- dossierHelpt kool tegen hoge bloeddruk?
- dossierWaarom is wandelen zo gezond?
- boeken/interviewsStimulatie nervus vagus: welke oefeningen kan je doen?
- dossierEen lagere bloeddruk met het DASH-dieet
Hoe vaak moet u de bloeddruk meten?
nieuws
Dat is aanvankelijk van de bedoeling en de preciese aard van de verhoogde bloeddruk. Bespreek de frequentie met uw arts.
Volgend schema wordt vaak aangeraden:
Aanvangsfase
2 metingen ‘s morgens en 2 metingen ’s avonds (drie metingen in geval van belangrijke afwijkingen tussen de eerste twee) op vooraf bepaalde tijdstippen (tussen 6 uur en 9 uur en tussen 18 uur en 21 uur) gedurende 7 dagen. Het is aangeraden om de zelfmeting vóór de maaltijd of drie uur erna uit te voeren. Het gemiddelde van de metingen wordt als referentie gebruikt voor de opvolgperiode. De metingen van de eerste dag worden niet weerhouden bij het berekenen van het gemiddelde (bv angstverschijnsel tijdens het aanleerproces). Voor het gemiddelde worden alle geldige eerste waarden van elke meeting zonder selectie weerhouden (na uitsluiting van de eerste dag) met een minimum van 12 metingen over 7 dagen.
Behandelings- en opvolgingsfase :
- De metingen gebeuren volgens hetzelfde ritme als tijdens de aanvangsfase, met dien verstande dat de eerste meting moet gebeuren vóór de inname van een antihypertensivum. Wanneer het behandelingsschema wijzigt, wordt het gemiddelde van de bloeddrukwaarden, genomen over 2 weken, gebruikt om het effect van de wijziging te beoordelen.
- Als de bloeddruk onder controle is, is het aangewezen om de zelfmeting wekelijks gedurende één dag verder te zetten. De frequentie kan verhoogd worden als men een slechte therapietrouw of een resistente hypertensie vermoedt.
Observatiefase op lange termijn:
- Voor de observatie op lange termijn moet de procedure elke drie maanden gedurende één week worden herhaald.
Normaal spreek men van een verhoogde bloeddruk vanaf 140/90 mmHG. Bij thuismeting wordt 135/85 als streefwaarde beschouwd. Lagere waarden kunnen aanbevolen worden in geval van diabetes, nierinsufficiëntie of een hoog cardiovasculair ricico (streefcijfer: 130/80).
Het is belangrijk dat u niet op eigen houtje de behandeling aanpast of op basis van een thuismeting aan zelfmedicatie begint te doen. De thuismeting van de bloeddruk kan in geen geval de conventionele metingen in de huisartsenpraktijk vervangen. Het gebruik ervan moet worden begeleid door de huisarts die centraal moet blijven in de behandeling.