Pijn en osteopathie
dossier
De osteopathie is een een holistische en autonome discipline, met zijn eigen onderzoeks- en werkterrein.
De Academie voor Osteopathie van België definieert osteopathie als volgt: 'De osteopathie is een manuele, diagnostische en therapeutische benadering voor het behandelen van functiestoornissen in de mobiliteit van gewrichten en weefsels in het algemeen, en voor het vaststellen van het aandeel ervan in het ontstaan van ziekteverschijnselen.'
De osteopathie is een 'kunde', die een zekere pedagogie, een studie en een kennis van de zogenaamde 'basis'wetenschappen vereist.
In deze optiek maakt de zo objectief mogelijke evaluatie van de efficiëntie, waarmee pijn door osteopathie aangepakt wordt, integraal deel uit van de holistische benaderingswijze die kenmerkend is voor osteopathie, ook al omdat pijn een van de vaakst voorkomende beweegredenen is om een osteopaat te consulteren.
Osteopathie en onderzoek :
De bestrijding van pijn door osteopathie
Er werden reeds verschillende klinische onderzoeken uitgevoerd (multicentrische, comparatieve …etc.) met een waaier aan inclusiecriteria. Bepaalde studies werden gepubliceerd in tijdschriften met een wetenschappelijke commissie zoals deze vergelijkende studie die werd gepubliceerd in het New England Journal of Medicine en waarin de efficiëntie wordt aangetoond van manipulatieve technieken bij chronische lumbalgie. We kunnen ook verwijzen naar enkele werken die in ons land werden tot stand gebracht, meer bepaald een prospectieve longitudinale studie met eveneens gewone lumbalgie als onderwerp . Deze studie heeft de aanzet gegeven tot de uitwerking en de validatie van schalen voor zelfevaluatie van pijn, levenskwaliteit en welbehagen die specifiek zijn voor chronische lumbalgie. Deze instrumenten voor evaluatie werden gebruikt bij de osteopathische behandeling van 60 patiënten die op privé-consultatie kwamen (multicentrische studie).
De vragenlijsten vonden ingang bij de wetenschappelijke gemeenschap naar aanleiding van het symposium voor klinische psychologie van San Francisco van 1999.
De resultaten van een gelijktijdig onderzoek van de perceptie van pijn, levenskwaliteit en welbehagen tonen aan dat osteopathie efficiënt is voor patiënten met chronische lumbalgie: 68,5% verbetering voor wat betreft intensiteit van de pijn, 56,14% voor de levenskwaliteit en 65,62% voor het welbehagen. Toch doet men er goed aan deze resultaten te relativeren omwille van de beperktheid van de steekproef.
Er moet een uitgebreidere prospectieve studie komen.
Een vergelijkende studie over de pijnlijke schouder stelde zich tot doel de therapeutische resultaten, bereikt met een osteopathische techniek, de zogenaamde “Accourcissement Contrarié" (“verhinderde verkorting”), te vergelijken met de resultaten behaald met een referentiebehandeling voor pijnlijke schouders.
De analyse van de gegevens toont aan dat er zich globaal gezien een aanzienlijke verbetering van de symptomatologie voordoet tengevolge van beide behandelingen zowel voor wat betreft pijn als gewrichtsamplitude.
Toch blijkt dat de techniek, die gebruik maakt van de zogenaamde 'Accourcissement Contrarié' ('verhinderde verkorting'), betere resultaten oplevert op het einde van de behandeling niettegenstaande de beginwaarden (die op pijn betrekking hebben) hoger lagen in de groep patiënten die met osteopathie behandeld werden. Daarenboven onderscheidt de behandeling met 'Accourcissement Contrarié' (verhinderde verkorting) zich door het feit dat er onmiddellijk verbetering optreedt vanaf het einde van de eerste consultatie meer bepaald voor wat betreft de gewrichtsamplitude.
Bij het bekijken van de resultaten lijkt het erop dat deze therapeutische benadering die zich uitsluitend baseert op de prikkeling van de tendino-myofasciale structuren zich kan beroepen op resultaten die op zijn minst vergelijkbaar zijn met die van de klassieke aanpak zelfs in de speciale situatie van de hyperalgetische schouder.
Een laatste verhelderend voorbeeld kan wellicht deze studie zijn die de efficiëntie test van een behandeling uitgewerkt door Thierry Colot, DO, met betrekking tot de referentiebehandeling met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's) bij patiënten met ischias. Voor de evaluatie worden volgende instrumenten gebruikt : analogische visuele schaal, verbale schaal, een vertaling van de vragenlijst van Oswestry, de proef van Lasègue, de proef van Lasègue aan de niet pijnlijke zijde.
Na 22 dagen opvolging was er een verbetering bij de twee groepen zonder dat er een significant verschil tussen de twee te noteren viel. Er doet zich echter wel een significant verschil voor in hun evolutie wat erop wijst, net zoals in de vorige studie, dat experimentele behandeling in een vroegtijdig stadium efficiënt is. Deze vroegtijdigheid en het feit dat er geen NSAID’s en minder pijnstillers moeten genomen worden, laten toe de behandeling positief te beoordelen vanuit een strikt pragmatisch oogpunt.