Hebben we strengere bloeddrukwaarden nodig?
nieuws
In november 2017 publiceerde het American College of Cardiology en de American Heart Association nieuwe richtlijnen voor de behandeling van een hoge bloeddruk (hypertensie). In deze richtlijn wordt de definitie van hypertensie verruimd en wordt aanbevolen om sneller te behandelen. Door deze nieuwe richtlijnen zou bijna de helft van de volwassen bevolking moeten behandeld worden voor een hoge bloeddruk.
Nieuwe richtlijnen
1. Verruiming van de definitie van hypertensie.
In de herziene richtlijn wordt hypertensie gedefinieerd als bloeddrukwaarden = 130 mmHg systolisch of = 80 mmHg diastolisch. Tot nu toe was dit 140/90 (of 14/9)
Benadrukt wordt dat deze cijfers het gemiddelde moeten zijn van ten minste twee metingen bij ten minste twee gelegenheden. Er wordt ook meer nadruk gelegd op de thuisbloeddrukmeting, om o.a. witte-jassenhypertensie en gemaskeerde hypertensie beter te voorkomen.
2. Sneller medicamenteus behandelen.
Onmiddellijk starten van een medicamenteuze behandeling (naast aanpassing van de levensstijl) wordt aanbevolen:
Tot nu toe was dit vanaf 140/90 mmHg. Diabetici en patiënten met chronisch nierlijden worden steeds gerekend tot de patiënten met sterk gestegen cardiovasculair risico.
• Vanaf 140 mmHg systolisch of 90 mmHg diastolisch bij patiënten met laag hart- en vaatrisico, d.w.z. zonder bestaande hart- en vaatziekte en met een 10-jaars cardiovasculair risico van minder dan 10 procent. Tot nu toe werd bij deze groep in eerste instantie enkel aanpassingen van de levensstijl aanbevolen.
Deze aanbevelingen gelden voor alle leeftijden.
3. Lagere streefwaarden bij behandeling.
Als streefwaarden worden < 130 mmHg systolisch en < 80 mmHg diastolisch aanbevolen. Dit geldt zeker voor de patiënten met sterk gestegen cardiovasculair risico, maar ook bij de patiënten met laag cardiovasculair risico.
Tot nu toe werden als streefwaarden < 140/90 mmHg vooropgesteld.
Moeten we deze richtlijnen volgen?
In een commentaar bij deze nieuwe Amerikaanse richtlijnen pleit het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (BCFI) tegen de uitbreiding van de huidige normen voor behandeling van hypertensie.
Er bestaan met name onvoldoende wetenschappelijke argumenten om de toename in het aantal patiënten dat volgens deze nieuwe criteria zou moeten behandeld worden, te verantwoorden.
• Volgens de American Academy of Family Physicians zou 46 procent van de volwassen bevolking in de V.S. volgens deze nieuwe richtlijn in aanmerking komen voor een medicamenteuze behandeling, ten opzichte van 32 procent tevoren. Door het streven naar lagere bloeddrukwaarden zou daarenboven bij veel patiënten een intensievere behandeling noodzakelijk zijn.
• De eventuele gezondheidswinst van deze behandeling moet afgewogen worden tegen de impact van verdere medicalisering, tegen het risico van ongewenste effecten door (poly)medicatie en tegen de financiële aspecten.
Europese richtlijnen
De bestaande Europese richtlijnen voor de behandeling van hypertensie (die mogelijk in 2018 worden herzien) zijn de volgende:
• De definitie van hypertensie is een bovendruk van 140 mmHg of hoger en/of een onderdruk van 90 mmHg of hoger.
• Bij de behandeling van patiënten met hypertensie, zowel patiënten met laag risico als patiënten met hoog risico (o.a. diabetici, patiënten met chronisch nierlijden), bedraagt de streefwaarde voor de systolische bloeddruk < 140 mmHg.
Bij 80-plussers ligt de streefwaarde iets hoger: systolische bloeddruk 140 à 150 mmHg; bij kwetsbare ouderen dienen de streefwaarden individueel te worden bepaald, in functie van de tolerantie van de patiënt.
• Voor de diastolische bloeddruk bedraagt de streefwaarde < 90 mmHg, tenzij bij diabetici bij wie de streefwaarde < 85 mmHg bedraagt.
• Verder wordt aan patiënten met hypertensie aangeraden om thuis hun bloeddruk te meten omdat dit een correcter beeld geeft. Zo’n 30 procent van de patiënten die bij de dokter een te hoge bloeddruk hebben – onder andere omdat ze niet op hun gemak zijn - hebben thuis immers een normale bloeddruk. Er wordt aangeraden om met de huisarts de wenselijkheid van thuismeting te bespreken, en een toestel aan te schaffen met advies van huisarts en apotheker.
Bronnen
Laatst bijgewerkt: januari 2018
Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.