gewichtstoename.
• Pilgebruik leidt niet tot een toename van de vetmassa, maar het kan wel zijn dat u tijdelijk meer vocht ophoudt, vooral in de borsten en de heupen, en dus tijdelijk iets meer weegt.
• De prikpil (en mogelijk ook het implantaat) geeft mogelijk een grotere gewichtstoename, afhankelijk van de duur van gebruik: gemiddeld 2 tot 5 kg na 3 jaar.
• De kans op lichte gewichtstoename zou ook iets groter zijn met de vaginale ring dan bij de gewone combinatiepil.
2. Veroorzaakt hormonale anticonceptie misselijkheid?
Sommige vrouwen kunnen in het begin last hebben van misselijkheid en soms braken. Dit verdwijnt meestal na enkele weken tot maanden.
• De pil innemen samen met eten of net voor het slapengaan, kan helpen.
• De hormonenpleister geeft meer klachten van misselijkheid dan de gewone combinatiepil.
3. Veroorzaakt hormonale anticonceptie hoofdpijn?
Ongeveer 1 op 10 vrouwen die hormonale anticonceptie nemen heeft last van een migraine-achtige hoofdpijn. Dat gebeurt vooral in de stopweek en is een gevolg van de lagere oestrogeenspiegel tijdens die stopweek.
Volgende methoden kunnen helpen om hoofdpijnproblemen op te lossen.
• Je kan de pil zonder pauzeweek gedurende drie strips aaneen gebruiken, waardoor geen maandstonden optreden, waarna een stopweek met maandstonden volgt. Dit kan alleen met een eenfase pil (waarvan de dosering over de hele duur van de cyclus dezelfde is).
• Je kan de pil continu nemen, dus zonder stopweek, tot er een doorbraakbloeding komt. Op het moment van de doorbraakbloeding moet je het slikken van de pil een week onderbreken, en dan opnieuw beginnen. Dit kan alleen met de eenfase-pil.
• Je kunt in overleg met je arts een lager gedoseerde pil proberen.
• Je kunt tijdens de pilvrije week een oestrogeenpleister gebruiken.
• Je arts kan ook pijnstillers voorschrijven, te nemen bij het begin van de onttrekkingsbloeding in voldoende hoge dosis.
• Indien de hoofdpijn blijft aanslepen en duidelijk is dat ze te maken heeft met de pil, kan ook overwogen worden om op een ander anticonceptivum over te schakelen, zoals bv. een prikpil, implantaat (hormoonstaafje) of een hormonaal spiraal.
• Als je last hebt van ernstige migraine met aura, dan wordt de combinatiepil afgeraden vanwege een verhoogd risico op een beroerte (CVA). Progestageen-alleen anticonceptie is dan wel mogelijk.
4. Menstruatieproblemen
Bij gebruik van hormonale anticonceptie kunnen menstruatieproblemen optreden.
Tussentijds bloedverlies
Tussen je menstruaties (buiten de stopweek) kan je op onverwachte momenten een beetje of relatief veel bloed verliezen. Is het relatief veel bloed, vergelijkbaar met een gewone menstruatie, dan noemt men dit een doorbraakbloeding. Zijn het slechts enkele vlekjes, dan spreekt men van 'spotting'.
• Tussentijdse bloedingen zijn normaal in de eerste maanden dat je een combinatiemiddel (pil, pleister, ring) gebruikt. Ook bij een hormoonspiraal kunnen tijdens de eerste drie tot zes maanden tussentijdse bloedingen optreden. Dat komt omdat je lichaam zich nog moet aanpassen. Meestal verdwijnt dit na een drietal maanden.
Deze tussentijdse bloedingen zijn meestal onschuldig. Ze hebben bij correct gebruik van het anticonceptiemiddel geen invloed op de bescherming tegen zwangerschap.
