Screenen op longkanker met CT-scan bij rokers niet zinvol
nieuws
Een CT-scan bij patiënten met een hoog risico kan bijdragen tot een vroege diagnose en behandeling, maar lijkt toch de kans op gevorderde longkanker of op het overlijden aan deze ziekte niet te verkleinen (JAMA, 7 maart 2007). De onderzoekers noemen screening van mensen die geen symptomen hebben daarom niet zinvol.
Het onderzoek betrof een analyse van drie studies bij in totaal 3246 rokers en voormalige rokers, die jaarlijks een CT-scan ondergingen. De onderzoekers gingen na in hoeveel gevallen longkanker werd ontdekt, de diagnose gevorderde longkanker werd gesteld, en hoeveel mensen overleden.
Longkanker werd bij 144 mensen vastgesteld, terwijl het verwachte aantal 44,5 was. Bij 109 patiënten werd een long weggehaald, tegen een verwacht aantal van 10,9. Het aantal keren dat de diagnose gevorderde longkanker werd gesteld nam door het screenen niet af (42 gevallen, 33,4 voorspeld). Hetzelfde gold voor het aantal sterfgevallen als direct gevolg van longkanker: 38 (38,8 verwacht).
Een ander bezwaar is dat veel patiënten onnodig aan straling en follow-up procedures worden blootgesteld, aldus een standpunt in The American Journal of Roentgenology. De commentatoren wijzen er op dat de meeste afwijkingen op CT-scan goedaardig zijn, zodat het merendeel van de gescreende personen onnodig wordt blootgesteld aan kankerverwekkende bestraling en biopsiën. De kans dat door de bestraling rokers meer kans hebben op longkanker is niet denkbeeldig. De kwaliteit van leven wordt door deze ineffectieve wijze van diagnostiek ernstig geschaad