Grote kwaliteitsverschillen tussen ziekenhuizen bij plaatsing van heupprothesen

nieuws Wie een totale heupprothese krijgt, heeft in sommige ziekenhuizen twee tot drie keer meer kans dat er nog een tweede heupoperatie zal volgen. Dat blijkt uit een studie van CM.
Wanneer het kraakbeen van de heup versleten is, bijvoorbeeld door artrose, is een kunstheup soms de enige oplossing. Een heupprothese plaatsen gebeurt vaak. In 2013 kregen bijna 20.500 patiënten een kunstheup. Het blijft een ingrijpende operatie, ook al voeren zo goed als alle ziekenhuizen ze uit.
CM analyseerde de gegevens van haar leden die een totale heupprothesen kregen in de periode 1990-2013. In totaal ging het om ruim 85.000 heupprothesen. Hieruit blijkt dat er grote kwaliteitsverschillen tussen de ziekenhuizen bestaan.

Bij de interpretatie van deze cijfers moet u er wel rekening mee houden dat het hier om een momentopname gaat en dat een ziekenhuis dat slecht scoort intussen reeds verbeteringen heeft doorgevoerd. Bovendien kan het zijn dat sommige ziekenhuizen een slechter resultaat behalen (bv. wat betreft opname op een dienst intensieve zorgen of het risico op vervanging van de prothese) omdat ze meer moeilijke gevallen of ziekere en/of oudere patiënten behandelen.

Risico op vervanging heupprothese
Het belangrijkste risico bij een heupprothese is dat ze vervangen moet worden.
• 95 procent van de heupprothesen houdt het tien jaar uit. Dat betekent dus dat ongeveer vijf procent van de heupprothesen binnen de tien jaar moeten vervangen worden. In 80 procent van de gevallen gaan ze vijftien jaar mee. Internationaal gezien zijn dat goede cijfers. Er zijn echter grote verschillen tussen ziekenhuizen.
• In vier ziekenhuizen houden meer dan 99 % van de heupprothesen het meer dan 10 jaar uit: Ziekenhuis Maas en Kempen Maaseik, H.Hart Leuven, St-Andries Tielt en AZ Lokeren).
• In vier ziekenhuizen ligt dit percentage op minder dan 90 %: AZ Oudenaarde, AZ St-Blasius Dendermonde, CHU Luik en AZ H.Familie Reet.
• Het risico op revisie (vervanging binnen de tien jaar) is het kleinst in volgende ziekenhuizen: OLV Van Louders Waregem, H.Hart Leuven, AZ St-Maarten Mechelen, OLVrouw Aalst, AZ Jan Palfijn Gent, Oost-Limburg Genk en AZ Turnhout.
• In acht ziekenhuizen ligt het risico op revisie gevoelig hoger dan het nationaal gemiddelde: UZ Mont-Godinne, CHU Luik, CH Peltzer-La Tourelle Verviers, Europaziekenhuizen Brussel, St-Vincentius Deinze, Cliniques du Sud Luxembourg Arlon, Ziekenhuisnetwerk Antwerpen en GZA-ziekenhuizen Wilrijk.

Bloedtransfusie
In 17 procent van de operaties kreeg de patiënt in 2012-2013 een bloedtransfusie. Rond de eeuwwisseling was dat nog 60 procent. Een bloedtransfusie verlengt de verblijfsduur met gemiddeld 1 dag. Ook hier zijn er grote verschillen tussen de ziekenhuizen.
• 23 van de onderzochte ziekenhuizen had een bloedtransfusiepercentage van minder dan 10%.
• In 6 ziekenhuizen kregen meer dan 40 % van de patiënten een bloedtransfusie (AR Glorieux Ronse, St-Trudo Sint-Truiden, St-Josef Sankt Vith, Gezondheidszorg Oostkust Knokke-Heist, AZ Vesalius Tongeren en St-Andriesziekenhuis Tielt).

Verblijfsduur
De gemiddelde verblijfsduur in het ziekenhuis voor de plaatsing van de heupprothesen is zeven dagen. In vergelijking met de periode 2008-2009 is dat één dag minder.
De verblijfsduur loopt van ziekenhuis tot ziekenhuis uiteen van vijf dagen (in de ziekenhuizen Sint-Imelda in Bonheiden, AZ Sint-Augustinus in Veurne en Clinique St-Luc in Bouge) tot 24 dagen (Klinik St-Josef Sankt Vith).

Intensieve zorgen
De kans om na een operatie op intensieve zorgen te belanden, is gemiddeld 8 procent.
• In 58 ziekenhuizen ligt de kans op opname op intensieve zorgen lager dan 5 %.
• In 17 ziekenhuizen lag de kans op intensieve zorgen hoger dan 10 %.
• Het hoogste percentage bedroeg 82 % (AZ St-Augustinus Veurne).
• Andere ziekenhuizen met een hoog risico op opname op intensieve zorgen: AZ Glorieux Ronse (58 %), UZ Gent (48 %), CHU Liège (42 %), St-Andriesziekenhuis Tielt (34 %) en GZA-ziekenhuizen Wilrijk (32 %).

Kosten voor fysio- en kinesitherapie
Het gaat hier om de kosten van deze verstrekkingen,
vanaf een maand vóór tot 6 maanden na de ingreep. Het gaat dus zowel om de verzorging tijdens de ziekenhuisopname als om de ambulante verzorging die de patiënt gedurende deze periode van 7 maanden geniet.

• Het bedrag dat het ziekenhuis factureert aan de ziekteverzekering
schommelt tussen 49 euro en 542 euro.
• Veertien ziekenhuizen factureren minder dan 100 euro aan de
ziekteverzekering voor de zorg die ze verstrekken tijdens het
verblijf van de patiënt. Het goedkoopste ziekenhuis in dit geval
is het CH Interrégional Edith Cavell in Brussel.
• Drie ziekenhuizen factureren daarentegen meer dan 300 euro (CHC Liège, St-Josef Sant-Vith en ST-Rembert Torhout).

Kosten van de ingreep voor de ziekteverzekering
De mediane kosten van de ziekenhuizen voor rekening van
de ziekteverzekering bedragen 6.811 euro. Ze zijn in 4 jaar tijd
slechts met 2% gestegen.

• Elf ziekenhuizen factureren minder dan 6.000 euro aan de ziekteverzekering.
• Twee ziekenhuizen factureren een mediaan bedrag van meer dan 10.000 € (CHC Luik en St-Josef Sant-Vith).

Kosten voor de patiënt
De verschillen tussen de ziekenhuizen kunnen zeer groot zijn.
• In volgende ziekenhuizen betaalt u zelf minder dan 1.000 €: UZ Brussel, AZ Turnhout, H.- Hartziekenhuis Roeselare - Menen, Heilig Hart Tienen, Stedelijk Ziekenhuis Roeselare, Clinique Saint Pierre Ottignies, Cliniques Universitaires Mont-Godinne, St.-Andriesziekenhuis Tielt, AZ St.-Elisabeth Herentals, Intercom. Hosp.
Famenne Ardenne Condroz (I.F.A.C.) Marche-en-Famenne, UZ Leuven.
• In volgende ziekenhuizen betaalt u meer dan 2.500 €: CH Edith Cavell, Brussel, CHC Luik, CHC Roucourt en AZ Monica Brasschaat.

U kunt hier de tabel met cijfers per ziekenhuis downloaden
https://www.cm.be/binaries/heupprothesen-resultatenperziekenhuis_tcm375-165926.pdf.

Laatst bijgewerkt: januari 2016

Delen Whatsapp Tweet Mail