Lusten antidepressiva wegen niet altijd op tegen lasten
nieuws
Bijna één op vijf patiënten met depressieve klachten of een angststoornis vindt de effectiviteit van een antidepressivum niet opwegen tegen de bijwerkingen ervan. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht, zo meldt het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (Ntvg).
Samen met apotheken wierven de onderzoekers tussen januari en augustus 2012 eerstelijnspatiënten die antidepressiva slikten. De 225 patiënten moesten tijdens een test 15 keer kiezen tussen 2 behandelopties met verschillende kenmerken, bijvoorbeeld een antidepressivum met 50% kans op terugval en een beetje gewichtstoename, of een pil met 20% kans op terugval en matige tot ernstige gewichtstoename. De eerste behandelmogelijkheid was steeds voordeliger voor het ene kenmerk en nadeliger voor het andere, terwijl dat bij de tweede behandeloptie juist andersom was. De onderzoekers keken niet naar de ernst van de depressie.
De gemiddelde patiënt vond het bijwerkingenprofiel even belangrijk als symptoombestrijding en preventie van terugval. Voor 13% van de patiënten woog symptoombestrijding echter het zwaarst en voor 19% de preventie van terugval. Qua bijwerkingen vond 27% de gastro-intestinale bijwerkingen het belangrijkst, gevolgd door gewichtstoename (23%) en een verminderd libido (7%). Zweten namen patiënten voor lief. 18% van de patiënten vond de bijwerkingen in ieder geval even belangrijk als of belangrijker dan het effect van het middel. Patiënten die bijwerkingen vooropstelden waren vaker ouder, terwijl patiënten die effectiviteit belangrijker vonden vaker een SSRI-depressiepil gebruikten of psychotherapie kregen. De laatstgenoemde patiënten waren ook minder vaak opzettelijk therapieontrouw. Wanneer de arts een middel voorschrijft dat aansluit bij de voorkeuren van de patiënt, is de patiënt waarschijnlijk tevredener over de behandeling en daardoor vaker therapietrouw.