• Je mag zeker niet stoppen met uw anticonceptiemiddel, want dan ben je niet meer beschermd en riskeer je zwanger te worden. Veel ongewenste zwangerschappen tijdens de eerste maanden pilgebruik ontstaan doordat vrouwen bij tussentijds bloedverlies het pilgebruik uit ongerustheid staken.
• De kans op doorbraakbloedingen zijn groter als je rookt. Rooksters hebben lagere oestrogeenspiegels en vooral bij de combinatiepreparaten met een lagere dosering oestrogenen kunnen hierdoor gemakkelijker doorbraakbloedingen optreden.
Stoppen met roken kan dan een oplossing zijn.
• Doorbraakbloedingen kunnen ook optreden als je de pil (pleister, ring) doorneemt en de stopweek overslaat om je menstruaties uit te stellen. Dan las je het best een pauze in van maximum 7 dagen om daarna met een nieuwe strip te starten.
• Als je na meerdere maanden pilgebruik last krijgt van tussentijdse bloedingen, kan dit een gevolg zijn van:
- onregelmatige inname van de pil;
- van verkeerde inname van de pil (wanneer je bij een driefasenpil de pillen in een verkeerde volgorde hebt ingenomen);
- van braken of diarree;
- van een wisselwerking met andere medicijnen die je hebt ingenomen, bijvoorbeeld met medicijnen tegen epilepsie of Sint Janskruid. Je bent dan minder beschermd tegen zwangerschap. Je bent pas weer veilig als je 7 pillen na elkaar correct hebt ingenomen. Gebruik ondertussen een condoom als je seks hebt.
• Bloedverlies dat pas na meerdere maanden optreedt, kan ook wijzen op atrofie (dunner worden) van het baarmoederslijmvlies. Tijdelijk stoppen met de pil gedurende één of twee cycli, of overschakelen op een ander type pil met andere hormonen of andere hormoonconcentraties, kan dan helpen. Bespreek dit met je arts.
• Als de tussentijdse bloedingen meer dan 3 maanden blijven aanhouden, raadpleeg je het best u arts. Die kan nagaan of je geen seksueel overdraagbare infectie (bijvoorbeeld chlamydia) hebt of last hebt van endometriose.
Menstruatiestoornissen
Een veel voorkomende klacht bij de progestageen-alleen middelen (minipil, prikpil en implantaat) zijn menstruatiestoornissen: onregelmatig, vaker, meer of minder, heviger, tussentijdse doorbraakbloedingen... Een onregelmatig bloedingspatroon is bijvoorbeeld voor veel de vrouwen een reden om het implantatiestaafje vroegtijdig te laten verwijderen.
Meestal verdwijnen deze klachten na enkele maanden.
Het totale bloedverlies is bij het gebruik van deze middelen echter minder dan wanneer er geen hormonen zouden worden gebruikt.
Bij hevige bloedingen of wanneer die bloedingen aanhouden, raadpleeg je het best uw huisarts of gynaecoloog.
Stoppen menstruaties (amenorroe)
• Na verloop van tijd kunnen de menstruaties helemaal uitblijven (amenorroe). Dat gebeurt vooral met de progestageen-alleen middelen (minipil, prikpil, implantaat, hormoonspiraal), of als je combinatiemiddelen gebruikt zonder stopweek. Er kunnen wel doorbraakbloedingen optreden. Ook als de bloedingen wegblijven, is het middel betrouwbaar.
• Als je stopt met hormonale anticonceptie kan het enkele maanden duren vooraleer je opnieuw maandstonden krijgt. Dit komt meer voor bij vrouwen die ook vroeger een onregelmatige cyclus hadden.
• Bij stoppen met de prikpil is het normaal dat het een half jaar tot een jaar duurt voordat je normale cyclus weer terug is.
5. Verhoogt hormonale anticonceptie de kans op ontstekingen en irritatie van de vagina
• Hormonale anticonceptie kan soms aanleiding geven tot een droge vagina waardoor irritatie en jeuk kan ontstaan, soms met afscheiding. Als je dit merkt, neem dan contact op met je arts.
