Te klein geboren kinderen hebben meer leer- en gedragsproblemen
nieuws
De hersenen van te klein geboren kinderen zien er anders uit en werken ook anders dan bij kinderen met een normaal geboortegewicht. Mogelijk hebben deze kinderen een iets lager IQ en meer moeilijkheden op school. Daarom is een goede begeleiding van en vroege signalering van leer- en gedragsproblemen bij te klein geboren kinderen van groot belang. Dat blijkt uit onderzoek aan het VU medisch centrum in Amsterdam.
Tijdens de zwangerschap is een optimaal milieu in de baarmoeder van cruciaal belang voor de hersenen van het nog ongeboren kind. De hersenen maken in deze fase een snelle ontwikkeling door en zijn bijzonder gevoelig voor invloeden van buitenaf. Ongunstige factoren zoals zwangerschapsvergiftiging, nicotine en alcohol kunnen leiden tot ondervoeding en daardoor de hersenontwikkeling verstoren. Een kind dat geboren wordt na een periode van ondervoeding is vaak te klein. Te klein geboren kinderen hebben een groter risico op hart- en vaatziekten, vetzucht en diabetes (suikerziekte) later in het leven. Ook hebben deze kinderen een groter risico op een lagere intelligentie (IQ) en leer- en gedragsproblemen.
Uit onderzoek van deze kinderen bleek dat hun hersenen er anders uit zien en ook iets anders lijken te werken dan bij normale kinderen. Mogelijk leidt dit tot een lager IQ en tot leermoeilijkheden. Ook bij de kinderen die na de geboorte hun groeiachterstand hebben ingehaald zijn deze verschillen nog aanwezig. Deze bevindingen onderstrepen het belang van een goede begeleiding van en vroege signalering van leer en gedragsproblemen bij te klein geboren kinderen.