Moedermelk hoeft niet behandeld te worden tegen virus
nieuws
Pasgeborenen kunnen geïnfecteerd raken met cytomegalovirus (CMV) via de borstvoeding van hun moeder die eerder in haar leven een CMV-infectie heeft gehad. Omdat onduidelijk is wat de langetermijneffecten van een zogenaamde postnatale CMV-infectie zijn, wordt in sommige landen de borstvoeding ingevroren of gepasteuriseerd, maar dat gaat ten koste van de kwaliteit.
Onderzoek aan de universiteit van Utrecht (http://igitur-archive.library.uu.nl/dissertations/2013-0404-200525/UUindex.html) toont evenwel aan dat dit niet nodig is. In de witte stof van de hersenen van prematuur geboren kinderen met een postnatale CMV-infectie werden weliswaar microstructurele afwijkingen gevonden. Hun ontwikkeling en gehoor is op tweejarige leeftijd evenwel normaal in vergelijking met niet-geïnfecteerde leeftijdsgenoten. Dit suggereert dat het niet noodzakelijk is om de borstvoeding te behandelen om een postnatale CMV-infectie te voorkomen.
Van de postnatale CMV-infecties bij prematuur geboren kinderen verloopt 85% zonder symptomen; de symptomen bij de overige 15% zijn mild. Allochtone afkomst van de moeder, kortere zwangerschapsduur en borstvoeding geven een groter risico op een postnatale CMV-infectie.