- dossierBaarmoederhalskanker: symptomen, diagnose en behandeling
- boeken/interviewsPodcast: cholesterol en een gezond hart
- nieuwsAcute diarree op reis: hoe kan je als ouder anticiperen?
- nieuwsWeinig bekend maar wijdverspreid: onze expert beschrijft HPV van A tot Z
- dossierDe invloed van de nervus vagus op onze gezondheid
Om de drie jaar een uitstrijkje voor baarmoederhalskanker
nieuws
Om de drie jaar een uitstrijkje voor baarmoederhalskanker
Ondanks het recent beschikbaar worden van een vaccin tegen het Humaan Papillomavirus (HPV), is de screening op baarmoederhalskanker met een uitstrijkje (of PAP-test) nog altijd nodig, ook bij vrouwen die gevaccineerd zijn. De doelgroep zijn vrouwen tussen 25 en 64 jaar. Baarmoederhalskanker groeit zeer traag en wordt voorafgegaan door typische niet-kwaadaardige celafwijkingen. Deze celafwijkingen kunnen opgespoord worden door een eenvoudig onderzoek, het ‘uitstrijkje’.
Een uitstrijkje wordt aanbevolen om de 3 jaar. Experten schatten dat door een goed georganiseerde opsporing en behandeling van voorloperstadium van kanker, ongeveer 80% van alle gevallen van baarmoederhalskanker kunnen voorkomen worden.
In België heeft slechts 59% van de doelbevolking één of meer uitstrijkjes gehad over de laatste 3 jaar. Deze groep wordt te dikwijls onderzocht (doorgaans jaarlijks) en de kwaliteit van de screening is onbekend. De doelstelling is een participatie van 80 % te halen.
In Vlaanderen wordt aanbevolen dat alle vrouwen van 25 tot 64 jaar zich om de drie jaar laten screenen met een uitstrijkje. Zij kunnen hiervoor terecht bij de huisarts of de gynaecoloog.
- De eerste keer wordt het uitstrijkje herhaald na één jaar.
- na 65 jaar mag worden gestopt met screenen wanneer men over twee opeenvolgende negatieve uitstrijkjes beschikt.
Klachten van tussentijds bloedverlies, bloederige afscheiding of bloedverlies na gemeenschap (samenleving) kunnen een reden zijn om een extra uitstrijkje te maken, ook op jongere of oudere leeftijd.
Het uitstrijkje (of PAP-test) is een eenvoudig onderzoek waarbij met een houten spatel en/of een speciaal borsteltje cellen worden afgenomen van het slijmvlies op de grens van baarmoederhals en baarmoedermond. Over het algemeen is het maken van een uitstrijkje niet pijnlijk, maar het inbrengen van het speculum en het afnemen van de cellen kan wel kortdurend een onaangenaam gevoel geven. Soms bloedt de baarmoederhals na het maken van het uitstrijkje. Dit kan geen kwaad. Het bloedverlies stopt meestal binnen een dag.
Een afwijkend resultaat betekent dat in uw uitstrijkje enkele afwijkende baarmoederhalscellen zijn aangetroffen. Meestal zijn dit milde veranderingen en wil dit niet zeggen dat u kanker heeft. Het is echter wel een waarschuwingsteken dat zorgvuldige vervolgcontroles nodig zijn. Vervolgcontrole van een afwijkend uitstrijkje kan inhouden dat een herhalingsuitstrijkje of een nauwkeuriger onderzoek van de baarmoederhals nodig is.
Afwijkende baarmoederhalscellen die niet vanzelf verdwijnen of ernstig afwijkend zijn, moeten worden verwijderd om de kans dat zich baarmoederhalskanker ontwikkelt, te verlagen.