Een op de drie krijgt kanker
nieuws
Volgens de huidige cijfers zal één Vlaming op de drie één of andere vorm van kanker krijgen voor z'n 75ste. Dat cijfer is gestegen, niet omdat het objectieve risico om de ziekte te krijgen, toeneemt, wel omdat we ouder worden. Dat zegt Marleen Houtmeyers van de Vlaamse Liga tegen Kanker.
Bij mannen komt prostaatkanker het meest voor, gevolgd door longkanker en dikkedarmkanker.
Bij vrouwen is borstkanker nummer één, gevolgd door dikkedarmkanker en baarmoederkanker.
Screening - systematisch onderzoek op het voorkomen van (beginnende) kankers bij de hele bevolking - bestaat vooral voor de vrouwenkankers: borst- en baarmoederhalskanker. Aan een screening voor dikkedarmkanker ,,wordt gewerkt'.
Kanker is niet altijd ongeneeslijk en niet altijd dodelijk . Volgens de recentste cijfers (2003) van de Vlaamse Gemeenschap sterven jaarlijks ruim 15.600 Vlamingen met kanker als hoofdoorzaak: ruim 9.000 mannen en ongeveer 6.600 vrouwen, op een totaal van 56.500 à 57.000 sterfgevallen; iets meer dan een kwart ( 27,5 procent ) dus.
Kanker is niet voor alle leeftijdsgroepen even belangrijk als doodsoorzaak. Bij kinderen (1-14 jaar) zijn ,,uitwendige oorzaken' (ongevallen allerhande) het belangrijkst (42 procent); kankers staan voor 17 procent van de overlijdens.
Bij jongeren (14-25 jaar) blijven die ,,uitwendige oorzaken' (ongevallen) de belangrijkste doodsoorzaak. Daarin beginnen de zelfmoorden een groot gewicht te krijgen: 26 procent voor jongens, 15 procent voor meisjes. Dat is hoger dan het cijfer voor kanker.
Bij de 25-44- jarige mannen is zelfmoord (27 procent) zelfs de belangrijkste doodsoorzaak. Kanker staat in die groep voor 16 procent. Bij de vrouwen van die leeftijd is kanker wel de belangrijkste doodsoorzaak (36 procent).
Voor 45-65 -jarigen is zowel bij mannen (42 procent) als bij vrouwen (54 procent) kanker de belangrijkste doodsoorzaak en dat geldt ook voor de groep 65-74 jaar (41 resp. 39 procent).
Boven de 75 is de grootste groep overlijdens te wijten aan hart- en vaatziekten, zowel bij mannen als bij vrouwen (40 resp. 47 procent). Kankers staan op 2 met 25 resp. 16 procent.