• De vaginale ring geeft meer vaginitisklachten (ontsteking van de vagina en de schaamlippen), afscheiding en irritatie (jeuk).
• Besmetting met een seksueel overdraagbare infectie (SOI of SOA) verhoogt het risico op een opstijgende infectie wanneer een (hormoon) spiraal wordt geplaatst. Daarom wordt bij kans of vermoeden van een SOI altijd een SOI-test uitgevoerd. De SOI moet genezen zijn voor het spiraal wordt geplaatst. Intussen moet je een andere anticonceptiemethode gebruiken.
Dat geldt ook bij een andere vaginale infectie, bijvoorbeeld met candidaschimmels.
6. Worden je borsten gevoeliger door hormonale anticonceptie?
Veel meisjes en vrouwen die hormonale anticonceptie nemen krijgen grotere borsten, of klagen van gevoelige, gespannen of pijnlijke borsten.
Deze verschijnselen kunnen ook tijdens een normale cyclus voorkomen, maar bij sommige vrouwen komen ze sterker naar voor door het gebruik van hormonale anticonceptie.
Meestal verdwijnen deze klachten na enkele maanden, of als men overschakelt naar een andere middel met een andere hormoonsamenstelling.
De hormonenpleister geeft meer klachten van gezwollen of pijnlijke/gespannen borsten dan de gewone combinatiepil.
7. Onderdrukt hormonale anticonceptie het libido (lustgevoelens)?
Hormonale anticonceptie kan een effect hebben op het libido. Studies over het effect van de pil en andere hormonale anticonceptiemethoden op het libido spreken elkaar echter tegen, zowel wat de aard als de grootte van het effect betreft. Bij sommige vrouwen lijkt het een negatief effect te hebben, bij andere heeft het geen of een positief effect.
• Wanneer de eisprong door pilgebruik wordt geremd, kan via deze weg het libido verminderen. Rond de ovulatie ervaren veel vrouwen immers een toename van libido.
• De pil onderdrukt ook de productie van testosteron. Hierdoor kunnen bij sommige vrouwen de seksuele lustgevoelens verminderen.
• Vooral jonge vrouwen die een lagedosispil nemen, lijken er last van te hebben.
• Tweede- en derdegeneratiepillen zouden minder aanleiding geven tot libidoverlies.
• Er zijn ook vrouwen die meer zin in seks krijgen en er meer van genieten, misschien omdat ze geen schrik moeten hebben om zwanger te worden, of omdat de menstruaties regelmatiger zijn.
• Heb je de indruk dat de pil die je gebruikt je libido vermindert, bespreek dat dan met je arts. Misschien kan een ander merk of type pil met meer androgene effecten, soelaas bieden.
8. Verhoogt hormonale anticonceptie de kans op depressie of stemmingsveranderingen?
In de bijsluiter van sommige pillen wordt stemmingsverandering vermeld als een van de mogelijke bijwerkingen.
• Sommige vrouwen klagen inderdaad over stemmingsveranderingen zoals prikkelbaarheid, nervositeit en/of depressieve gevoelens wanneer ze de pil nemen. Dit kan te maken hebben met schommelingen in de hormoonspiegels door het gebruik van de pil. Overschakeling naar een ander merk kan soms helpen. Bespreek dit met je huisarts of gynaecoloog.
• Anderzijds toont onderzoek eerder een stabiliserende werking van de pil op de stemming (minder ups en downs gedurende de menstruele cyclus). Andere onderzoeken vonden een positieve invloed, mogelijk als gevolg van minder klachten rondom de menstruatie.
• Waarschijnlijk bepalen individuele factoren of een vrouw een negatieve stemmingsverandering ervaart, zoals een vroegere depressie, pijnlijke maandstonden (dysmenorroe) of een recente bevalling.
