Tien tips om u te beschermen tegen onderkoeling (hypothermie)
nieuws U kunt een aantal maatregelen nemen om onderkoeling of hypothermie te vermijden, zowel binnen- als buitenshuis.
1. Als ouderen veel stilzitten en niet zo warm gekleed zijn, moet de temperatuur in de huiskamer 18 tot 21°C zijn en in de slaapkamer ± 20°C. Zet in de slaapkamer de verwarming aan ruim voor u naar bed gaat.
Laat uw baby bij koud weer niet slapen in een onverwarmde kamer. Ideaal is een omgevingstemperatuur tussen 18°C en 20°C.
2. Luister altijd naar de weerberichten en houd rekening met de combinatie van de wind en de buitentemperatuur (wind-chill) wanneer u bij koud weer buiten gaat. Pas uw kleding en uitrusting aan aan de weersomstandigheden. Dat geldt niet alleen voor mensen die buiten werken of sporten, maar bij erg koud weer ook voor ouderen die naar de winkel moeten, hart- en astmapatiënten, kleine kinderen... Die mensen blijven bij erg koud weer beter binnen.
3. Vertrek nooit alleen onder extreme weersomstandigheden voor bijvoorbeeld een ski-, schaats- of boottocht. In de bergen is het aangeraden om er nooit alleen op uit te trekken, ook niet wanneer de weersomstandigheden gunstig zijn. In de bergen kan het weer snel omslaan of u kunt altijd een ongeval krijgen.
Zorg dat thuisblijvers weten waar u bent en neem ook altijd een mobiele telefoon mee.
4. Ga nooit skiën of schaatsen op plekken die u niet kent.
In skigebieden moet u ook de waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen in verband met lawines respecteren.
5. Zorg voor aangepaste kleding als u bij koud weer naar buiten gaat. Uw kledij moet u warm en droog houden en mag u niet doen zweten of oververhitten. In ons klimaat volstaan een jas, een pull, handschoenen en een muts meestal om de winterse koude te trotseren. Maar als het erg koud is, wanneer u lange tijd buiten bent of in hoger gelegen wintersportgebieden, is dat niet genoeg.
Zeker bij buitensporten is aangepaste kledij noodzakelijk. Een gewone jeansbroek is bijvoorbeeld niet geschikt om te gaan skieën of schaatsen. Voor elke sport bestaat specifieke kleding die comfortabel is, vocht afvoert, isoleert en beschermt tegen water en wind. Goede (sport)kleding moet niet worden verward met heel warme kleding: als u sport produceert het lichaam warmte en zweet, en moet de isolerende luchtlaag minder dik zijn maar het ventilerende vermogen groter.
• Het beste is om uit te gaan van het drie lagen systeem. Dat werkt namelijk beter tegen de kou dan één dikke jas of trui.
- - Vochtafvoerende onderlaag. Thermische onderkleding van bijvoorbeeld polyester of polypropyleen draagt u direct op de huid, waardoor de transpiratiedamp snel afgevoerd kan worden naar de volgende kledinglaag zodat u zelf droog blijft. Een gewoon katoenen T-shirt houdt het zweet vast wat een onprettig en koud gevoel geeft. Hoe nauwer het ondergoed tegen de huid aansluit, hoe beter het de verdampende taak kan uitvoeren. Bij zeer koud weer kan een lange onderbroek of legging nuttig zijn.
- - Isolerende middenlaag. Over de onderkleding komt een warmere isolerende kledinglaag uit wol of een synthetisch materiaal (fleece, softshell...) die het transpiratievocht van binnen naar buiten goed doorlaat, maar isoleert tegen regen en wind. Synthetisch materiaal heeft het voordeel dat het snel droogt.
