nieuws De overgrote meerderheid van de mensen die besmet zijn met hepatitis C hebben geen of nauwelijks klachten. Meer dan de helft van de geïnfecteerden weet dan ook niet dat ze besmet zijn, want ze voelen zich de eerste 10 tot 20 jaar na de besmetting nog gezond. Daardoor is hun lever vaak al sterk beschadigd op het ogenblik dat de diagnose wordt gesteld. Daarom is een snelle opsporing belangrijk, temeer omdat er meer en meer efficiënte geneesmiddelen op de markt komen. Een tijdige diagnose verhoogt niet alleen de kansen op genezing, maar zorgt er ook voor om daarna zwaardere gevolgen voor de gezondheid te vermijden. Het vermindert tevens de besmettingsrisico's.
In een nieuwe aanbeveling adviseert de Wereld Gezondheidsorganisatie (WGO) om mensen met een verhoogd risico op hepatitis C of die mogelijk besmet zijn met hepatitis C te testen. Ook in het Belgische ‘Plan Hepatitis C 2014-2019’ dat in mei 2014 werd goedgekeurd, wordt het testen van risicopersonen aanbevolen. Die kunnen dan sneller worden behandeld.
Wie testen?
Het ‘Plan Hepatitis C’ stelt voor om volgende risicogroepen te testen op hepatitis C:
Hoe testen?
Momenteel is daarvoor een bloedtest nodig die kan uitgevoerd worden door de huisarts of in een ziekenhuis. De test en de consultatie worden terugbetaald door de ziekteverzekering. Verder kan men zich in 3 centra (Helpcenter Antwerpen, Elisa Bruxelles en CHU de Liège) anoniem en gratis op hepatitis C laten testen.
Als die eerste test positief is – wat betekent dat u (ooit) besmet bent geweest – is een tweede test nodig om na te gaan of u chronisch geïnfecteerd bent, d.w.z. of het virus zelf nog in uw bloed detecteerbaar is. Als ook deze RNA-test positief is, zullen er bijkomende onderzoeken gebeuren om vast te stellen hoe ernstig de leverontsteking is en in hoeverre er al beschadiging van de lever is opgetreden.
In de nabije toekomst zal hepatitis C ook met een speekseltest kunnen opgespoord worden.
 |
 |
