Apenpokken in België: “Wees waakzaam voor de symptomen”

Het apenpokkenvirus is een virale infectie die normaal gezien enkel in Centraal- en West-Afrika voorkomt, maar nu duikt de ziekte ook in onze contreien op. Hoe komt dat? En moeten we ons zorgen maken? 

Het apenpokkenvirus, ook wel monkeypox genoemd, is een tropische infectie die in 1958 voor het eerst werd opgemerkt bij apen, maar die ook knaagdieren en mensen kan besmetten. De ziekte wordt overgedragen via seksueel contact, huidcontact of kleine speekseldruppels die vrijkomen bij onder andere niezen en hoesten. De incubatietijd is gemiddeld twaalf dagen. Dat wil zeggen dat de eerste symptomen kunnen opduiken tussen vier en twintig dagen na de besmetting.

De symptomen kunnen variëren, maar artsen raden aan om waakzaam te zijn voor:

In zeldzame gevallen worden patiënten erg ziek en kan de ziekte zelfs fataal zijn, maar de meeste mensen genezen spontaan binnen enkele weken. Er is geen specifieke behandeling nodig, al kan paracetamol wel helpen om symptomen te verlichten. Bij een vermoedelijke besmetting is het belangrijk om je handen goed te wassen en lichamelijk contact met anderen te vermijden. Contacteer ook zeker je arts, want wetenschappers en medici houden het verloop nauwlettend in de gaten. 

De KU Leuven heeft een PCR-test ontwikkeld die het virus kan opsporen. Er bestaat ook een antiviraal medicijn én een algemeen pokkenvaccin, dat ook tegen apenpokken beschermt. Vroeger behoorde dat vaccin tot het basisvaccinatieschema bij kinderen, maar in 1980 werd de wereld pokkenvrij verklaard en werd de standaard pokkenvaccinatie ook in ons land stopgezet. Wie als baby een pokkenprik kreeg, is wel nog enigszins beschermd.  Specifieke vaccins tegen het apenpokkenvirus zijn nog in ontwikkeling.