- - De buitenste wind- en waterwerende laag laat het vocht verdampen en houdt wind en regen tegen. Door de specifieke vezelstructuur wordt het transpiratievocht naar buiten gevoerd zonder dat er regen naar binnen komt. Zorg er voor dat de winddichte jas en/of broek goed aansluit door de elastische touwtjes onderaan, in de lenden, aan de hals en de manchetten correct aan te spannen.
• Besteed extra aandacht aan de uiteinden van uw lichaam: oren, neus, lippen, wangen, tenen en vingers.
Draag een windbestendige muts of een helm met isolerende voering of een wollen binnenbekleding. Zorg ook dat uw oren goed beschermd zijn.
- - Om uw handen warm te houden zijn thermische handschoenen of wanten ideaal. Ze zijn best waterdicht. In dunne natte fleece handschoenen koelen uw handen snel af. Wanten zijn warmer, doordat de vingers warmte aan elkaar afgeven, maar beperken de bewegingen.
- - Draag wollen sokken of sokken in hoogwaardige vezels die goed ademen en snel drogen. Draag liefst slechts één paar sokken en vermijd erg dikke sokken. Trek ze niet te strak aan om de bloedsomloop niet te belemmeren en zorg ervoor dat de tenen nog goed kunnen bewegen.
- - Bij extreme koude of wind smeert u de blote delen van uw gezicht (neus, wangen, lippen...) in met een beschermend product zoals vaseline.
• Besteed extra aandacht aan de kledij van de kinderen. Onder de 12 jaar zijn kinderen veel gevoeliger voor koude dan volwassenen en verliezen zij proportioneel meer warmte via het hoofd. Kleed ze met voldoende warme kleding (muts, winterjas, wanten, ruime schoenen en droge sokken) als ze naar buiten gaan.
Vooral kleine kinderen die tijdens een wandeling op de rug van de ouder gedragen worden en dus zelf geen inspanning leveren, moeten zeer goed ingepakt worden. Hun warmteproductie ligt veel te laag om gedurende lange tijd te vertoeven in een extreem koude omgeving, zelfs indien ze goed ingeduffeld zijn.
• Neem zo mogelijk reservekleding mee, zodat u natte kleren kunt vervangen.
6. Vermijd overvloedig zweten door aangepaste kleding en door de intensiteit van de inspanning aan te passen. Door bezwete kleren te dragen koelt u versneld af en kunnen zelfs vriesletsels optreden.
• Draag zweetafvoerend thermisch onderkleding. Het voert het vocht snel weg van het lichaam naar een volgende kledinglaag en droogt in een handomdraai.
• Als uw voeten zweten, doe dan regelmatig droge sokken aan (minstens tweemaal per dag).
• Vervang bezweet ondergoed zo snel mogelijk door droge kleren.
• Zorg dat u niet afkoelt wanneer u bezweet bent en even stilstaat. Zoek direct een warme plek op of trek iets extra aan.
7. Zorg ook voor aangepast schoeisel. Zeker bij sneeuw en ijs moeten we voor goede, waterdichte schoenen of botten zorgen.
8. Blijf bewegen, ook als u even pauzeert. Zeker voor kinderen is het belangrijk dat ze niet te lang stilzitten in de koude. Lichaamsbeweging levert warmte op.
9. Drink géén alcohol. Alhoewel er, zeker in skigebieden, vaak tegen deze regel gezondigd wordt, kan men niet genoeg benadrukken dat alcohol het lichaam nog sneller warmte doet verliezen en verdovend werkt. Licht benevelde personen voelen de effecten van koude minder snel en zijn daardoor meer vatbaar voor onderkoeling.
10. Pas uw voeding aan. Eet dagelijks ten minste één warme maaltijd en drink regelmatig iets warms gedurende de dag. Gebruik eventueel een thermosfles om dranken warm te houden.
Ga zeker niet sporten op nuchtere maag. Neem altijd een energierijk voedselpakket mee tijdens lange ski- of wandeltochten (bv. energierepen, chocolade, enz.).
Lees ook: Sporten in de winter: let op voor onderkoeling!
Bronnen: