Onschuldig virus verhoogt kans op diabetes
nieuws
Ouderen die ooit besmet zijn geweest met het veelvoorkomende cytomegalovirus (CMV), hebben een ruim twee keer zo hoog risico om diabetes type 2 te ontwikkelen als leeftijdgenoten die nooit besmet raakten met het virus. Dat blijkt uit onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
Hoe CMV tot diabetes kan leiden, is nog niet bekend. Het virus kan zich delen in de bètacellen in de alvleesklier, die insuline produceren. Mogelijk heeft het virus op die manier rechtstreeks invloed op de suikerhuishouding. Een andere optie is dat het effect indirect is. Een chronische virusinfectie bezorgt het afweersysteem stress, waardoor het mogelijk de eigen bètacellen gaat aanvallen.
De onderzoekers benadrukken dat deze studie is uitgevoerd bij een selecte groep 85-plussers. Zij hebben andere, veel belangrijkere risicofactoren – zoals overgewicht en tekort aan beweging – al overleefd, waardoor subtielere factoren als CMV mogelijk duidelijker naar voren komen. Bovendien zijn ouderen gemiddeld langer met CMV besmet geweest, waardoor het virus meer tijd heeft gehad om kwaad aan te richten. Onderzoek onder jongere mensen moet uitwijzen of ook bij hen een verband bestaat tussen CMV en diabetes.
CMV wordt overgebracht via lichaamsvocht als urine en speeksel.
Van de vijftigjarige Nederlanders is ongeveer 50 procent besmet, en voor elke tien jaar leeftijdsverhoging stijgt dat percentage met 10. Het virus komt vaker voor bij mensen met een lagere sociaal-economische status. Besmetting met het cytomegalovirus verloopt meestal onopgemerkt; iemand voelt zich hooguit een paar dagen moe en slap. Na besmetting blijft het virus levenslang latent aanwezig. Voor mensen met een verzwakte afweer en voor ongeboren kinderen kan het virus wél gevaarlijk zijn. Om die reden wordt op dit moment gewerkt aan een CMV-vaccin.