Slechts 1 op de 10 nierdialyses worden thuis uitgevoerd
nieuws
In België lijden meer dan 11.000 personen aan chronische nierinsufficiëntie. Volgens een prognose van de Onafhankelijke Ziekenfondsen zou het aantal patiënten tegen 2025 zelfs verdubbelen. De oorzaken van die stijging zijn de vergrijzing van de bevolking en de toename van het aantal risicopersonen, namelijk de patiënten met type 2 diabetes en personen met cardiovasculaire aandoeningen (vooral hoge bloeddruk).
Momenteel wordt 60% van de patiënten met nierinsufficiëntie via dialyse behandeld in het ziekenhuis, een collectief centrum of thuis.
Hoewel thuisdialyse de levenskwaliteit van de patiënten bevordert en de kosten doet dalen, blijft deze praktijk eerder uitzondering dan regel in ons land: slechts 1 op de 10 dialyses worden thuis uitgevoerd. Het geringe succes van de thuisdialyse is te verklaren door meerdere factoren: atypische patiënten die moeilijk thuis behandeld kunnen worden, financieringswijzen die niet afgestemd zijn op het promoten van de thuisdialyse en patiënten die niet (of niet goed) geïnformeerd zijn over de voordelen van die vorm van dialyse.
In 2010 stelde het KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg) al vast dat de hemodialyse in het ziekenhuis de meest gebruikte techniek blijft in België, ondanks haar hoge kostprijs. Die vaststelling werd bevestigd door de analyses van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, die anderzijds aantonen dat thuisdialyse een besparing kan betekenen van 40% voor de patiënt en 30% voor de ziekteverzekering.
De niertransplantatie is en blijft de best mogelijke behandeling in termen van resultaat en comfort voor de patiënt. De behandeling is, na de transplantatie, overigens minder zwaar en minder duur dan een dialyse. Na een niertransplantatie daalt de gemiddelde kostprijs per jaar van een patiënt voor de ziekteverzekering namelijk met 60 à 70% in de 3 à 4 jaar die volgen op het jaar van de transplantatie. Ondanks deze vaststelling leeft slechts 40% van de Belgen met chronische nierinsufficiëntie met een gekregen nier. De wachtlijst voor orgaandonatie is bovendien lang (gemiddeld vier jaar en half in 2012).
Andere opvallende vaststelling: minder dan 10% van de nieren die in 2011 in ons land getransplanteerd zijn, waren afkomstig van levende donoren, terwijl dat percentage meer dan 25% bedraagt in Duitsland en meer dan 50% in Nederland.
Ten slotte wijzen de Onafhankelijke Ziekenfondsen op het belang van een vroegtijdige opsporing van nierinsufficiëntie bij risicopersonen en een vroege behandeling van de ziekte.