Verwijderen van de neus- en keelamandelen bij kinderen
nieuws
Verwijderen van de neus- en keelamandelen bij kinderen met relatief milde keelklachten blijkt weinig effectief. Dit concluderen onderzoekers van Universitair ziekenhuis van Utrecht op basis van een onderzoek bij driehonderd Nederlandse kinderen. Tweederde van deze operatieve ingrepen wordt uitgevoerd bij kinderen met relatief milde klachten. Artsen kunnen bij deze kinderen dus vaker een afwachtend beleid overwegen.
Het verwijderen van neus- en keelamandelen (adenotonsillectomie) is een van de meest frequent uitgevoerde operaties bij kinderen. De belangrijkste redenen om de amandelen te verwijderen zijn herhaalde keelontstekingen en verkoudheden of klachten die samenhangen met vergrote amandelen, zoals snurken en moeilijk slikken. Artsen zijn het erover eens dat het verwijderen van de amandelen zinvol is bij kinderen die ernstige klachten hebben van keelontstekingen of van moeilijkheden met de ademhaling tijdens de slaap door vergrote amandelen. Het staat echter niet vast of kinderen met mildere klachten ook baat hebben bij de ingreep: in ons land betreft dat naar schatting 65% van de kinderen bij wie de neus- en keelamandelen verwijderd worden.
Om vast te stellen of de operatie zinvol is, is bij deze groep kinderen vanuit het UMC Utrecht in samenwerking met vierentwintig Nederlandse KNO-praktijken een onderzoek gestart. Driehonderd kinderen die in aanmerking kwamen voor het knippen van de neus- en keelamandelen - vanwege relatief milde klachten van keelontstekingen en verkoudheden of vergrote amandelen - werden thuis door het onderzoeksteam van het UMC Utrecht bezocht. Door middel van loting werden deze kinderen verdeeld over twee groepen: bij de ene groep werd inderdaad de operatie binnen zes weken uitgevoerd, bij de andere groep werd een niet-operatief of “afwachtend” beleid gevoerd. De beide groepen werden gedurende twee jaar gevolgd. In die periode hielden de ouders een dagboek bij over de klachten van hun kind en namen zij dagelijks de temperatuur van hun kind op met een speciale oorthermometer.
Over de hele periode van twee jaar bleken de beide groepen kinderen nauwelijks te verschillen wat betreft het aantal episoden met koorts en keelontstekingen. Ook hadden zij evenveel klachten over het slikken en slapen en beoordeelden de ouders de kwaliteit van leven van hun kinderen gelijk. In de eerste maanden van het onderzoek deden de kinderen in de operatiegroep het iets beter dan de kinderen in de niet-operatieve groep, maar deze verschillen waren na zes maanden verdwenen. De onderzoekers concludeerden daarom dat het verwijderen van de neus- en keelamandelen bij kinderen met relatief milde klachten van keelontstekingen en verkoudheden of vergrote amandelen weinig voordeel oplevert in vergelijking met een niet-operatief beleid.
Lees ook: Verwijderen van keel- en/of neusamandelen (tonsillectomie en/of adenotomie )