Gerelateerde artikels
Adviezen over chemotherapie tijdens zwangerschap
In dit artikel
Adviezen over chemotherapie tijdens zwangerschap
dossier
Wanneer bij een zwangere vrouw kanker wordt vastgesteld, moet de zwangerschap in de meeste gevallen niet afgebroken worden en moet ook de behandeling niet uitgesteld worden uit bezorgdheid over de effecten van een kankerbehandeling op het ongeboren kind.
In Vlaanderen stellen artsen jaarlijks bij een 60-tal vrouwen kanker vast tijdens hun zwangerschap. In Europa gaat het om 2500 tot 5000 vrouwen per jaar.
Chirurgie
Chirurgie tijdens de zwangerschap is mogelijk gedurende alle trimesters.
Bestraling of radiotherapie
De afstand tussen het bovenlichaam en de baarmoeder (wanneer deze nog een klein volume heeft) maakt dat radiotherapie (bestraling) van de bovenste delen van het lichaam veilig uitgevoerd kan worden tijdens het eerste en tweede trimester, maar niet meer gedurende het derde trimester.
Chemotherapie
Met uitzondering van het eerste trimester is chemotherapie tijdens de zwangerschap mogelijk. Sommige chemotherapie kan de placenta (moederkoek) passeren. Maar de placenta houdt veel medicijnen (deels) tegen. Vanaf 12 weken kan chemotherapie worden toegediend zonder dat dit het kind schaadt. Dat blijkt overtuigend uit het onderzoek van de onderzoeksgroep Kanker en Zwangerschap rond de Leuvense hoogleraar Frédéric Amant en het International Network on Cancer, Infertility and Pregnancy (INCIP).
Geen chemotherapie mogelijk in het eerste trimester
De meest kwetsbare periode van de zwangerschap is tussen de 4 en 8-9 weken. Dan worden alle organen van het kind gevormd. De foetus is dan zeer gevoelig voor de nadelige gevolgen van chemotherapie. Daarom krijgt men in de eerste 3 maanden van de zwangerschap bij voorkeur geen chemotherapie. Het kan in deze periode namelijk ernstige gevolgen hebben voor het kind. Het geeft een verhoogd risico op een miskraam. En het vergroot de kans op aangeboren afwijkingen bij de baby.
Is chemotherapie toch noodzakelijk in deze periode? Dan moet soms de zwangerschap worden afgebroken.
Wel chemotherapie mogelijk in het tweede en derde trimester
Vanaf ongeveer 12-14 weken zwangerschapsduur kunnen veel soorten chemotherapie veilig toegediend worden.
Chemotherapie in het tweede en derde trimester geeft een kleine kans op groeiachterstand bij het kind. Toch heeft dit de voorkeur boven het te vroeg geboren laten worden van de baby. Een baby heeft namelijk meer kans op gezondheidsproblemen als hij te vroeg ter wereld komt en een grote kans op overlijden. Daarom probeert de behandelend arts de zwangerschap tot minimaal 37 weken te laten duren.
De kans op aangeboren afwijkingen door chemotherapie in het tweede en derde trimester lijkt niet vergroot.
Planning geboorte
Bij voorkeur wordt de bevalling gepland na 37 weken omdat de baby dan volgroeid is. Het liefst wordt een spontane bevalling afgewacht, maar dit is niet altijd mogelijk. Als de behandeling klaar is, kan langer worden gewacht. Als er nog een deel van de behandeling na de bevalling moet volgen, wordt vaak een inleiding of keizersnede gepland.
Chemotherapie wordt meestal rond de 35 weken gestopt zodat het beenmerg zich kan herstellen van de behandeling.
Als de bevalling vlak na de chemotherapie plaatsvindt, kan het beenmerg van moeder en kind namelijk nog onvoldoende hersteld zijn, waardoor de bloedaanmaak verstoord is. Dit maakt het risico op bloedverlies en een infectie groter. Als het kind bij de geboorte een tekort aan witte bloedcellen heeft, is er ook een verhoogd risico op infecties. Daarom plant de arts de geboorte het liefst minimaal 3 weken na afloop van de chemotherapie.
Gevolgen chemotherapie voor kind
Tot zover bekend zijn er geen opvallende afwijkingen in de ontwikkelingen van kinderen die tijdens de zwangerschap blootgesteld zijn aan chemotherapie. Het huidig beschikbare wetenschappelijke onderzoek wijst erop dat kinderen zich normaal ontwikkelen. Een kind wiens moeder een kankerbehandeling onderging tijdens de zwangerschap, kan men niet onderscheiden van andere kinderen.
Wel bleek uit het onderzoek dat de kinderen meer last hebben van een vroeggeboorte dan van chemotherapie als ze nog in de baarmoeder zitten. Vroeggeboorte is gerelateerd aan de mentale ontwikkeling. Daarom is het advies om vroeggeboorte zoveel mogelijk te voorkomen.
Onderzoek toont aan dat de toediening van chemotherapie na de 12de zwangerschapsweek geen invloed had op de ontwikkeling van het kind tijdens de eerste jaren na de geboorte. Er werd geen enkel verschil opgemerkt op neurocognitief vlak (ontwikkeling van de intellectuele vermogens), noch wat betreft de groei, de algemene gezondheid, het gehoor, de hartfuncties en het gedrag. De enige keerzijde: in bijna 40 procent van de gevallen is het gewicht van de kinderen bij geboorte lager dan dat van andere baby's. Ook hebben de kinderen een grotere kans op opname op de neonatale intensive care. Ruim 40 procent van de pasgeborenen komt op die afdeling terecht. Bepaalde chemo's beschadigen het dna van cellen en dat kan de ontwikkeling van de placenta beïnvloeden. De kinderen zitten na twee maanden echter op een normaal gewicht, en hebben dan ook een normale lengte en hoofdomtrek.
De overleving van de moeders is bovendien vergelijkbaar met die van patiënten met dezelfde kanker die op het moment van hun behandeling niet zwanger waren.
De behandeling wordt wel het best uitgevoerd in een gespecialiseerd centrum.
Bron:
www.thelancet.com/journals/lanonc/article/PIIS1470-2045(18)30059-7/fulltext?rss=yes