9. Verhoogt hormonale anticonceptie de kans op huiduitslag?
• De oestrogenen in een combinatiepreparaat (combinatiepil, pleister, ring) veroorzaken bij sommige gebruiksters een zgn. zwangerschapsmasker (chloasma of melasma), een vlekkerige pigmentering van de huid die donkerder wordt bij blootstelling aan de zon. Na het stoppen van de pil kan dit geleidelijk wegtrekken, maar helemaal verdwijnen doet het zelden.
• De hormonale pleister kan bij sommige vrouwen huidirritatie veroorzaken. Daarom moet u de pleister telkens op een andere plaats plakken.
• Progestageen-alleen preparaten (minipil, prikpil, hormoonstaafje, hormoonspiraal) kunnen bij sommige vrouwen acne, overdreven haargroei (hirsutisme) en/of haaruitval uitlokken of verergeren. Als je hier last van heeft, raadpleeg dan je arts.
Combinatiepreparaten (combinatiepil, pleister, ring) daarentegen hebben meestal een gunstig effect op een bestaande acne.
10. Kan hormonale anticonceptie het dragen van lenzen bemoeilijken?
Sommige vrouwen die lenzen dragen, kunnen last krijgen van hun lenzen (oogirritatie) of slechter zien.
Raadpleeg je oogarts als je dat ondervindt.
11. Maakt hormonale anticonceptie je minder vruchtbaar?
Terwijl je hormonale anticonceptie gebruikt, ben je niet vruchtbaar. Hormonale anticonceptie heeft echter geen enkele nadelige invloed op uw vruchtbaarheid nadat je ermee stopt. Dit wil zeggen dat je normale cyclus weer kan hernemen vanaf het moment dat je meer dan 7 dagen bent gestopt. Je kan dus ook zwanger worden in die eerste normale cyclus zonder pil.
• Soms gebeurt het dat het enkele weken tot maanden duurt vooraleer je je eigen natuurlijke cyclus weer spontaan herneemt na de stop. Dit is heel normaal, en is niet afhankelijk van welke pil je genomen hebt, of van de duur dat je de pil nam.
12. Verhoogt hormonale anticonceptie het risico op SOA?
De pil beschermt niet tegen SOA. Bij seksueel risicogedrag moet je dus nog altijd een condoom gebruiken.
Het is anderzijds niet aangetoond dat vrouwen die de pil gebruiken, meer seksueel risicogedrag vertonen.
13. Wat gebeurt er als je zwanger wordt terwijl je hormonale anticonceptie gebruikt?
Indien je zwanger wordt terwijl je hormonale anticonceptie, hoef je niet te panikeren. De kans op aangeboren afwijkingen bij het kind door de hormonen is vrijwel onbestaand.
Zodra je weet dat je zwanger bent, moet je natuurlijk wel onmiddellijk stoppen met de anticonceptie.
14. Is de pil gevaarlijk wanneer een kind ze inslikt?
Anticonceptiepillen zijn weinig gevaarlijk, zelfs als ze in grote hoeveelheid (bijvoorbeeld een volledige strip) worden ingenomen.
• Als een kind 1 of 2 pillen inneemt zal het hoogstwaarschijnlijk geen symptomen krijgen.
• Een grotere hoeveelheid anticonceptiepillen kan aanleiding geven tot maag-darmklachten, zoals misselijkheid of braken.
• In uitzonderlijke gevallen kan een beetje bloeden voorkomen bij kleine meisjes, na het nemen van een grote hoeveelheid. Dit vereist geen speciale behandeling en hoeft niet tot bezorgdheid te leiden.
• De pillen hebben geen invloed op de seksuele ontwikkeling van je kind, meisje of jongen.
Bronnen
www.seksualiteit.be
www.allesoverseks.be
www.kuleuven.be
www.inami.fgov.be
www.domusmedica.be
www.bcfi.be
www.mijnvoorbehoedsmiddel.be
https://www.nhg.org
www.henw.org