Wandelen of kamperen in Centraal- en Oost-Europa: laat je inenten tegen teken
nieuws
Bij ons kunnen teken besmet zijn met de bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt. In tal van landen in Midden- en Oost-Europa, zoals Oostenrijk, Zwitserland, Zuid-Duitsland, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Polen, ex-Joegoslavië, ex-USSR, Bulgarije, Roemenië, Zweden, Denemarken, Litouwen, Letland en Estland … kunnen de teken ook besmet zijn met een virus dat een vorm van hersen- of hersenvliesontsteking, Centraal-Europese Teken Encefalitis (FSME of "Frühsommer enzephalitis"), veroorzaakt. Volgens het Europese Centrum voor ziektepreventie en –controle (ECDC) worden elk jaar duizenden gevallen vastgesteld en neemt deze infectie neemt stilaan verontrustende proporties aan. Uitzonderlijk wordt deze aandoening ook overgedragen door de inname van ongepasteuriseerde melk van geiten of runderen.
Het klassieke verloop van de ziekte bestaat uit twee fasen. In een eerste fase gaat de infectie gepaard met symptomen zoals koorts, vermoeidheid, hoofdpijn, spierstijfheid, misselijkheid… Na een asymptomatisch interval wordt de tweede fase gekenmerkt door een aantasting van het centrale zenuwstelsel wat tot ernstige blijvende letsels kan leiden en zelfs dodelijk kan zijn.
Gelukkig kunt u zich laten vaccineren tegen dat virus.
Beschermingsmaatregelen tegen teken
Een stricte bescherming tegen tekenbeten is een zinvol alternatief voor of aanvulling op de vaccinatie. In tegenstelling tot de ziekte van Lyme die pas wordt overgedragen als de teek meer dan 20u op de huid zit, kan het FSME-virus van bij het begin door de teek ingebracht worden.
- Vermijd zo mogelijk dichte begroeiing en struikgewas, want hier bevinden zich de teken meestal voordat ze zich hechten aan mens of dier. Blijf zoveel mogelijk op de paden.
- Draag in bossen en andere plekken waar teken kunnen voorkomen beschermende kledij: een pet, een lange broek, een hemd met lange mouwen dat goed aansluit rond de hals, bij voorkeur van een lichte kleur (waarop een teek opvalt). Draag gesloten schoenen.
- Smeer onbedekte huid in met anti-insectenmiddel op basis van DEET (diëthyltoluamide) of icaridine. De optimale concentratie DEET ligt tussen 20 en 50%; bij zwangere vrouwen en kinderen wordt een concentratie van maximum 30% gebruikt. Die bieden slechts tijdelijk bescherming (enkele uren) en alleen op plekken die zijn ingesmeerd. - Eventueel sokken, schoenen en broek inspuiten met een middel met DEET of permithrine.
- Controleer de huid op de aanwezigheid van teken na een wandeling of verblijf op een plek waar teken kunnen zitten. Let vooral op warme huidplooien (oksels, liezen, buik, knieholten, onderkant borsten, balzak…). Controleer bij kinderen ook de hoofdhuid en de hals.
- Verwijder teken bij voorkeur met een pincet of tekentang; probeer de teek zo dicht mogelijk op de huid bij de kop vast te houden tijdens het verwijderen. Beschadig de teek niet. Knijp bij het verwijderen niet in het achterlijf van de teek en trek er niet aan. - Ontsmet het beetwondje met 70% alcohol of jodium. Wanneer u gebeten bent en klachten krijgt, ga dan zo snel mogelijk naar de plaatselijke arts. Er bestaan afweerstoffen die de ziekte kunnen voorkomen indien ze binnen de 4 dagen na de beet worden toegediend.