Reisvaccinaties tijdens zwangerschap
dossier
Men vermijdt in principe elke toediening van een levend verzwakt vaccin aan zwangere vrouwen (men vermijdt tevens om zwanger te worden gedurende 1 maand na het gele koorts vaccin en na de inenting met het mazelen-bof-rubella vaccin), maar dode vaccins kunnen, zonder bezwaar toegediend worden, en mogen toegediend worden bij lactatie (borstvoeding). Met de vaccinaties wordt het best gestart 6 weken voor het vertrek.
1. Het vaccin tegen gele koorts wordt niet routinematig gegeven aan zwangere vrouwen. Een speciaal attest wordt meegegeven. In geval van noodwendigheid (epidemie van gele koorts) mag het vaccin wel worden toegediend vanaf de 6e maand. Bij accidentele vaccinatie vóór de 6e maand van de zwangerschap werden er nooit problemen beschreven, zodat er geen reden is tot ongerustheid. Borstvoeding is geen tegenindicatie voor toediening van het vaccin.
2. Zwangere vrouwen mogen gevaccineerd worden tegen tetanus met het gecombineerde vaccin (tetanus/difterie). Boostrix wordt niet toegediend bij vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven tenzij dit echt noodzakelijk blijkt.
3. Aan vrouwen die geen immuniteit hebben tegen hepatitis A wordt vaccinatie aanbevolen vanaf het tweede trimester van de zwangerschap.
4. Het orale poliovaccin wordt in principe niet toegediend aan zwangere vrouwen (tenzij in geval van noodwendigheid; is ook niet meer te krijgen in België), de herhalingsinenting (indien de laatste vaccinatie meer dan 10 jaar geleden is) gebeurt dus bij voorkeur met het injecteerbare gedode vaccin.
5. Het levend orale buiktyfusvaccin wordt niet aan zwangere vrouwen toegediend. Het geïnactiveerde injecteerbare vaccin mag indien aangewezen toegediend worden.
6. Het vaccin tegen hepatitis B mag aan zwangeren worden toegediend. Omdat een zwangere, die langdurig reist een verhoogd risico heeft om in een ziekenhuis terecht te komen en wegens de mogelijke consequenties voor het kind bij infectie tijdens de zwangerschap, is vaccinatie aangewezen.
7. Het vaccin tegen meningokokkenmeningitis mag aan zwangere vrouwen toegediend worden.
8. Het rabiësvaccin mag worden toegediend.
9. Het mazelen-, bof-, en rubellavaccin is tegenaangewezen bij zwangerschap.
10. Vaccinatie tegen Frühsommer Meningo-Enzephalitis en tegen Japanse encephalitis mag gebeuren bij zwangere vrouwen indien er echt risico is. Indien een zwangere vrouw zich toch dient te begeven naar een hoogendemisch gebied, dient ze zeker te worden gevaccineerd, wegens het grote risico bij infectie voor de moeder én voor het kind.
Lees ook: Vaccinatie bij zwangere vrouwen
Lees ook: Malariapreventie bij zwangere vrouwen