Verzorgingstips voor contactlenzen

nieuws Op contactlenzen kunnen zich micro-organismen en andere afzettingen vormen. Als die niet verwijderd worden, kunnen ze zich op de lens vastzetten en het comfort en het zicht verminderen. Ook neemt het risico op problemen en oogirritatie of -infecties toe. Daarom is een goede hygiëne en regelmatig onderhoud van de lenzen belangrijk.

1. Respecteer de maximale gebruiksduur: daglenzen zijn daglenzen en mag u slechts één dag gebruiken. Maandlenzen mag u maximaal gedurende 30 dagen gebruiken.

2. Neem uw lenzen tijdig uit en ga er niet mee slapen.
Draag de contactlenzen niet langer dan het voorgeschreven aantal uren (meestal maximaal 14 à 16u).
De meeste lenzen zijn niet geschikt om ermee te slapen. Dat verhoogt de kans op infecties. Neem ze best ook uit wanneer u overdag een dutje doet.

3. Zwem niet met lenzen aan, zeker niet in tropische zwembaden; gebruik dan eventueel zachte daglenzen en draag een zwembril.

4. Was altijd uw handen met water en zeep voor u uw lenzen indoet of uitneemt. Gebruik bij voorkeur een zeep zonder parfum en droog de handen af met een pluisvrije handdoek.

5. Gebruik nooit make-up of handcrème voor u lenzen manipuleert. Breng make-up aan nadat u de lenzen hebt ingedaan. Probeer de oogleden altijd vrij te houden. Reinig de ogen en verwijder make-up nadat u de lenzen hebt uitgedaan. Gebruik bij voorkeur cosmetica die niet geparfumeerd zijn en hypo-allergeen. Gebruik liever geen poedervormige make-up rond de ogen. Wees ook voorzichtig met spuitbussen voor haarlak en dergelijke.

6. Gebruik alleen de door uw arts of contactlensspecialist geadviseerde onderhoudsproducten en volg nauwgezet de instructies. Gebruik bij zachte contactlenzen geen onderhoudsproduct voor harde contactlenzen, of omgekeerd.
Voor zachte lenzen wordt meestal een alles-in-één vloeistof gebruikt. U kunt hiermee de lenzen reinigen, afspoelen en tevens bewaren. Indien er snel aanslag op de lens komt is soms een aparte dagelijkse reiniger nodig.
Voor harde (vormstabiele) lenzen wordt een aparte reinigingsvloeistof en desinfectievloeistof aangeraden.
Soms zijn enzymetabletten noodzakelijk voor een bijkomende reiniging om eiwitvorming tegen te gaan. Volg daarbij zeer zorgvuldig de gebruiksaanwijzingen.

7. Reinig de lenzen dagelijks na gebruik manueel, ook wanneer u een alles-in-één vloeistof gebruikt. Dit gebeurt door over de lenzen te wrijven met een beetje vloeistof: Plaats de lens in uw handpalm en giet een paar druppels lensvloeistof op de lens. Wrijf gedurende enkele seconden zacht over elke kant van de lens. Spoel de lens dan af met de lensvloeistof of fysiologisch serum.
Alleen voor daglenzen is reinigen overbodig, want die worden aan het eind van elke dag weggegooid.

8. Bewaar de lenzen in een speciale lenshouder met bewaarvloeistof. Zorg ervoor dat de lenzen volledig in de lensvloeistof zijn ondergedompeld.
Vernieuw elke dag de bewaarvloeistof in de lenshouder (nooit bijvullen of hergebruiken), reinig de lenshouder dagelijks (niet met leidingwater!), laat hem open aan de lucht drogen en vervang hem regelmatig (bijvoorbeeld om de 3 maanden of telkens u een nieuwe dosis bewaarvloeistof koopt).
Let op de houdbaarheidsdatum van de lenzenvloeistof. Dit is niet de uiterste verkoopdatum die op de verpakkingen vermeld staat, maar de houdbaarheid na opening. Afhankelijk van de soort vloeistof is dit één tot drie maanden. Bij warm weer (bijvoorbeeld op vakantie) kan ze al na één week slecht zijn.
Als u de lenzen langere tijd wil bewaren, moet u regelmatig controleren of ze nog helemaal ondergedompeld zijn. In plaats van aan te vullen met bewaarvloeistof, vervangt u beter helemaal.
Bewaar de lenzen nooit in een zoutoplossing zonder bewaarmiddelen
of gedistilleerd water omdat bacteriën hier goed in groeien.

9. Gebruik nooit leidingwater of speeksel bij het onderhoud van uw lenzen. Die kunnen bacteriën bevatten zoals acanthamoeba die tot ernstige infecties kunnen leiden. Leidingwater bevat ook chloor dat de ogen kan irriteren.

10. Neem uw lenzen onmiddellijk uit wanneer u er last van ondervindt (rode, pijnlijke, prikkelende of tranende ogen, verminderd zicht, lichtschuwheid). Contacteer bij twijfel uw oogarts.

11. Gebruik geen oogmedicatie of oogdruppels zonder eerst uw contactlensspecialist of oogarts te consulteren.

12. Ga regelmatig (minstens om het jaar) op controle bij uw oogarts.